De vertellende in Beatlebone (De Bezige Bij), de tweede roman van Kevin Barry, is John Lennon. De poplegende kocht in 1967 inderdaad een eilandje aan de Ierse westkust waarnaar hij hier, elf jaar later, wanhopig probeert terug te keren. Maar het verslag van die verwar(ren)de odyssee is eerder een lucide literaire ijldroom dan een simpele biografische-schets-vermomd-als-fictie. Dwarsgezeten door noodweer en paparazzi wordt de artiest-in-crisis onder de vleugel genomen door de mysterieuze chauffeur/gids Cornelius, die hem onder meer meeneemt naar een vervallen dorpspub en een bizarre primal scream-sekte. Maar belangrijker zijn de dialogen en lyrische zinnen, waarin Lennons stem meesterlijk wordt getroffen. Resultaat is een experimenteel en fragmentarisch portret. Alsof Joyce en Beckett samen in de huid van de Beatle kropen.
Een lucide literaire ijldroom.