Dertig jaar na zijn dood wordt Bernard Malamud nog maar zelden in één adem met Philip Roth of Saul Bellow genoemd. Goed nieuws daarom dat uitgever Meulenhoff De fikser uitbrengt in zijn ‘Schatkamerreeks’.

Het heeft wel iets van de berustende ironie van de eeuwige schlemiel, dat zinnetje dat Bernard Malamud (1914-1986) veertig jaar geleden in zijn dagboek noteerde. De dag, 21 oktober 1976, samengevat in een wrang klinkend contrast: ‘Bellow krijgt de Nobelprijs, ik win $24,25 met pokeren.’
Een beetje wrang als zure druiven ook, zou je geneigd kunnen zijn te zeggen, met een vaag vermoeden dat hier bittere jaloezie wordt weggelachen. Wat meer zegt over de mate waarin Malamuds literaire status sindsdien is afgebrokkeld dan over de intentie waarmee de schrijver dat goedmoedige grapje destijds gemaakt zal hebben.

Want als hij zijn goede vriend Saul Bellow het eerbetoon van de Noorse keuzeheren al een heel klein tikje misgunde, dan hooguit omdat de lauwerkrans voor hetzelfde geld op zijn eigen hoofd gezet had kunnen worden. Als schrijver die samen met Bellow en Philip Roth haast tot vervelends toe tot de Grote Drie van de Joods-Amerikaanse literatuur werd gerekend, en van dat drietal een tijdlang de meest prominente boven- dien.

Voor zijn eerste verhalenbundel, het nog steeds magistrale The Magic Barrel (1958), ontving hij meteen de Pulitzer Prize. Zijn vierde roman, The Fixer (1966), was een van die zeldzame boeken die niet alleen met die prijs maar ook met de National Book Award werden bekroond, en werd twee jaar later succesvol verfilmd. En ook zijn eerdere werk, het honkbalepos The Natural (1952) en The Assistent (1957) werden alom geprezen om de gepolijste stijl, de milde humor en invoelende melancholie waarmee hij daarin zíjn literaire werelden opriep. De wereld van mensen als zijn ouders, vaak: Joodse immigranten die in de Nieuwe Wereld van Brooklyn, waar Malamud in 1914 geboren werd en dat in veel van zijn werk het decor is, al sappelend een bestaan probeerden op te bouwen, net als zijn Russische vader in diens kleine kruidenierszaakje. Daarbij geplaagd door de economische malaise van de Grote Depressie, alledaags antisemitisme en de dreigende schaduw van de Tweede Wereldoorlog in het continent dat ze verlieten.

Verschillende covers van The Fixer

achterhaald gepruts

Malamud zette die ‘kleine luyden’ in zorgvuldige, realistische details neer, om hun verhalen tegelijk de universele gloed van fabels te geven; allegorieën met soms een vleugje magie en een subtiele maar onmiskenbare moraal. Waar het dan misging met zijn reputatie? Misschien wel bij de dubbele vadermoord die Philip Roth op hem pleegde, achteraf bezien. De toen nog betrekkelijk jonge literaire leeuw scheef in 1974 een essay in The New York Review of Books, ‘Imagining Jews’, waarin hij Malamuds personages als ouderwetse, sentimenteel en stereotype afserveerde, om hem vijf jaar later in The Ghostwriter op te voeren als de oudere schrijver E.I. Lonoff, die zijn leven suffig omschrijft als: ‘Ik draai zinnen om. Ik schrijf een zin en dan keer ik hem om. Dan kijk ik ernaar en draai hem nog eens om.’ Suggestie: achterhaald gepruts op de vierkante millimeter.

Meteen verschrompelen en verdwijnen deed Malamud daarop allerminst, maar dertig jaar na zijn dood moet men helaas constateren dat zijn naam nog maar zelden in één adem met die van Roth of Bellow wordt genoemd. Geruisloos van de Olympus gegleden, na een leven van noest schrijven en doceren aan scholen en universiteiten dat niet zwartromantisch ‘cool’ of avontuurlijk genoeg was voor een hyperige herontdekking.

