Het Nederlands Film Festival bestaat 25 jaar. Om dat te vieren zijn vanaf deze week in meer dan twintig filmtheaters 25 weken lang films te zien die een of meerdere Gouden Kalveren wonnen. Wat is eigenlijk de waarde van die Gouden Kalveren, en hoe is het om er één te winnen? Cinema.nl vroeg het drie Kalfwinnende regisseurs: Jean van de Velde, Ben Sombogaart en Eddy Terstall.

Jean van de Velde, won Gouden Kalveren voor De kleine blonde dood (1993) en Lek (2000):
'De prijs, net als zo'n Libris-prijs voor literatuur, is natuurlijk een beetje bizar. Omdat het te maken heeft met jury's, meningen. Maar ik vond het wel erg leuk om 'm te krijgen. Toen De kleine blonde dood een Gouden Kalf voor beste film kreeg, dacht ik: Verrek, er is iets gelukt.

Als je het ziet in de hiërarchie van wat het leukst is... Volle zalen zijn het leukst. Zo simpel is het leven volgens mij. De hoogste prijs die ik voor mijn gevoel gehaald heb, waren twee sneak previews van All Stars die ik bijwoonde. Dat was dus voor de film in de bioscoop kwam. Dan zit je in een volle zaal, en komt het logo van het Nederlands Fonds voor de Film op het scherm. In 1997, de laagtijdagen van de Nederlandse film mag ik wel zeggen. Dan hoor je mensen in de zaal al mopperen: Klote, ik wil mijn geld terug. Een paar lopen weg, de meesten blijven zitten, want een film uitlachen is ook leuk. En dan merk je dat de zaal geboeid wordt. Op bepaalde momenten voel je aan de energie van de zaal dat je ze te pakken hebt. Een Kalf winnen is een goede tweede.

Het is een vergelijkend warenonderzoek door mensen die van de hoed en de rand weten, en smaak hebben. Als je dan wint, geeft het absoluut voldoening.
Aan het begin van het festival ga je onwillekeurig nadenken over welke films dat jaar een kans maken. Maar ik lig er niet wakker van, hoor. Het is vrolijke onzin.

Ik heb verder weinig gemerkt van positieve gevolgen van het winnen van een Kalf . Misschien is het een beetje statusverhogend. In de buurt waar ik woon hebben ze niets met film, maar als ik gewonnen hebt, weten de winkeliers het. Dan zeggen ze: 'Nou, weer een mooie prijs gewonnen hè? Maar je krijgt het brood nu niet gratis hoor!'

Het heeft een landelijke bekendheid, dat vind ik heel goed. Het is alleen jammer dat er geen consistentie zit in de uitzending op televisie van de uitreikingen. Het ene jaar wordt het live uitgezonden, het andere jaar weer niet. Dat zou beter kunnen. Al zijn we in Nederland niet zo goed in het ontvangen van prijzen. Als je het vergelijkt met de Oscars: daar kunnen ze er nog een traan om laten, en overleden familieleden aanroepen. Dat is pas drama.'

Ben Sombogaart, won Gouden Kalveren voor Het zakmes (1993), Abeltje (1999) en De tweeling (2003):
'Die drie films waren al succesvol geweest op het moment dat ze bekroond werden. Dat is anders dan wanneer je een Kalf krijgt voor een film die in Utrecht in première gaat, dan is het spannender , want je weet niet wat de mening van de jury zal zijn, en de jury is ook niet beïnvloed door de publieke opinie. In mijn geval was het die drie keren een bekroning. Ik heb zelf ook eens in de jury gezeten, toen zagen we de prijzen voor Nynke en De grot niet als bekroning, maar als stimulans. Je hoopt dat het etiket 'Gouden Kalf-winnaar' zorgt voor meer aandacht voor die films.

Jurylid zijn is vooral leuk omdat je gedwongen wordt om in twee weken twaalf, dertien Nederlandse speelfilms te bekijken, waarvan je een aantal nog niet gezien hebt. Met de andere juryleden stel je criteria op, een stuk of tien punten, waarover je gaat praten. Maar als je geëmotioneerd raakt of wordt geroerd door een film, valt dat niet onder een bepaald criterium - maar het telt wel zwaar mee.

