Heeft het filmfestival van Cannes nog steeds dezelfde status en allure als vroeger? Is er in de loop der jaren veel veranderd? Hoe zit het met de beroemde glamour? En maakt een Gouden Palm nog enige indruk op het Nederlandse bioscooppubliek? Vijf Nederlandse filmprofessionals aan het woord.

Claudia Landsberger (40+) van Holland Film, opgericht ter promotie van de Nederlandse film in het buitenland (begint aan haar 16e festival):
' Cannes is nog steeds het belangrijkste festival ter wereld. Als ik een lijstje moest maken zette ik Cannes op één, Berlijn, Venetië en Toronto samen op twee en Rotterdam en Locarno op drie.

Verschillen met Berlijn en Venetië zijn bijvoorbeeld dat in Cannes ook Azië en Amerika massaal vertegenwoordigd zijn, en dat álles er wordt verkocht: ook genres als Kung Fu, porno en action & adventure. Het festival is alleen nog maar groter geworden en verder geprofessionaliseerd. Het is tegenwoordig echt het festival van de grote bedrijven en corporate belangen.

Vroeger liepen er nog wel eens wat cowboys en gelukszoekers rond. Van die figuren die in één klap heel veel geld hadden verdiend en dan in een regenboogkleurige Rolls Royce kwamen langsrijden. Dat zie je niet meer, behalve misschien in de pornohoek.

Mijn werk, lobbyen, speelt zich voornamelijk af in de namiddag tijdens de cocktailparty's. Daar praat ik met potentiële kopers, de internationale pers, festivals... Wat betreft korte films, animatie, documentaires doet Nederland het goed, maar het is waar dat de Nederlandse speelfilm het nog altijd van een enkele uitschieter moet hebben.

Voor Nederlandse regisseurs is het heel moeilijk om een naam op te bouwen. Als ik al gevraagd wordt naar een specifieke regisseur, gaat het nog steeds over Jos Stelling of Alex van Warmerdam. De glamour van Cannes? Daar merk je weinig van als je er zelf werkt. Aan het eind van zo'n avond heb ik gewoon pijn in mijn voeten en wil ik alleen nog maar een pizza eten en naar bed .'

Pieter van Lierop (57), filmcriticus (29e festival):
'Ik denk niet dat het belang van Cannes als festival in de loop der jaren is veranderd. Het was vroeger natuurlijk een stuk kleiner, maar de andere festivals ook. Toen ik begon had Venetië heel weinig betekenis. Door de enorme schaalvergroting is in Cannes wel de sfeer veranderd.

Eigenlijk is dat voor ons journalisten een jaar of tien geleden begonnen toen mevrouw Fargette ermee ophield, de oude perschef. Die kende iedere journalist bij naam, en we werden door haar ook allemaal persoonlijk voorgesteld aan de burgemeester van Cannes.

In mijn begintijd werd er in Frankrijk nog wel eens gestaakt, dan gingen we met de Nederlandse journalisten lekker op het Plage des Sports zitten. Daar had je een strandpaviljoen waar de obers Nederlands spraken. Dat soort dingen kan nu niet meer.

Ook het werk is wel veranderd. Je had vroeger gewoon veel minder films, wat inhield dat je na afloop het idee had dat je wist wat er speelde. Nu voelt het vaak alsof je maar wat gaten in de lucht aan het schieten bent.

Ook herinner ik me nog goed de Franse typemachines waar we op moesten werken. Hadden een andere letterindeling, dus je teksten stonden vaak vol met fouten en dan moesten ze ook nog op de telex worden gezet door iemand die geen Nederlands sprak. Tegenwoordig zit je lekker rustig met je laptop op je hotelkamer.

Maar voor de rest is Cannes voor een journalist slopend: constant kijken en schrijven, kijken en schrijven, en voor je interviews moet je vaak drie, vier keer bij een publiciteitsagent langs, en dan nog eens van hotel naar hotel tussen de meute door in de brandende hitte. Ik sta er van te kijken als ik collega's dan naar zo'n pornofestivalletje zie gaan of naar het casino. Zou ik niet eens tijd voor hebben.'

René Mioch (44), programmamaker (23e festival)
'Sinds ik in 1978 voor het eerst in Cannes kwam, heb ik het festival een paar keer zien veranderen. In het begin was het echt een Frans festival met de nadruk op artistieke films. Midden jaren '80 nam de glamour van Hollywood het over, en de laatste jaren heb ik de indruk dat ze naar een soort mix tussen die twee zoeken. Door heel slim de premières van artistieke en commerciële films af te wisselen. Of door met artistieke films toch sterren op het festival te krijgen, zoals nu de openingsfilm Fanfan la Tulipe.

