Duitsland/​Denemarken 1958. Komedie van Arthur Maria Rabenalt. Met o.a. Karlheinz Böhm, Georg Thomalla, Antje Geerk, Annie Rosar en Hans Nielsen.

VPRO Cinema

Varensgezel Böhm ontdekt bij terugkomst van een lange zeereis dat zijn vriendin in Kopenhagen bevallen was van een jongen. Zij is in het kraambed gestorven. Haar moeder had zich ondertussen over de baby ontfermd. Böhm wil zelf voor zijn zoon zorgen en neemt hem mee naar het zeemanshuis, waar hij woont als hij niet vaart. Samen met ex-zeerot Thomalla vertroetelt hij de kleine, die inmiddels Bob heet. De kost aan wal verdienen door een deuntje te spelen, bevalt hem geen spat. Gelukkig komt de lieftallige Geerk op tijd langs, zodat Böhm de woelige baren weer kan kiezen. Ondanks het onwaarschijnlijke uitgangspunt, de dito finale en de combinatie van overdreven sentiment en humor, een netjes in elkaar gezet werkje, waarmee je bijna veertig jaar later geen hond meer de zaal in krijgt, zelfs niet met een stok. Scenario van F.M. Schilder en Grete Frische en camerawerk van Albert Benitz.

credits

Regie:
Arthur Maria Rabenalt
Cast:
Karlheinz Böhm, Georg Thomalla, Antje Geerk, Annie Rosar, Hans Nielsen, Irene Mann, Willy Maertens, Gerhard Frickhöffer, Eddi Arendt, Gerda Madsen, Svend Johansen
Muziek:
Bert Grund
Jaar:
1958
Alt. titels:
Haut einen Seemann doch nicht um, Das
Genres:
Komedie, Drama
Trefwoorden:
Melodrama
Landen:
Duitsland, Denemarken