Richard Russo - De geluksvogel

Dirk-Jan Arensman ,

Campuskomedie vol midlifecrisisleed.

IJzersterk buitenbeentje

In een sleutelscène in De geluksvogel (Signatuur) van Richard Russo staat verteller William Henry Devereaux junior, pestkoppig afdelingshoofd Engels aan een flutuniversiteit in Pennsylvania, voor lokale tv-camera’s met een bril-met-nepneus-en-snor op het gezicht en een tegenstribbelende gans in zijn hand. ‘Vanaf maandag vermoord ik elke dag een eend, totdat ik mijn budget heb gekregen,’ luidt zijn dreigement. Geld wil hij zien, ‘anders ligt deze jongen maandagochtend gevuld met maïsbrood te marineren in sinaasappelsaus’.

Het is een buitenbeentje in het oeuvre van deze grootmeester van de Amerikaanse small-town blues: een heuse campuskomedie. Maar Russo’s vierde, na twintig jaar eindelijk vertaald, is wel een ijzersterk buitenbeentje.

Midlifecrisisleed, faculteitsstrubbelingen en andere teleurstellingen, gevat in een barrage aan slapstickkolder en Groucho Marx-achtige oneliners. Heerlijk.