De Japanse filmmaker Naomi Kawase was tijdens IFFR 2004 in Rotterdam om de première van haar film Shara bij te wonen.

Vijf jaar na de verdwijning van de jongen Kei hebben zijn ouders en tweelingbroer Shun het verlies nog steeds niet verwerkt. De introverte Shun kan met zijn verdriet niet bij vader en moeder terecht, en vindt het ook lastig om er met zijn vriendinnetje Yu over te spreken. Yu op haar beurt moet in het reine zien te komen met het feit dat ze niet door haar echte moeder is opgevoed. VPRO Cinema sprak met regisseur Naomi Kawase, die in haar film veel ruimte wou maken voor de spirituele kant van het leven.

Je geeft geen verklaring voor de verdwijning van de jongen. Waarom niet?
'Het doet er helemaal niet toe waarom hij is verdwenen. Het gaat om de realiteit daarna, over hoe de ouders en de broer met het verlies omgaan. Wat dat verlies met hun zelfbeeld doet, met hun kijk op de wereld.'

Is de film autobiografisch?
'Nee, tenminste niet in de directe zin. Ik heb één kind, en dat zit nu nog in mijn buik. Terwijl Yu in de film te horen krijgt dat haar moeder niet echt haar moeder is, bleek ik zelf een andere vader te hebben. Bovendien stierven mijn ouders en grootvader toen ik heel jong was. Dus ik weet precies hoe het voelt om als kind je dierbaren te verliezen, en heb dat gevoel in mijn film verwerkt.'

Waarom heb je daarbij voor een documentairestijl gekozen?
'Ik wilde een verhaal vertellen dat zich in het heden afspeelt, en daarbij de nadruk leggen op het gevoel en de spirituele kant van het leven. Die aspecten moesten ook tijdens de opnamen vrij spel krijgen. Er moest plaats zijn voor spontane interactie tussen cast en crew, tussen mij en mijn cameraman, enzovoort. Ik wilde niemand mijn wil opleggen. Iedereen die aan de film meewerkte had veel vrijheid, zodat de omstandigheden van het moment tot de film konden doordringen. Dat kan alleen met een semi-documentaire stijl. Aan de andere kant: vrijheid is een moeilijk begrip wanneer je een film maakt. Ik luister naar alle ideeën die leven bij mijn medewerkers, maar ik kies uiteindelijk zelf.'

Je laat bij het filmen dus ruimte voor de omstandigheden van het moment. Heb je zelf voor de regen gezorgd die tijdens de lange dansoptocht losbarst, of was dat een geschenk uit de hemel?
'We hebben chronologisch gefilmd. Het feest is echt en vond alleen op die dag plaats. Maar we moesten per se regen hebben. Dus hebben we regen gemaakt.'

Je film speelt zich af in een rustige buitenwijk. Waarom heb je voor die setting gekozen en niet, zoals veel Japanse regisseurs, voor de grote stad?
'Die omgeving voelt voor mij het meest vertrouwd aan, omdat ik er mijn jeugd heb doorgebracht. We hebben de opnamen gemaakt op de plek waar ik ben geboren en opgegroeid. In de stad is het leven hectisch en gehaast, het spirituele krijgt daar geen kans. Buitenwijken vormen eigenlijk een soort platteland in de stad, hoewel ook daar grote veranderingen plaatsvinden. Die veranderingen heb ik bewust buiten de film gehouden, om een geïdealiseerd leven te kunnen tonen: een rustig leven, dat niet individualistisch en gefrustreerd is, en dat wel degelijk de ruimte biedt voor een spirituele kijk op de dingen.'

Is het in zo'n omgeving gebruikelijk om van een bevalling een familiegebeurtenis te maken, zoals je aan het eind van je film laat zien?
'Tegenwoordig vindt 35 procent van de bevallingen in Japan in ziekenhuizen plaats. De geboorte wordt er van begin tot eind gekanaliseerd, en dat vind ik niet goed. Een kind hoort in de familie ter wereld te komen, en daarom laat ik dat ook zo zien.'

Ga je zelf thuis bevallen?
'Dat is wel de bedoeling.'

Meer over Shara