The Best Exotic Marigold Hotel is een sprankelende film voor een breed publiek vol acteurs van boven de zestig. Een gesprek over ouderdom in de cinema met regisseur John Madden en acteurs Judi Dench en Bill Nighy.

Substantiële rollen voor acteurs in de pensioengerechtigde leeftijd zijn frustrerend dun gezaaid, luidt een veelgehoorde klacht in de filmwereld. Een wijze opa, lief buurvrouwtje of komische knorrepot in een bijrol, alla, maar op serieuze seniorensores zit het grote publiek niet te wachten. Of keert het tij?



De Britse feelgoodfilm The Best Exotic Marigold Hotel, waarin bijna alle hoofdrolspelers de zestig zijn gepasseerd, is in eigen land een overweldigend succes. Logisch, schrijven commentatoren, het oudere bioscooppubliek wordt doorgaans schandalig genegeerd. Wie weet, als Hollywood geld gaat ruiken, zouden toekomstvrezende filmsterren zomaar eens een zonnige herfst tegemoet kunnen gaan.

Regisseur John Madden (Shakespeare in Love), zelf uit 1949, moest wel een drempel over toen hem werd gevraagd de roman These Foolish Things van Deborah Moggach te verfilmen, zo vertelt hij een groepje journalisten in een Londens hotel. Dat lag niet zozeer aan het verhaal, over zeven oudere Britten die naar een resort in India worden gelokt om daar van hun pensioen te genieten – een resort dat een stuk minder luxe blijkt dan in de folder was voorgesteld.

Madden: ‘Het verhaal had een luchtige, warme toon die me meteen aansprak, maar ik schrok nogal terug voor het thema ouderdom. Je bent toch geneigd te denken dat je twintig jaar jonger bent dan je werkelijke leeftijd en ik twijfelde of ik er wel aan toe was een film over oude mensen te maken. Maar toen ik verder las , merkte ik dat ik veel in de personages herkende en dat ik wel degelijk iets te melden had over dit thema. Je zou kunnen zeggen dat de film mij heeft geholpen mijn eigen leeftijd beter te aanvaarden.’

Met co-scenarist Ol Parker breidde Madden het oorspronkelijke verhaal uit met extra personages en verhaallijnen. ‘Het gaat te ver om de film autobiografisch te noemen, maar hij voelt heel persoonlijk omdat ik er situaties in heb verwerkt die ik van dichtbij ken. Van ouderen die compleet zijn vastgeroest in hun patronen, die gebukt gaan onder geheimen of een rol spelen die eigenlijk niet bij ze past. Het Indiase hotel waar de filmpersonages in terechtkomen, valt vies tegen, maar de exotische change of scenery zorgt er wel voor dat ze hun leven weer eens onder de loep nemen. De film is een pleidooi om eerlijk te blijven en je grenzen te blijven verleggen, om niet op te houden met leven alleen maar omdat je een bepaalde leeftijd hebt bereikt.’



Judi Dench
Een van de nieuwe bewoners van het ‘Best Exotic Marigold Hotel’ is Evelyn, die na de dood van haar man niet wil wegkwijnen in een Brits bejaardentehuis. Haar vertolkster Judi Dench (1934) zegt wel een aantal dingen met Evelyn te delen: ‘Ik sta wat anders in het leven, minder afhankelijk, maar heb ook mijn man verloren, elf jaar geleden, en zie mezelf ook niet in een bejaardentehuis wonen. De westerse neiging om ouderen in een kamertje te stoppen waar ze de hele dag televisie kunnen kijken en we geen last van ze hebben, vind ik afschuwelijk. In India en andere exotische culturen gaat dat veel respectvoller, dat heeft mij altijd aangesproken. Toen mijn man nog leefde, hebben we op zeker moment een groot huis gekocht waar we met de complete familie introkken. We hebben daar twaalf jaar met z’n allen gewoond, tot mijn moeder en schoonmoeder overleden. Nu nog woon ik samen met mijn dochter en kleinzoon in één huis.’

Ook de set in India had iets van zo’n gemeenschap, vertelt Dench. ‘De meeste acteurs hadden al regelmatig samengewerkt, dus het was een vertrouwd, gezellig clubje. Net of we samen op vakantie waren. Of onze leeftijd vaak ter sprake kwam? Nee zeg, daar praat je toch liever niet over. Ik vind het ook heel verklaarbaar dat er weinig films worden gemaakt over ouderdom – jonge mensen willen daar nog helemaal niet over nadenken, en als je zelf oud bent word je al veel te veel geconfronteerd met alle ouderdomsperikelen. Tijdens een avondje uit wil je daar even niet aan denken. In dat opzicht vind ik deze film dapper en goed geslaagd, met precies de juiste toon: wel eerlijk, maar niet te zwaar. Je moet vooral niet vergeten een beetje om het leven te blijven lachen.’

Bill Nighy
Acteur Bill Nighy (1949), die ook een van de Britse pensionado’s speelt, vindt de hele discussie over ouderdom in films een beetje onzinnig: ‘Wat mij aansprak in het scenario was het gegeven dat mensen in zo’n uitheemse cultuur worden bevrijd van angsten en vooroordelen. Dat is een onderwerp dat sowieso belangrijk is, ongeacht je leeftijd. Ze zeggen dat tieners ooit zijn uitgevonden door een marketingafdeling; volgens mij geldt dat voor ouderen net zo goed. Die marketingblik heeft onze samenleving de laatste decennia enorm veranderd. Zodra je buiten de hoofddoelgroep valt tel je opeens nog maar half mee. Ik moet zeggen dat ik zelf helemaal niet met de ouderdom bezig ben. Of ik ooit met pensioen ga , daar heb ik nooit serieus over nagedacht – ik ga het liefst improviserend door het leven. Natuurlijk besef ik wel dat ik in een bevoorrechte positie verkeer: ik heb niet te maken met een gedwongen pensioen en bezuinigingen en de kans dat je tegen je zin in een tehuis wordt gestopt. Het heerlijke aan mijn baan is dat je ermee kunt doorgaan tot je erbij neervalt: zolang je nog een paar woorden kunt uitspreken en een beetje kan lopen, kun je blijven acteren.’



Wordt het acteren met de jaren ook makkelijker? Nighy vindt van niet: ‘Ervaring wordt in dit vak overschat; je moet jezelf elke dag weer opnieuw uitvinden. Aan het begin van mijn carrière maakten twee adviezen grote indruk op mij. Ik hoorde Laurence Olivier in een interview zeggen: om goed te kunnen acteren is honderd procent zelfvertrouwen vereist. En Rod Steiger zei: je moet branden van passie voor het vak. Nou, ik wilde meteen wel ophouden, want ik had nul procent zelfvertrouwen en het vak vond ik gewoon wel leuk. Heel veel is er sindsdien niet veranderd. Ik houd van afwisseling, dus doe graag mee aan een grote film als Pirates of the Carribean, maar als ik dan op zo’n set word voorgesteld aan Johnny Depp terwijl ik in een belachelijk rood clownspak wordt gehesen waar dan later nog een monster overheen moet worden geanimeerd, heb ik nog steeds de neiging heel hard naar het vliegveld te rennen. Natuurlijk gaat het ook wel eens goed en kijk je met enige trots terug op een prestatie, maar dat is ook zo als je jong bent. Nee, ouder worden verandert eigenlijk helemaal niks.’