Ik ben vaker in de race geweest voor het Gouden Kalf. Ook voor tv-producties. Er is elk jaar wel een nominatie. Genomineerd zijn is ook helemaal niet leuk - daar moeten zitten, en als je een beetje verstand van zaken hebt, kun je aan het begin van de avond al zien dat jij het niet wordt, omdat je zitplaats zo is uitgekozen dat je niet makkelijk naar voren kunt komen. Het is trouwens niet al te lastig om uit te vinden of je wel of niet gewonnen hebt, daar zijn allerlei kanalen voor. Er zijn zo veel mensen die het weten... Ik weet bijvoorbeeld dat iemand als Alex van Warmerdam het verdomt om te komen als hij niet zeker weet dat hij gewonnen heeft.

Gouden Kalveren kunnen helpen bij volgende producties. Drie Gouden Kalveren op je cv staat leuk. Vooral mensen die indirect bij het filmen betrokken zijn, zoals financiers en subsidiegevers, zijn er gevoelig voor. Zeker als je een lange lijst met prijzen hebt. Dan durven mensen eerder ergens in te stappen, of geld te geven.

Ik zie de Gouden Kalveren vooral als onderdeel van de verkoop en marketing van de Nederlandse film. Die films moeten onder de aandacht van een zo groot mogelijk publiek worden gebracht. Het scheelt veel als de uitreiking op televisie wordt uitgezonden. Als dat niet gebeurt, is er niet meer dan een lullig berichtje in de krant. Dan wordt het een feestje voor insiders, die veren in elkaars reet duwen.'

Eddy Terstall, won Gouden Kalveren voor Simon (2004):
'Als ik thuiskom, vind ik het wel leuk om die twee dingen te zien staan. De film heeft vier Kalveren gewonnen, waarvan er twee voor mij waren. Een paar jaar eerder, met De boekverfilming, schreven de kranten vooraf dat die film alle Kalveren zou winnen. Toen kregen we maar één nominatie. De meeste prijzen gingen naar The Delivery. De co-producent van die film was toen voorzitter van de jury. Toen nam ik het niet meer zo serieus, die Kalveren. Maar ja, als je dan wint, neem je het wel weer serieus, zo zit een mens nu eenmaal in elkaar.

We hadden voor Simon zes nominaties. Dat Cees een Kalf voor beste acteur zou krijgen en ik eentje voor regie had ik wel verwacht. Alleen het Kalf voor beste film was afwachten. En de Publieksprijs was niet te voorspellen, dat was een nek-aan-nek- race met In Oranje.

Met Hufters en hofdames hadden we twee nominaties. Niks gekregen. Bij De boekverfilming vonden we daarna dat we er wel een paar hadden moeten winnen, zeker gezien de concurrentie van dat jaar. Maar je zit dan net met een jury waarin iemand zit die een ontzettende hekel heeft aan de hoofdrolspeler, en bij binnenkomst al zegt: die film krijgt in elk geval niets. Ik noemde al die co-producent die juryvoorzitter was, maar het is tegenwoordig ook bijna onmogelijk om juryleden te vinden die helemaal niets met één van de films te maken hebben.

Of die Gouden Kalveren het makkelijker maken een volgende film te maken, moet nog maar blijken. Met Vox Populi, de volgende film die ik ga maken, zit ik nu in het subsidiecircuit. Het lijkt me dat ik sowieso wel eens aan de beurt ben om met een normaal budget te kunnen werken.

Wat ik raar vind, is dat er geen Kalveren voor bijrollen bestaan, voor mannelijke en vrouwelijke bijrol. Verder is er voor bijna alles een Kalf. Ik zou ervoor willen pleiten dat het ingevoerd wordt. Het kost je vijf minuten ceremonie en twee Kalveren. Daar kun je een heleboel mensen blij mee maken.

Het is een leuk spelletje, die Gouden Kalveren. Vanwege het sportelement. Het is natuurlijk heel subjectief, want hoe kun je een kinderfilm nou vergelijken met een tienerfilm of met een serieuze film. Maar je kunt moeilijk overal een categorie voor verzinnen.

De Gouden Kalveren voor Simon waren prominent in het Journaal. Dat werd lekker opgeblazen. Maar er zou op televisie een vast stramien voor de uitreiking moeten zijn. Maar ja, tegenwoordig is al niet eens zeker op welk kanaal de wedstrijden van het Nederlands elftal te zien zijn.'