Schandaalsucces in Cannes, maar in Nederland ‘straight to dvd’. De enige kans het marteldrama Martyrs op het grote scherm te zien is tijdens het Imagine filmfestival. Regisseur Laugier over zijn arthouse horrorfilm: ‘Alles in mijn film is een metafoor.’

Veel actrices werden boos toen regisseur Pascal Laugier (1974) ze het script van Martyrs opstuurde. ‘Ze weigerden me te ontmoeten,’ herinnert de jonge Fransman zich. ‘Zeiden dat het martelporno was en gaven me het gevoel dat ik iets smerigs had geschreven. En hun agenten vertelden me in mijn gezicht dat ik moest oprotten met die troep. Toen wist ik zeker dat ik iets controversieels in handen had.’

Dat het controversieel was klopte. Martyrs draaide vorig jaar in Cannes en was een schandaalsucces. ‘Ik was er zelf niet bij, maar kreeg ineens allerlei mailtjes. Mensen vonden het of fantastisch of verschrikkelijk. Het was: Masterpiece, of Piece of Shit.’

Martyrs begint als een achtbaan. De eerste helft is een aaneenschakeling van bloederigheid en geweld, gevolgd door een even gruwelijk, maar meer contemplatieve tweede helft. We zijn getuige van het lijden van de jonge Lucie, die als kind gevangen werd gezet en gemarteld, en sindsdien wordt achtervolgd door demonen. De enige die ze – enigszins – vertrouwt is Anna, met wie ze als kind in een weeshuis heeft gezeten.

Laugier kan zich niet herinneren waar het idee voor de film precies vandaan kwam, maar wel hoe hij zich voelde toen hij het scenario schreef. ‘Boosheid was mijn katalysator. Ik was boos om persoonlijke redenen, en op de maatschappij. En niet alleen op zaken als Abu Ghraib, maar op de wereld waarin we leven. De competitie, het kapitalisme, het machogedrag. Het hele systeem.’

Uiteindelijk reageerden toch voldoende actrices op de rol. Laugier koos voor twee relatief onbekende namen: Mylène Jampanoï (als Lucie) en Morjana Alaoui (als Anna). ‘De een half Chinees, en de ander uit Noord-Afrika. En beiden worden gemarteld door blanken. Dat is geen toeval. Alles in mijn film is een metafoor.’

Als voorbereiding op de film repeteerde het drietal eerst maanden in de woning van Laugier in Parijs. ‘We speelden geen scènes uit de film. We improviseerden en maakten elkaar aan het huilen en aan het lachen. Het was een soort workshop voor extreme emoties. Met als doel dat met name Mylène me zo ging vertrouwen dat ze in mijn aanwezigheid zou kunnen huilen. Want tijdens de opnamen moest ze soms twaalf uur per dag, zes dagen per week huilen.’

Martyrs doet in gruwelijkheid niet onder voor bijvoorbeeld Irréversible en Haute tension, van landgenoten Gaspard Noé en Alexandre Aja. Toch wil Laugier van geen Franse ‘extreme horror wave’ weten. ‘Extreme cinema bestaat al decennialang. In Japan is het martelen van vrouwen zelfs een apart genre. Mijn film is niet extreem, het is eerder dat de films van tegenwoordig liegen over de werkelijkheid. Iedereen weet dat we leven in zware tijden, maar de meeste films proberen ons dat juist te laten vergeten.’

Ook voor de doorgewinterde horrorfan moest Martyrs een uitdaging zijn. ‘Ik ben de laatste tijd nogal teleurgesteld door films die voor horrorfans gemaakt worden. Het is steeds dezelfde film, met steeds dezelfde beelden; zombies en vampiers. Ik wilde het publiek laten nadenken over wat het genre eigenlijk te bieden heeft.’

Laugier had een duidelijk beeld van zijn publiek. ‘Mezelf, toen ik zestien was en de tegencultuur ontdekte. Toen ik voor het eerst werk zag van regisseurs als Carpenter, Pasolini en Cronenberg ; die me iets lieten voelen bij een film. Die emoties en beelden opriepen die ik nooit meer zou vergeten. De energie van Martyrs moest de zelfde zijn als bij Salo van Pasolini. Dat je iets ziet wat je eigenlijk niet wil zien. Dat is tegencultuur, en dat is wat horror zou moeten zijn. Maar al lang niet meer is.’

Martyrs is sinds kort verkrijgbaar op dvd en alleen tijdens Imagine op het grote doek te zien op:
18 april, 16:10 uur | Tuschinski 4
20 april, 21:50 uur | Tuschinski 6
22 april, 22:00 uur | Tuschinski 4