Un amour de jeunesse, de derde speelfim van de dertigjarige Française Mia Hansen-Løve, gaat over een hartstochtelijke liefde die diepe sporen nalaat in het leven van twee tieners. Een zeer persoonlijke film, lichtte de regisseur toe op het IFFR: ‘Net als de hoofdpersonen geloof ik absoluut in de eeuwige liefde.’

Mia Hansen-Løve: ‘Ik besef dat het liefdesverhaal in Un amour de jeunesse een haast universeel karakter heeft, maar ik probeer mijn films uniek te maken door er veel persoonlijke ervaringen in te verwerken. Een thema dat ik bijvoorbeeld nog niet vaak in andere films had gezien, is het verband tussen lijden en scheppen dat in dit verhaal een belangrijke rol speelt . Camille, de hoofdpersoon, vindt haar roeping nadat ze haar eerste liefde is kwijtgeraakt en daar heel intens verdrietig over is geweest. Soms moet je door een diep dal gaan om te groeien en inspiratie te vinden.’

Camille vindt troost in architectuur. Vanwaar die specifieke kunstvorm?
‘ Zoals gezegd blijf ik graag dicht bij mezelf. Het ging me te ver om een filmmaker van Camille te maken, maar ik zocht wel een kunstvorm voor haar die daar raakvlakken mee heeft. Architectuur heeft iets abstracts en spiritueels, maar is tegelijk nuchter en concreet. Precies wat Camille na die wanhopige periode nodig heeft. De architectuur is voor haar een openbaring. Zoiets heb ik zelf op die leeftijd ook meegemaakt: toen ik zeventien was stond ik voor het eerst als actrice op een filmset [van de film Fin août, début septembre – RdG]. Dat maakte iets in me los wat ik nooit eerder had ervaren.’

Tijdens die opnames raakte u ook verliefd op regisseur Olivier Assayas, met wie u sindsdien een relatie hebt. Dat overkomt Camille ook: zij wordt verliefd op haar veel oudere architectuurdocent. Is het niet vooral die liefde die zo’n impact heeft?
‘Nee, bij mij kwam eerst die ontdekking van de cinema. Daarna volgde pas de liefde. Ik denk dat je eerst jezelf moet vinden voordat je echt in staat bent je open te stellen voor een ander. Dat zie je ook in de film: eerst ontdekt Camille de architectuur, daarna pas de docent. Hun eerste ontmoeting heb ik bewust heel terloops gefilmd; de liefde ontstaat pas geleidelijk, wanneer zij er klaar voor is.’

Zulke autobiografische elementen zullen veel kijkers nieuwsgierig stemmen naar uw privéleven. Vindt u dat niet vervelend?
‘Nee, dat kan me weinig schelen. Om de film te begrijpen is het absoluut niet nodig om iets over mij te weten. Ik snap het wel, het is altijd verleidelijk om een kunstwerk te vergelijken met de kunstenaar, maar uiteindelijk wordt een werk daar nooit significant beter of slechter van.’

Je proeft het wel, als kijker , dat er veel persoonlijks in de film is gestopt.
‘Ja, mensen herkennen authentieke details, dat is precies de reden waarom ik zulke persoonlijke verhalen wil vertellen. Ik heb niks met formules en archetypen; ik zou nooit een echte genrefilm kunnen maken. Ik heb ook nooit een filmopleiding gevolgd of boeken gelezen over scenarioschrijven, maar werk puur vanuit mijn intuïtie. Daardoor hebben mijn films een fragmentarisch karakter – ik film alleen de scènes die ik zelf belangrijk vind, wat daar tussendoor gebeurt moet de kijker zelf maar invullen. Volgens mij worden kijkers vaak onderschat, er wordt altijd zoveel uitgelegd in films. Het is helemaal niet erg als je af en toe iets mist, dat houdt je juist betrokken. Er moet iets te raden overblijven. Een beetje mysterie.’

Gelukkig helpt u de kijker wel door af en toe een kalender of zo te laten zien, zodat we de verstreken tijd kunnen inschatten.
‘Terwijl dat eigenlijk helemaal niet is bedoeld als handreiking naar de kijker. Ik houd erg van specifieke details, daarom noem ik graag heel concrete tijden en plaatsen. Dit is niet zomaar een liefdesverhaal dat zich overal en altijd had kunnen afspelen, nee, het is heel bewust gesitueerd.’

Toch zijn die tijdsaanduidingen prettig, want de acteurs lijken in de kleine tien jaar die de film bestrijkt niet ouder te worden . Was dat een bewuste keuze?
‘In de cinema kun je heel veel suggereren, maar mensen overtuigend ouder maken lukt bijna nooit. Ik heb een hekel aan artificiële elementen in films, die leiden zo af. Ten slotte besloot ik het maar niet eens te proberen – liever géén namaak dan slechte namaak. Ik had natuurlijk wel voor een iets oudere actrice kunnen kiezen, die zowel door kon gaan voor vijftien als twintig, maar ook dat is zo’n filmtruc waar ik niet van houd. Een jong, onervaren meisje moet eruitzien als een jong, onervaren meisje. Daar komt bij dat ik uit eigen ervaring weet dat je heel snel volwassen wordt op een filmset. We hebben de film min of meer chronologisch opgenomen, en ik had er alle vertrouwen in dat Lola Créton, de hoofdrolspeelster, tijdens de laatste scènes heel anders uit haar ogen zou kijken dan aan het begin. En zo gebeurde het ook.’

Het heeft ook wel iets poëtisch dat de hoofdrolspelers er later in de film nog steeds zo uitzien als de pubers in het begin.
‘Ja, daar hoopte ik op . In een ander soort film zou dat misschien raar zijn geweest, maar hier vond ik het wel kunnen, omdat ze heel erg vasthouden aan die jeugdigheid.’

En aan het idee van de eeuwige liefde. Gelooft u daar zelf ook in?
‘ Absoluut. Anders had ik deze film nooit kunnen maken. Al mijn films gaan daarover. Ik weet dat veel mensen het een naïef idee vinden, maar dat is prima, ik ben er niet opuit om iemand te overtuigen. Het is een geloof dat mij met de paplepel is ingegoten, en tot nog toe heb ik nooit een reden gehad om er afstand van te nemen.’

Meer over Un amour de jeunesse