Verenigd Koninkrijk/​Frankrijk/​Italië 1990. Horror van Tony Richardson. Met o.a. Burt Lancaster, Charles Dance, Teri Polo, Ian Richardson en Adam Storke.

VPRO Cinema

De zesde, wat overbodige, remake van de klassieker van Gaston Leroux, met Dance als een romantisch spook, dat er alles voor over heeft om zangeres Ferreol, echtgenote van de nieuwe directeur van de Parijse opera, te saboteren ten gunste van de mooie Polo die over een goddelijke stem beschikt. Lancaster is de ex-directeur die een uitstekende band had met het spook en Storke is de jonge graaf die verliefd is op Polo. Uiterst protserig in beeld gebrachte Europese co-productie die echter weinig spanning brengt. Bovendien wordt het gezicht van het spook nooit getoond. Acteerprestaties zijn aan de tamme kant. Arthur Kopit baseerde zijn scenario op zijn eigen toneelbewerking van de roman. Steve Yaconelli zorgde voor schitterende plaatjes. De zangstemmen zijn voortreffelijk ingedubd door gerenommeerde operasterren: Michèle LaGrange, Gerard Garino en Helia T'hezan met doeltreffende muzikale arrangementen van John Addison. Er bestaat ook een tv-versie van 180m.