Nog voordat de film te zien was, wond het internet zich op basis van de trailer al op over The Whale. Omdat ie fatphobic zou zijn. Iets wat regisseur Darren Aronofsky nou net niet wilde. “Voor ons was belangrijk dat overgewicht juist niet gebruikt zou worden als punchline.”

Een van de meest polariserende films van het afgelopen festival van Venetië was The Whale, de nieuwe film van de Amerikaanse regisseur Darren Aronofsky. Nu zijn de films van Aronofsky wel vaker polariserend, eigenlijk altijd, want de man houdt zich niet in. Al zijn films zijn extreem, de gevoelens zijn intens en de beelden overweldigend. Dat levert vaak meesterwerkjes op (Requiem for a Dream, The Wrestler, Black Swan), en soms vliegt hij gierend uit de bocht (mother!).

Eigenlijk is The Whale een van zijn meer ingetogen films. Dat hij toch polariseerde was vooral vanwege het onderwerp. De film gaat over Charlie, een driehonderd kilo zware man die zich letterlijk aan het doodeten is. Hij is de walvis uit de titel, al slaat de titel ook op de walvis uit Moby Dick, het boek dat een belangrijke rol speelt in de film. Tien jaar geleden liet Charlie zijn vrouw en achtjarige dochter in de steek toen hij verliefd werd op Alan. Maar onlangs pleegde Alan zelfmoord en nu eet Charlie zich doelbewust het graf in.

Wat polariseerde is dat Charlie niet gespeeld wordt door een driehonderdkilo zware acteur die net als Charlie gay is, maar door acteur Brendan Fraser, die en geen driehonderd kilo weegt (al zal ie de honderd wel halen) en ook niet gay is. En dat dik zijn in de film geassocieerd wordt met ongezond en ongelukkig. Wat bij Charlie ontegenzeglijk het geval is.

Het rumoer over The Whale ontstond al toen de trailer online werd vrijgegeven, ruim voor de première in Venetië. Wellicht daarom reageert regisseur Aronofsky enigszins geprikkeld op mijn eerste vraag tijdens het groepsgesprek in Venetië.

Hoe zorg je ervoor dat een film, die nadrukkelijk gaat over eerlijk zijn over jezelf, ook eerlijk blijft als het hoofdpersonage gespeeld wordt door iemand in een fatsuit?
Aronofsky: ‘Om te beginnen noemen wij het geen fatsuit, het is make-up. En alle acteurs gebruiken make-up in een film. Het tweede of derde belletje dat ik pleegde nadat ik besloten had dat ik de film ging maken, was naar make-up artist Adrien Morot. We werken al jaren samen en ik wilde weten of hij een echt en eerlijk personage kon maken met dergelijke make-up. Mijn belangrijkste eis was dat Brandans instrument – elke spier in zijn gezicht – niet beperkt zou worden. Adrien kwam met technieken die helemaal nieuw waren: een combinatie van protheses en digitale effecten die op Brendans gezicht werden gelegd maar hem totaal niet beperkten. Zodat de emoties die hij in zijn rol legt volledig tot hun recht konden komen.

Een van de vele facetten van Charlie is dat hij enorm veel overgewicht heeft. Maar voor ons was belangrijk dat zijn gewicht juist niet gebruikt zou worden als punchline. Wat eigenlijk de hele filmgeschiedenis al wel het geval is. Wanneer acteurs slecht gevormde schuimrubberen pakken aandoen en veranderen in wandelende grappen. Onze hoop is dat je vijf minuten nadat je Charlie voor het eerst hebt gezien voorbij dat lichaam kan kijken en met hem meeleeft, zoals je dat met ieder ander op de planeet zou doen.’

Brendan Fraser in The Whale

Waarom koos u Brendan Fraser?
‘Ik ben tien jaar bezig geweest met de casting van de film en heb in die tijd elke filmster wel in de rol van Charlie gezien, maar bij niemand had ik het idee: hij is het! En toen zag ik Brendan in de trailer van een oude low budget-film uit Brazilië [12 Hours until Sunrise, red.]. Ik kende hem niet goed als acteur. Ik kende zijn rol in The Mummy wel, maar heb bijvoorbeeld nog steeds zijn megahit George of the Jungle niet gezien. Maar toen ik hem in die trailer zag voelde het gelijk goed. En dat heeft Brendan inmiddels ook wel bewezen.’

U zag Samuel D. Hunters gelijknamige toneelstuk tien jaar geleden en wist toen al dat u er ooit een film van wilde maken. Wat sprak u aan?
‘Het stuk had personages die helemaal niet op mij leken, maar met wie ik me wel op een diepe manier verbonden voelde. Dat is het mooie van cinema, dat je jezelf gaat verplaatsen in heel iemand anders. Voor mij was dat niet alleen Charlie, maar ook zijn dochter Ellie, die heel boos op Charlie is, of zijn verzorger Liz. Iedereen in het stuk is zo mooi uitgedacht en zo complex. Neem Liz, die Charlie verzorgt maar voor hem ook bergen eten koopt, wat hem zijn leven kan kosten. Iets wat haar innerlijk verscheurt. Liz wordt gespeeld door Hong Chau, die tijdens de opnamen Charlie op een gegeven moment begon te slaan, ook al stond dat niet in het script. De eerste keer dat ik dat zag riep ik: “Wat doe je nu?” En Hong zei: “Vertrouw me maar.” Ik sprak erover met Sam, de schrijver van het scenario én van het toneelstuk waarop de film gebaseerd is, en al snel beseften we: dit is briljant! Hong is a fucking genius. Ga maar na, als iemand stervende is voel je als naaste ook pijn en boosheid, en die bracht ze op die manier prachtig naar de oppervlakte.’

The Whale in Rotterdam

The Whale is meerdere keren te zien op IFFR, onder meer tijdens de VPRO Preview- en Reviewdagen. Tijdens de vertoning op vrijdag 27 januari is Darren Aronofsky aanwezig voor een Q&A.

Meer over IFFR 2023 (25 januari t/m 5 februari)