Je moet het maar durven: de verfilming van de jeugdserie aller jeugdseries. Regisseur Jean van de Velde (Lek, De kleine blonde dood) stak Floris in een moderner jasje. Fantasierijk moest het worden, 'geen zompig middeleeuws ridderverhaal'.

Een dag na het interview belt regisseur Jean van de Velde nog even op. Of hij iets kan toevoegen. De vraag waarom hij films maakt had hem overvallen en hij was niet tevreden met het antwoord dat hij had gegeven. 'Vanochtend las ik in de Volkskrant een interview met documentairemaker Albert Maysles. Die zegt dat voor hem de bepalende factor de liefde is die hij in het proces heeft gestoken. Films maken is voor mij ook een manier om liefde kwijt te kunnen. Voor het proces, én voor de personages. Ga maar na. Lek eindigt met de omhelzing van de hoofdpersoon van vrouw en kind. En De kleine blonde dood met de tekst Ik hou van je. Een regel die niet in het boek van Boudewijn Büch stond en ook niet in het script. Die heb ik er later aan toegevoegd. Sommige makers worden gedreven door haat, en ik - het klinkt heel pathetisch - word gedreven door liefde. Als je het hebt over een boodschap, is dat mijn boodschap.'
Die liefde zit ook in Floris, het door Van de Velde geregisseerde vervolg op de populaire jeugdserie uit 1969 van Paul Verhoeven. Het scenario voor de film werd in eerste instantie geschreven door Gerard Soeteman (die ook de tv-versie schreef), en later herschreven door Van de Velde. Centraal in de nieuwe versie staat de relatie tussen Floris, kleinzoon van de ooit door Rutger Hauer gespeelde koene ridder, en de mysterieuze Pi, een jongensachtig meisje dat samen met Floris allerlei avonturen beleeft.
Van de Velde: 'Pi was al verzonnen door Soeteman, maar die vond dat de held nooit iets met een meisje mocht krijgen. Dat leek me onmogelijk. Ze trekken maanden met elkaar op en dan ontstaat er toch iets.'

Wat veranderde u nog meer?
'Er zaten mij iets te veel oude mannen in het eerste script. Floris en Pi moesten het opnemen tegen de vijanden van zijn grootvader: Van Rossum, de Sergeant en Grote Pier. Ik verving ze door hun kinderen. Minstens zo gemeen, maar wat vlotter ter been. En Kleine Pier werd een vuilbekkend viswijf, dat door haar macho-vader werd opgevoed als jongen.
Plot van de film is de zoektocht naar een heilig relikwie, een van de spijkers waarmee Christus aan het kruis werd genageld. Het is de laatste hoop van de Hertog van Bourgondië, de baas van Floris, in zijn strijd tegen de gemene Hertog van Gelre.
Ook beide hertogen waren in eerste opzet vijftigers, maar ik dacht: wie gelooft er nog in de magische kracht van een spijker? Een kind, natuurlijk! En daarom werd de Hertog van Bourgondië twaalf jaar. En als je een kind kiest, moet daar een boze heks tegenover staan. Zo kwamen we op Linda van Dijck en hadden we geen Hertog, maar een Hertogin van Gelre. Ik wilde van Floris geen zompig middeleeuws ridderverhaal maken, het moest veel fantasierijker zijn , meer een middeleeuws sprookje.'

Was Soeteman blij met uw aanpassingen?
'Misschien wel het spannendste moment van de hele productie was voor mij het moment dat ik mijn versie aan Gerard [Soeteman] liet lezen. Ik had wat veranderingen doorgevoerd, grappen verzonnen. Spannend voor kinderen, maar ook leuk voor hun ouders. Gelukkig was Gerard positief. Hij vertelde me dat hij hard had moeten lachen.'

In de nieuwe versie is Floris een toneelspeler die niet wil vechten, ook uw idee?
'Zo stond het al in Soetmans script, maar ik maakte het allemaal nog wat erger. De film begint met de jonge Floris in het stuk 'De ridder en het nonnetje'. Bij Soeteman speelde Floris de ridder, maar ik laat hem natuurlijk het nonnetje spelen. Haha. En als zijn vader hem na afloop met de nepborsten ziet, bijt hij hem toe dat hij de naam Floris onwaardig is en noemt ie hem spottend Titus.'

