Zijn zesdelige theaterprogramma Alle Toten fliegen hoch werkt acteur Joachim Meyerhoff gestaag om tot een literaire autobiografie. In de eerste drie delen groeit hij op in een Noord-Duits stadje waar zijn vader directeur is van een psychiatrische inrichting, verblijft hij een jaar bij een gastgezin in Amerika en volgt een theateropleiding in München waar hij bij zijn grootouders inwoont.

In het vierde deel, Zonder paniek geen paradijs (Signatuur), onderhoudt hij, inmiddels acteur bij gezelschappen in Bielefeld en Dortmund, tegelijkertijd relaties met Hanna, Franka en Ilse, een kunststuk dat op den duur natuurlijk spaak loopt.

Uitbundige overdrijving, gevoel voor absurdisme, rake beelden en genadeloze zelfspot vormen een schuimende cocktail. Meyerhoff is een groot verteller, die zijn doden springlevend maakt.