Een huiveringwekkend horrorsprookje.

Vonken als een lucifer

Haar zestien jaar oudere zus heette niet écht Henne Vuur, schrijft Manon Uphoff (1962) ergens in Vallen is als vliegen (Querido). Ze vernoemde haar in deze roman op ‘autobiografische grondslag’ naar een van de formidabele in woede ontbrandende personages van Isaac Bashevis Singer. Reden? Toen zij, ooit haar ‘schaduwmoeder’, in 2015 vereenzaamd en uitgehongerd van een trap viel en stierf, ‘vonkte ze langs elke trede als een lucifer’ en deed de woede van de schrijfster/vertelster ontvlammen. Waarop die nu een lang onderdrukt gruweljeugdrelaas doet, inclusief (stief)vader Holbein die als wellustige Minotaurus kinderbedden bezocht.

Controversieel, wellicht. Maar met deze ogenschijnlijke mix van rauw jeugdtrauma en de lyrische metaforen van een huiveringwekkend horrorsprookje grijpt Uphoff je beslist bij de strot.