Best bijzonder, want dat is een echt Frans verhaal. Maar wie speelt er mee in die film? Penelope Cruz. Zul je zien dat straks toch Tom Cruise (haar echtgenoot - HC) de trap af komt. Of Lars von Trier. Die bracht twee jaar geleden Björk mee en dit jaar Nicole Kidman.

Ik richt me vooral op die glamour-kant van Cannes. Peter van Bueren (filmrecensent van de Volkskrant - red.) heeft wel eens tegen me gezegd: ik kijk naar de films voor de Volkskrant-lezer en mijn familie kijkt naar jouw programma. De anonimiteit die Van Lierop beschrijft heeft ook veel te maken met de toegenomen macht van de acteurs in Hollywood. Die zijn tegenwoordig veel belangrijker dan regisseurs en producenten, en zíj zijn het die overal beveiliging eisen en ervoor zorgen dat alles steeds ontoegankelijker wordt. Terwijl ik in 1978 Jack Nicholson nog gewoon op een terrasje zag zitten.'

San Fu Maltha (44), mededirecteur van A-Film, de grootste onafhankelijke filmdistributeur van Nederland (13e festival):
'Als je praat over het belang van Cannes, maken wij distributeurs een onderscheid tussen de marktkant en de festivalkant. Op markten ga je films kopen. Op festivals ga je films bekijken die je eventueel wilt kopen of proberen om films die je al gekocht hebt publicitair onder de aandacht te brengen.

Cannes is het belangrijkste festival ter wereld en na de American Film Market in Los Angeles één van de belangrijkste markten. Het is ook het enige festival waar iedereen naartoe gaat ... bioscoopexploitanten, mensen uit de videohoek.

De belangrijkste verandering van de laatste tien jaar vind ik de verzakelijking, waardoor het voor ons veel harder werken is geworden. Vroeger kon je nog vertrouwen op je relaties. Toen wist je dat een producent een film wel aan je zou verkopen omdat je zijn klant was. Of omgekeerd: dat een klant jouw film wel zou nemen. Dat is niet meer zo. Zelfs de onafhankelijke markt is een slangenkuil geworden sinds de Amerikanen er de dienst uitmaken.

Tegenwoordig zie ik Cannes dan ook puur als een etalage waar ik in zeven dagen mijn slag moet zien te slaan. Het moment van kiezen is cruciaal. Als je misgokt en je koopt een film die niemand wil hebben zit je met de gebakken peren.

Of een Gouden Palm nog veel invloed heeft op de belangstelling? In België wel, maar in Nederland niet. Wij zijn toch veel meer op Amerika gericht. Wel is het zo dat een film in Cannes nog steeds een platform kan krijgen. Bowling for Columbine ging naar Cannes als ' een' documentaire, en kwam er als meer dan een documentaire weer vandaan.'

Alex van Warmerdam (50), filmmaker, was één keer in Cannes met zijn film Kleine Teun:
'Mijn ervaringen met Cannes zijn eh... gemengd. Ik vond alles er nogal amateuristisch georganiseerd. Ik zou bijvoorbeeld aan een discussie meedoen na de vertoning van de film, dus ik vroeg aan zo'n man: moeten we even regelen dat de lichten op tijd aangaan enzovoort. Nee, dat hoefde niet, en vervolgens liep het helemaal in het honderd. En na het diner waar de directeur van het festival een praatje hield zat iedereen daar maar, we werden verder niet aan elkaar voorgesteld.

Ik vind het nog steeds jammer dat De Noorderlingen niet is geselecteerd voor Cannes; die had daar moeten draaien. Wel positief was de exposure: Kleine Teun is destijds aan meer dan twintig landen verkocht.

Maar verder vind ik Venetië als festival veel leuker. Daar gaat het meer om de films. Iedereen kan er gewoon een kaartje kopen, dus de zalen zitten vol met filmstudenten en dat soort mensen. En ik heb meer met de stad, de mensen, de wijn. Daar moet je het als gast toch een beetje van hebben, want films zie je zelf niet.

Wat waarschijnlijk ook meespeelt is dat ik in Venetië bij de première van Abel door het publiek als een Romeinse keizer werd toegejuicht. Voor Grimm, mijn nieuwe film, komt Cannes te vroeg, dus die zal waarschijnlijk ook naar Venetië gaan. Maar je weet het nooit: de nieuwe directeur daar schijnt een humorloze Duitser te zijn.'