A. Moonen. Als hij zich voorstelde zei hij: ‘A punt Moonen.’ Wie vroeg waar de punt voor stond, kreeg ten antwoord: voor de punt. Het verhaaltje had in een boekje van Marc Kregting gekund dat Punt. Wat zeg je? (Vrijdag/Wablieft) heet. We gebruiken allemaal punten aan het einde van een zin. De zin is klaar. Marc Kregting vraagt zich in zijn verhandeling af wat die punt eigenlijk is, weet niet direct een antwoord en tapt vervolgens uit verschillende vaatjes om helderheid te verschaffen. Zo schrijft hij: ‘De punt blijft de werkloze van het alfabet. Eerst komen er 26 letters. Toch gaat hun inzet zonder hem verloren’. En: ‘De punt beweegt niet. Hij is de slaaf van de zin. Toch laat hij woorden bewegen.’
Wat is die punt eigenlijk?