Begin november vindt de dertigste editie van het internationale literatuur- en muziekfestival Crossing Border plaats. Vier dagen lang wordt het centrum van Den Haag weer overgenomen door meer dan tachtig hedendaagse schrijvers, dichters, spoken word artiesten, verhalenvertellers en muzikanten uit de hele wereld. De VPRO Gids stelt er vijf aan u voor.

PJ Harvey

Een natuurlijke progressie noemde PJ Harvey het afgelopen zomer in een interview in Rolling Stone om na al die jaren als songwriter ‘het ambacht van poëzie schrijven te leren’. Tijdens het werken aan haar geëngageerde meesterwerk Let England Shake (2011) raakte ze al in de ban van de war poets en hoe die ‘gewelddadige, lelijke zaken beschreven in gedichten van een grote schoonheid’. Vier jaar later debuteerde ze zelf als dichteres met de bundel The Hollow of the Hand. Terwijl ze na het voltooien van voornoemd album en het al evenzeer op de buitenwereld en het politieke landschap gerichte The Hope Six Demolition Project (2016) instinctief voelde dat ze terug moest naar een intiemere schaal. ‘Eén persoon, één dorp, één bos.’ 

Resultaat van die impuls én drie ouderwetse leerjaren onder de Schotse dichter Don Paterson is de ambitieuze roman-in-rijmende-verzen Orlam. Het verhaal van de negenjarige Ira-Abel Rawles, die we volgen in negenennegentig samen een jaar bestrijkende gedichten in het fictieve plaatsje Underwhelem (‘Voul village in a hag-ridden hollow./All ways to it winding, all road to it narrow.’) en het nabijgelegen Gore Woods, in Harveys geboortestreek Dorset. Of, althans, in een surrealistische volksverhalenversie van de West County, waar de alziende oogbol van Ira-Abels overleden lievelingslam Mallory-Sonny hoog in een iep dienstdoet als dorpsorakel en de gewonde soldaat Wyman-Elvis ronddwaalt als een ‘Love Me Tender’-zingende Christusfiguur. Harvey roept het (natuur)schoon en de duistere wreedheden van die plek op in ritmische zinnen geschreven in het plaatselijke dialect, vol woorden als ’twanketen’ (melancholie), ‘drisk’ (mist) en ‘hetful’ (heet); gelukkig wel vergezeld van een Engelse vertaling. (dja)  

Andrej Koerkov 

Succes is Andrej Koerkov, nu 61 jaar oud, niet komen aanwaaien. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als belangrijkste schrijver van Oekraïne, maar in de jaren tachtig was hij nog een gevangenisbewaarder in Odessa die na zijn studie Japans in zijn vrije tijd kinderboeken schreef in het Russisch. Hij had al bijna acht serieuze romans op de plank liggen, plus vijfhonderd afwijzingen van uitgevers, voordat hij in 1991 zelf zijn eerste roman uitbracht. Vanuit een boekenkraam in een drukke winkelstraat in Kyiv heeft hij nog zelf meegewerkt om het boek aan de man te brengen. Intussen heeft hij een paar bestsellers op zijn naam staan en worden zijn boeken in 37 talen gelezen.  

Koerkov werd geboren in Rusland en schrijft in het Russisch, maar hij woont al vanaf zijn kindertijd in Oekraïne. Hij is getrouwd met een Engelse en heeft drie kinderen. In zijn romans staat de surrealistische en uitgestrekte post-Sovjet-wereld centraal. Daarnaast ontwikkelde hij zich tot een gerespecteerd commentator in de internationale media, waar hij artikelen schreef over Rusland en Oekraïne. Door de Russische invasie, die hij niet had zien aankomen, moest hij halsoverkop naar het westen van het land vluchten. De bespiegelingen die hij toen aan het papier toevertrouwde, zijn nu in het Nederlands uitgebracht onder de naam Dagboek van een invasie.  

Nieuw in Nederland is ook zijn boek Grijze Bijen, over een imker die in de Donbasregio woont tijdens de burgeroorlog die daar jarenlang woedde. Het is geen toeval dat zijn boeken in Rusland allang niet meer worden verkocht. (fm

Vashti Bunyan

Je zou singer-songwriter Vashti Bunyan (1945) een vrouw van schitterend uitgepakte fiasco’s kunnen noemen. Haar debuutalbum, Just Another Diamond Day (1970), was ooit zo’n commerciële flop dat ze de Britse de muziekindustrie gedesillusioneerd de rug toekeerde en zelfs voor haar drie kinderen jarenlang geen noot meer zong. Totdat freak-folkartiesten als Devendra Banhart en Joanna Newsom haar breekbare liedjes eind jaren negentig begonnen te roemen als lichtend voorbeelden. De plaat verscheen in 2000 alsnog op cd, waarna Bunyan, gesterkt door de begeleidende jubelreacties, nog twee albums uitbracht. 

