In Mijn zus en andere liefdes keert Esther Freud terug naar Bea en Lucy, de zusjes uit haar autobiografische debuutroman De kleur van henna, die in de jaren zestig met hun hippie-moeder door Marokko reisden. Zolang Lucy zich kan herinneren zit ze klem tussen haar liefde voor haar bohemien moeder en haar verknochtheid aan Bea, haar heftige, veeleisende zus. Van hun kindertijd vol omzwervingen tot hun rusteloze tienerjaren – liftend door het Ierse platteland, de verhuizing naar een soort commune – heeft ze moeten kiezen tussen twee zeer verschillende benaderingen van het leven. Wanneer de meisjes volwassen worden en zich wagen aan hun eigen experimenten – in de liefde, met drugs, werk, het moederschap – dreigt Bea steeds verder af te drijven. Kan hun trouw aan elkaar de beschadigingen overstijgen van een verleden dat bijna te gevaarlijk voelt om te onderzoeken?