'Het wordt ook weleens tijd', antwoordt Uwe Boll zelfverzekerd als hem wordt gevraagd naar de voor zijn doen zeer positieve kritieken op Rampage, zijn nieuwste film, waarin een ogenschijnlijk doodnormale jongen een bloedbad in zijn woonplaats aanricht.

De verguisde, markante filmmaker, die de afgelopen dagen in Amsterdam was ter ere van de 26ste editie van Imagine: Amsterdam Fantastic Film Festival, wordt alom gezien als een van de slechtste regisseurs aller tijden (vier van zijn films staan in de IMDB Bottom 100 ), maar zelfs de grootste Boll-hater kan na het zien van het zeer degelijke Rampage nog onmogelijk volhouden dat de Duitser de Ed Wood van zijn tijd is.

Met Heart of America (2003) maakte u al eerder een film over jongeren die een bloedbad aanrichten. Wat fascineert u daaraan?

'Ik weet het eigelijk niet. Ik vind vooral het moment interessant waarop iemand buiten de maatschappij stapt, en iets vreemds doet. Heart of America ging over geweld op scholen, waarbij ik probeerde uit te zoeken waarom dat soort moorden in Amerikaanse scholen plaatsvinden. Rampage is denk ik meer een actiethriller, met een cynische twist.'

Bij massamoorden zoals die in de film zou waarschijnlijk gelijk verwezen worden naar gewelddadige videogames of films...
'Het is compleet absurd om te denken dat iemand zoiets doet omdat hij gewelddadige films kijkt, of naar Rammstein luistert. Dat is ook de reden waarom in Rampage helemaal niet te zien is of hij videogames speelt, of gewelddadige films kijkt. Anders zou men dat meteen gebruiken om zijn gedrag te verklaren. Het is het goedkoopste excuus van een samenleving om gamers of filmmakers de schuld te geven.'

Rampage gaat uiteindelijk vooral over hebzucht . Een vorm van maatschappijkritiek?
'Ja. Wat Bill (de moordenaar , -red.) eigenlijk zegt is: ik ben succesvol omdat ik meedogenloos ben. Vooral de financiële crisis heeft ons geleerd dat misdaad uiteindelijk loont. Als je meedogenloos genoeg bent dan kan je ermee wegkomen.'

Dacht u al aan de financiële crisis toen u het script schreef?
'We hebben de film opgenomen voor de echte explosie, maar ik zag het al wel aankomen. Er waren al zichtbare signalen dat de Amerikaanse huizenmarkt op springen stond. Het was een absurde situatie die toen al uit de hand aan het lopen was. Dus ja, dat speelde wel degelijk mee in het maken van deze film.'

De lovende recensies van Rampage moeten u vast veel voldoening hebben geven...
'Jazeker, ik ben blij dat mensen toegeven dat het een goede films is. Ik vind niet dat ik hiervoor eerlijk beoordeeld ben. Ik praat dan niet over de slechte recensies, maar over de systematische wijze waarop ik in de media en vooral online werd afgemaakt. Het is tijd dat dat stopt. Het was misschien leuk voor tien jaar, maar het moet nu toch wel langzaam afgelopen zijn.'

Denkt u ooit van het stigma van 'de nieuwe Ed Wood' af te komen?
'Ik denk het niet. Ik ben mij ervan bewust dat er altijd mensen zullen zijn die mij haten, en mensen die mij geweldig vinden. Er is niet echt een andere optie in mijn geval. Ik hoop alleen dat het iets gebalanceerder wordt, dat 50 procent van de mensen mijn films geweldig vinden en de andere helft ze haat. Nu is het vaak 20/80. Het probleem is ook als je een hele goed film hebt gemaakt, mensen het uiteindelijk alleen maar aardig vinden, omdat het een Uwe Boll-film is. Ze hebben moeite om toe te geven dat het fucking great is, omdat ik het heb gemaakt .'

Er zitten natuurlijk ook voordelen aan het label 'slechtste filmmaker aller tijden'...
'Absoluut. Het voordeel is dat veel mensen mij in ieder geval kennen. Ron Howard – zijn broer Clint speelde in een aantal van mijn films – zei eens tegen me: 'Uwe, je moet het zo zien, iedereen kent je. Steven Spielberg weet wie je bent, ik ken je, Michael Bay haat je. Niet veel regisseurs zitten in die positie, en je moet hopen dat je daar in de toekomst baat bij hebt.''

De bokswedstrijden met een aantal filmjournalisten hebben uw bekendheid ook geen kwaad gedaan...
'Inderdaad. Ron Howard zei daar ook nog over: 'Geloof mij, iedereen in Hollywood heeft dat gezien. Ze denken nog steeds dat je gek bent en ze willen nog steeds geen serieuze zaken met je doen, maar ze bewonderen je wel dat je die critici verrot hebt geslagen. Want dat wil eigenlijk iedereen wel doen.'