Acht jaar na de laatste daarvan, Heartleap (2014), concentreert ze zich in haar memoires Wayward (White Rabbit Books) op wat er aan dat ijle prachtdebuut voorafging. Op haar jeugd in Londen, of hoe The Rolling Stones-manager Andrew Loog Oldham haar vergeefs probeerde te lanceren als ‘de nieuwe Marianne Faithfull’. Maar bovenal op die wonderlijke reis die ze van 1968 ondernam. Met paard en wagen trokken Bunyan en haar toenmalige partner richting noordelijk Schotland, om zich aan te sluiten bij een door folkzanger Donovan op te richten kunstenaarscommune. 

Klinkt idyllisch? Dat paard Bess al bij het eerste bezoek aan de hoefsmid een zeker tien jaar oudere knol blijkt dan haar verkoper beweerde, is nog maar het begin van twee jaar vol tegenslagen. Na aankomst blijkt er van Donovans hippie-enclave weinig terechtgekomen. En uiteindelijk strandt het idealistische duo op het strengchristelijke Berneray, ‘twee idiote dromers, die het verkeerde eiland kozen om hun dromen op te verwezenlijken’. Een daverend misavontuur, maar het leverde wél de liedjes op die Bunyan ruim dertig jaar later alsnog roem zouden brengen. (dja

Daniëlle Zawadi 

Ik kan zien dat jij mij hebt gezien 

En jij kan zien dat ik zag dat jij mij zag 

Zo hoeven we ook niet meer te praten 

We houden elkaar in de gaten

Deze regels komen uit ‘Social media game’ van Daniëlle Zawadi. Voor literair tijdschrift De Gids maakte zij dit gedicht, dat ze trefzeker voordraagt in een muzikaal filmpje vol Instagramscreenshots. ‘Zo raak, meeslepend en van nu kan poëzie dus zijn,’ schreef VPRO Koos over het filmpje, dat voor iedereen die actief is op sociale media wel in mindere of meerdere mate herkenbaar zal zijn. 

De teksten van schrijver en spokenwordkunstenaar Daniëlle Zawadi (Kinshasa, 1999) gaan vaak over hoe het is om jong te zijn in Nederland als iemand van de tweede generatie, over haar Congolese roots, vriendschap en ouder worden. Zawadi heeft gepubliceerd in diverse literaire tijdschriften en stond op het toneel met haar onewomanshow Alstublieft, Zawadi – de titel verwijst naar haar achternaam, die in het Swahili ‘geschenk’ betekent.

Daniëlle Zawadi zette in haar thuisstad Den Haag ook haar eigen woordkunstplatform op: Het Zwarte Schaap. Wie goed luistert naar Zawadi’s voordracht, hoort aan haar tongval dat ze uit die stad komt. Over haar liefde voor Den Haag dichtte ze: ‘Houden van een stad is een vorm van zelfliefde: het bestaat alleen in meervoud. Want als ik het touw los zou laten, dan weet ik dat het niet de grond zou raken.’ (ce)  

Malvin Moskalez

De in Gent geboren singer-songwriter Malvin Moskalez (volgens zijn paspoort Niels Goethals, 1973) heeft een beetje cynisch gezegd goede verhalen voor de publiciteitsmachine. Zo greep de man die vlak voor Crossing Border debuteerde met het album For the Beauty Kept Inside ooit naar de akoestische gitaar om, nu zeventien jaar geleden, een motorongeluk te verwerken waarbij hij een onderbeen verloor.

Tot zijn grootste fans behoort sterfotograaf Stefan Vanfleteren, die niet alleen het portret voor zijn albumcover schoot, maar ook verschillende videoclips bij zijn songs registreerde; vol verstilde beelden van de langharige, grijsbebaarde, niet-zingende zanger. En dan is er ook nog zijn artiestennaam, die een eerbetoon is aan zijn beide grootmoeders. Aan Malvina Tweckhuizen die in zijn geboortestad een bruisend volkscafé dreef, een schril contrast met het ‘barre leven’ van zijn grootmoeder aan moederskant, de Russisch-Oekraïense(!) Tatjana Moskalez, die na twee wereldoorlogen in België belandde.

‘De dualiteit van pijn en plezier is iets waar ik ook mee leef,’ aldus zijn bio’tje. En zijn pseudoniem ‘een eerbetoon aan mijn roots, aan twee vrouwen zonder wie ik hier vandaag niet zou zijn’. Fraai allemaal, maar je vergeet het meteen zodra Moskalez begint te spelen en zingen. De begeleiding akoestisch en kaal, zelden meer dan een eenzame tokkelgitaar, terwijl zijn songs ondertussen niet aan de minsten doen denken. In ‘Ghost’ klinkt iets door van de fragiele kracht van Damian Rice, ‘The Shores’ en het instrumentale ‘Alone’ benaderen de warmte en sfeer van Eddie Vedders Into the Wild (2007). Terwijl het van woordloos falsetrefrein voorziene ‘Old Manslow’ dan weer naar weemoedige country neigt.

Mooie verhalen, práchtige stem. (dja

meer boekentips