Met het gangsterepos Road to Perdition levert regisseur Sam Mendes weer een ouderwets rijke Hollywoodfilm af. Met formidabele acteurs - naast hoofdrolspeler Tom Hanks als meedogenloze killer zien we onder anderen Paul Newman als gangsterbaas - en dramatische muziek. Op het festival van Venetië, waar de film zijn Europese première beleefde, gaven Mendes en Hanks een toelichting.

Na zijn overdonderende debuut American Beauty (1999), over de crisis in de suburbs van middle class America, verrast de Britse regisseur Sam Mendes (37) nu met Road to Perdition. Het is een radicaal ander soort film, gesitueerd in de Ierse onderwereld van Illinois en Chicago aan het begin van de jaren dertig. Tom Hanks is Michael Sullivan, een strenge echtgenoot en huisvader, maar ook een meedogenloze killer.

Bij een van de liquidaties in opdracht van gangsterbaas John Rooney (Paul Newman) is Sullivans oudste zoon toevallig getuige. Sullivan is opgevoed door Rooney en beschouwt hem als surrogaat zoon. Rooney's echte zoon, Connor (gespeeld door Daniel Craig), beziet de relatie tussen zijn vader en Sullivan met afgunst. Hij lokt Sullivan in een val en doodt diens vrouw en jongste kind. Uit wraak start Sullivan samen met zijn overgebleven zoon een kruistocht tegen Connor en zijn vroegere mede-bendeleden.

Road to Perdition is een prachtig drama, schitterend gefotografeerd. Een bijna ouderwets rijke Hollywood-productie, met formidabele acteurs en meeslepende muziek. Op het filmfestival van Venetië, begin september, beleefde Road to Perdition (Perdition is niet alleen de naam van een stadje, maar betekent ook hel, verdoemenis) zijn Europese première.

Regisseur Sam Mendes en hoofdrolspeler Tom Hanks gaven een korte reeks interviews in tot kleine televisiestudio's omgebouwde zaaltjes in het Excelsior-hotel op het Lido van Venetië. Professioneel, zonder poespas, beantwoorden ze in een persoonlijke ontmoeting vragen over de ontstaansgeschiedenis van Road to Perdition.

Regisseur Sam Mendes karakteriseert zijn, voor een Hollywood-productie somber getoonzette film, als een gangsterepos en een familiedrama. 'Het is fifty-fifty , hoewel de familiebanden het verhaal sturen. Maar aan de andere kant was het ook mijn ambitie een serieuze gangsterfilm te regisseren, het soort film dat je de laatste jaren nauwelijks meer in de bioscoop ziet. Ik laat niet zomaar een fantasiewereld zien. Het verhaal speelt in de jaren van de Depressie en wordt bevolkt door lieden die moorden zien als een gewone baan.'

Road to Perdition is geïnitieerd door de producent Richard D. Zanuck en zijn zoon Dean. Mendes: 'Bij het eerste gesprek met de producers heb ik geprobeerd erachter te komen hoeveel vrijheid ze me zouden geven. Ik wilde geen eindeloze dialogen. Ik wilde het verhaal in een simpele, visuele stijl vertellen. Tijdens de ontmoeting raakte ik ervan overtuigd dat ze niet een ander soort film van me verlangden dan ik in mijn hoofd had. En ik heb ze ook meteen gezegd dat ik niet in de eerste plaats filmsterren zou casten, maar vooral serieuze acteurs, zoals Jude Law als fotograaf en moordenaar en Jennifer Jason Leigh als echtgenote van Hanks .'

Het scenario, gebaseerd op een comic strip van Allan Collins, werd geschreven door David Self. Mendes, die vergelijkingen trekt tussen zijn film en Giant en Once upon a time in America: 'Waarom ik in het verhaal geïnteresseerd was? Ik hou van verhalen over de intriges binnen een familie. Zowel in American Beauty als in Road to Perdition heb ik geprobeerd het verhaal zoveel mogelijk door zowel de ogen van een kind als van een volwassene te vertellen. In beide films leren de kinderen de volwassenen iets over henzelf. Tot ik zelf vader ben geworden, zie ik de wereld nog steeds door de ogen van een kind.'