Uw hoofdpersonages hebben het wel vaker zwaar. Waarom die vernedering?
'Het is voor mij een manier om de kijker van je hoofdpersoon te laten houden. In Lek zet ik Cas Jansen bij de seksuoloog en laat hem opscheppen over zijn seksuele prestaties. Maar zijn vrouw fluit hem genadeloos terug. Zes keer per week? Eerder drie keer per maand. Als kijker lijd je met zo'n jongen mee. Dat schept een band.'

Ook Floris begint een beetje als watje.
'We hebben hem in het begin ook nog een gebroken zwaardje opgespeld, maar dat werkte niet, dat zag je niet goed, en inzoomen zou te nadrukkelijk worden. Maar het klopt, de jonge Floris wil helemaal niet vechten. Hij is een beetje een moederskindje. Zijn vader en grootvader vertrokken steeds naar het slagveld en dan zat de kleine Floris thuis bij zijn moeder.'

Niet bang dat kinderen moeite zullen hebben zich met hem te identificeren?
'Dat kan. Maar het was een bewuste keus dat hij pas bij de zoektocht naar het relikwie begint te vechten. En pas in de allerlaatste scène pakt hij een zwaard. Hij is immers geen beroeps.'

Gelukkig voor hem wordt hij geholpen door Pi.
'Kinderen vinden Pi geweldig. Sindala [het hulpje van Floris in de televisieserie] had destijds ook een grote aanhang. We hebben kinderen bij test-screenings gevraagd wie ze wilden zijn. Pi en Floris scoorden ongeveer even hoog, overigens op de voet gevolgd door Kleine Pier.
Tijdens de montage maakten we lijstjes van de heldhaftige acties van zowel Pi als Floris en kwamen erachter dat Pi de overhand begon te krijgen. Dat hebben we rechtgetrokken, want er komt een moment dat Floris voorop moest gaan lopen en zij achter hem aan.

Pi wordt gespeeld door Birgit Schuurman, de Zus Van. Een geïnspireerde keus.
'We hebben alle actrices bekeken die iets Oosters hebben. Birgit was het mysterieust. We hebben ook Nadja Hüpscher getest, maar zij is toch meer het type dat je ín de problemen helpt en niet eruit. Jennifer de Jong was ook een kanshebber.'

En voor Floris?
'Op een gegeven moment hadden we nog een drietal acteurs over. Johnny de Mol deed een heel goede screentest, maar hij kwam te sterk over. Te street wise. Hij heeft toch iets van Amsterdam-Oost aan zich kleven. Waldemar Torenstra [Gerrit in Ja zuster, nee zuster] was ook lang in de race, maar die vonden we toch te Hollands. Uiteindelijk werd het Michiel Huisman, omdat ie een gevoelige kant heeft, en tegelijkertijd ook heel geloofwaardig is als held.'

Floris is een productie van Johan Nijenhuis en Alain de Levita, de jongens achter Costa! en Volle Maan. Hoe was de samenwerking?
'Heel goed. Ik heb ze van tevoren wel gezegd dat het voor mij van essentieel belang is dat ik met plezier op de set sta. Dat wil niet zeggen dat ik overal mijn zin in moet krijgen, wel dat ik plezier aan het maken moet kunnen beleven. Anders kan ik niets verzinnen. Met de tering in je lijf ben je niet creatief.'

Wat ontstond er zoal op de set?
'Als de hertogin in het water valt komt ze boven en is haar grootste irritatie dat haar enorme haardos is ingezakt, bijvoorbeeld. Of Kees Boot [Sergeant junior ] die in de gracht aan het watertrappelen is en langzaam zinkt, maar zo dat je nog wel heel lang zijn vingers ziet. Dat beeld herinnerde ik me ineens van de zwemlessen van mijn eigen zoon.'

Wanneer beschouwt u Floris als een succes?
'Wanneer er voldoende gezinnen naartoe gaan die er opgewonden weer uitkomen. Ik hoop stiekem op een miljoen, maar kerstmis is een drukke tijd. Gelukkig zijn er dit jaar geen Harry Potter of Lord of the Rings.'

En als het een succes wordt, krijgen we dan Floris 2, of een nieuwe televisieserie zoals bij All Stars?
'Ik denk het niet. All Stars kreeg een eigen tv-serie , omdat je daarvoor niet veel meer nodig hebt dan een voetbalveld en een kleedkamer. Bij Floris zit je aan kastelen vast, en dan nog al die kostuums. Ik denk niet dat we dat kunnen betalen.'