Treurig gevolg: tot deze week was van zijn hele oeuvre in de Nederlandse boekhandel niets meer in vertaling te vinden en alleen een heruitgave van Alle verhalen (1998) online bestelbaar, voor de ramsjprijs van vijf euro.

Hij geeft zijn verteller, een eenvoudige ziel die domweg weigert het feit van zijn eigen onschuld te ontkennen, een stille, humane heroïek; laat de schlemiel uitgroeien tot op z'n minst een morele winnaar.

verpletterende roman

Goed nieuws daarom dat uitgeverij Meulenhoff De Fikser, op voorspraak van ‘curator’ Arjan Peters, uitbrengt in zijn ‘Schatkamerreeks’. Een verpletterende historische roman die de geest van de grote Russen ademt en tegelijk akelig actueel bleef. Het verhaal is dat van de Joods klusjesman Jakov Bok die in 1911, nadat zijn vrouw hem heeft bedrogen, zijn benauwende bestaan in de sjtetl waar hij geboren werd achter zich laat om zijn geluk in de grote stad Kiev te beproeven. Die als opzichter in een steenfabriek terechtkomt in de chaos van de van pogroms vergeven nadagen van het bewind van Tsaar Nikolaas ii, en lijdend voorwerp wordt in een kafkaëske nachtmerrie.

Kort na zijn aankomst wordt er namelijk een Russisch jongetje van twaalf om het leven gebracht dat, willen de kwaadaardige geruchten, slachtoffer werd van een rituele moord door ‘de Joden’ die zijn bloed gebruikten om matses mee te bakken. En Jakov, opgepakt voor een onbenullig vergrijp, is de zondebok die toevallig voorhanden is. Twee jaar lang wordt hij zonder officiële aanklacht vastgehouden, eindeloos verhoord en vernederd, en geconfronteerd met het meest bizarre, bij elkaar gelogen bewijsmateriaal.  
    
Malamud vertelt die beklemmende geschiedenis, overigens deels gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Mendel Beilis (1874-1934), meesterlijk. Hij roept de sfeer van xenofobie en paranoia indringend op, beschrijft de berekende manipulaties van Yakovs vervolgers (met openbaar aanklager Groebesjov als onvergetelijke schurk) en de ondergang van de redelijke, zachtmoedige onderzoeksrechter Bibikov die hem probeert bij te staan met de kalme, absurdistische vanzelfsprekendheid als het (nood)lot zelf. En bovenal: hij geeft zijn verteller, een eenvoudige ziel die domweg weigert het feit van zijn eigen onschuld te ontkennen, een stille, humane heroïek; laat de schlemiel uitgroeien tot op z’n minst een morele winnaar.

een schandaal

Of het genoeg zal zijn om Malamuds werk in Nederland te doen herleven? Te zorgen dat briljante verhalen als ‘De jodenvogel’ en ‘Salzman, de huwelijksmakelaar’ weer gelezen worden, al zijn romans herdrukt? Geen idee.
Hoopvol teken in de Engelstalige wereld: tal van jonge auteurs zongen de laatste jaren zijn lof. Aleksandar Hemon, Jhumpa Lahiri en Jonathan Safran Foer schreven lyrische voorwoorden. En toen de Brit Stuart Evans, binnenkort te zien op Crossing Border, in 2008 ontdekte dat Malamud ook in Engeland uit de boekhandel verdwenen was, schreef hij op de website van The Guardian: ‘Dat is niet jammer. Dat is niet onfortuinlijk. Dat is ronduit een tragedie. Een van ’s werelds grootste schrijvers door onze vingers laten glippen, hem op zo’n schaamteloze manier te negeren, is niet minder dan een schandaal.’

Bernard Malamud
The Fixer
Uitgeverij Meulenhoff
verschijnt op 3 november 2016