' Eigenlijk draait het in de film om twee vaders die hun zonen beschermen. Je hebt aan de ene kant gangsterbaas Rooney en zijn zoon Connor. Rooney weet dat Connor gek is. Maar ten slotte tekent hij toch het doodvonnis van zijn geadopteerde zoon Sullivan. Sullivan beschermt zijn eigen zoon, uit angst dat hij in zijn voetsporen zal treden.'

Hanks kende het toneelwerk van de van oorsprong Britse Mendes (onder meer de Broadway-regie van The Blue Room en Cabaret), had American Beauty gezien, maar vroeg zich bij de eerste ontmoeting met de regisseur af hoe serieus Road to Perdition zou worden: 'Het moest geen pief-paf- poef-film worden, een gangsterfilm waarbij het eigenlijke drama geheel werd verdrongen door schietpartijen.'

Hanks als bad guy lijkt ook een beetje een breuk met eerdere rollen, met zijn imago als lieveling van middle America, als een moderne James Stewart. Een tikje brave, rechtschapen man, met het hart op de goede plaats.

Hanks ontkent een bewuste keuze te hebben gedaan: 'Ik geloof niet dat het een kwestie van tegendraadse casting is. Ik heb zoveel verschillende rollen gespeeld, van ruimtevaarder tot bewaarder die gevangenen naar de elektrische stoel leidt.'

Zelf noemt hij zich een intuïtieve acteur. 'Vroeger maakte ik allerlei aantekeningen in een script. Daar ben ik mee gestopt. Het gaat er nu vooral om veel te praten met een regisseur en met de andere acteurs. Waarom verbergt hij zijn pistool voor zijn zoon, waarom vraagt hij zijn kinderen te bidden voor het eten? Alles moet binnen mijn idee van het personage en zijn wereld passen. In een van de eerste versies van het scenario kwam in een van mijn dialogen het woordje "wraak" voor. Maar dat klopte gewoon niet bij mijn karakter, vond ik. Dan moet zo'n woord van mij ook absoluut worden geschrapt. Als ik dat allemaal heb uitgedokterd, groei ik vanzelf in een rol.'

De stijl van Road to Perdition, die werd gefotografeerd door de beroemde cameraman Conrad Hall (American Beauty, Butch Cassidy and the Sundance Kid, In Cold Blood, Marathon Man etc.) is plechtstatig. Mendes: 'Ik wilde er geen John Woo-film van maken, met allerlei balletten van geweld. Ik heb geprobeerd voor de twee vader en zoon-verhaallijnen een visuele stijl te zoeken die een beetje onrealistisch is. Een poetische en literaire stijl. Geen MTV-achtige montage, met snelle shotwissels. De camerarijders zijn tamelijk langzaam, veel gebeurt in de mise-en-scène.'

Aan het einde van de film heeft Road to Perdition nauwelijks dialoog. Mendes: 'De oorspronkelijke scènes hadden veel meer dialoog , maar ik heb de meeste gesprekken er in de montage uitgegooid. Ik heb steeds geprobeerd om weg te gaan van een stijl van filmen waarin de personages voortdurend toelichten wat ze doen en wat hen beweegt. Ik heb geprobeerd om de situaties te dramatiseren in plaats van steeds alles uit te leggen. Dat bleek soms behoorlijk lastig te zijn.'

De overstap van de bescheiden productie American Beauty naar het veel grootser opgezette Road to Perdition bleek voor Mendes geen peuleschil. Vooral het leiding geven aan een reusachtige ploeg van technici kostte hem aanvankelijk moeite: 'Het gaat er dan om jouw simpele idee voor zo'n film overeind te houden, ook met tientallen medewerkers die om je heen staan op de set. Achteraf had ik wel eens voor andere oplossingen willen kiezen . Soms wil je de camera gewoon aan de andere kant van de kamer neerzetten, maar je bent bang tijd en dus geld te verspillen. Terwijl het voor de uiteindelijke film beter zou zijn de camera te verkassen.'