De Maleisische filmmaakster Charlotte Lay Kuen Lim (1981) zegt net als de personages in haar speelfilmdebuut My Daugther moeite te hebben om te communiceren met andere mensen. De onvolwassen moeder en haar verwaarloosde dochter in de vrijwel dialoogloze film praten eigenlijk nooit met elkaar, emoties worden onderdrukt. Lim: ‘Ik hou van stilte.’

Idee?
‘Ik wilde een film maken over een ongebruikelijke moeder-dochter relatie. Ik groeide zelf op in een traditionele Chinese familie, waar de jongens veel meer liefde kregen, zo ook mijn broer. Ik hou van mijn ouders, maar ik hebt toch ook haatgevoelens jegens hen. Daar wilde ik iets mee doen.’

Malekka?
‘De stad waarin de film zich afspeelt, Malekka, is een toeristische kustplaats en sommige delen van de stad staan op de werelderfgoedlijst van Unesco, maar dat wilde ik juist niet laten zien. Het paste niet bij de film. Ik heb niks tegen die delen van de stad, maar ik wilde geen toeristische film maken.’

Invloeden?
‘Ik heb niet echt één grote inspiratiebron, maar een aantal van mijn favoriete regisseurs beïnvloeden mij wel onderbewust. Robert Bresson, Bruno Dumont, en ook Hou Hsiao-hsien zijn voor mij hele belangrijke filmmakers. Hun invloed zie je denk ik vooral terug in het trage ritme van mijn film.’

Amibities?
Lachend: ‘Die heb ik niet. Ik plan niet echt wat ik in de toekomst ga doen. Wel hoop ik nog een tweede film te maken. Ik ben al bezig met een script, over een doodgewone man die een leguaan opeet, waarna er allemaal vreemde dingen gebeuren. Ook vind ik het assisteren van andere regisseurs erg leuk. Zo werkte ik al samen met Tsai Ming-liang en Ang Lee. Ik leer altijd van andere filmmakers, of ze nu jong of oud zijn.’

Filmen in Maleisië?
‘Het verkrijgen van subsidie voor artistieke films is net als in andere landen denk ik erg lastig. Het is in Maleisië vooral erg moeilijk omdat de regering arthousefilms niet steunt. Film is in Maleisië vooral vermaak, de mensen zijn niet op zoek naar films die lastiger te verteren zijn.’