Zat er iets in het water? Probeerden artiesten elkaar te overtroeven met gekkigheid? Hoe het ook zij, de jaren negentig waren een walhalla voor vreemde hits. Popjournalist Atze de Vrieze behandelt er vijf in podcastserie Weird Hit Wonder. ‘Dit is hem!’

‘Bij rapwedstrijden wilde ik wel iets goeds neerzetten. Wat overigens niet lukte, want ik werd altijd laatste.’

DJ MADMAN

Wat zeg je tegen een mooie vrouw om indruk op haar te maken? Niet dat ze mooi is, dat hoort ze elke dag. Nee, je zegt dat ze slim is, een bijzonder mens. Maar wat zeg je tegen een lelijk meisje? Want die bestaan ook, objectief lelijke meisjes. Wat zeg je dan? De waarheid? Met die gedachte speelt een van de grappigste en ondeugendste liedjes van de jaren negentig: ‘Meisje (zo lelijk als de nacht)’ van DJ Madman. Het is een van de vijf onderwerpen in de nieuwe VPRO-podcastserie Weird Hit Wonder. Een vrolijke serie over liedjes die niemand in de geschiedenisboeken wil opnemen, maar die om de een of andere reden in hun tijd verdomd populair waren.

Platenbaas in ruste is hij tegenwoordig, maar Riny Schreijenberg begint meteen te glunderen als hij aan de jaren negentig denkt. ‘Het was de mooiste tijd van mijn leven,’ zegt hij. ‘Amper slapen, vier uur per nacht je bed zien, alles wat we deden veranderde in goud en platina.’

Naar het model van de Amerikaanse autofabrieken van Ford – en daarmee ook van Motown, het label dat aan de lopende band hits produceerde – bouwde Schreijenberg begin jaren negentig een studiocomplex waar de ene na de andere plaat werd geschreven, gearrangeerd en opgenomen. Hij maakte zijn fortuin met Frans Bauer en Marianne Weber, maar Riny Schreijenberg had ook nog oor voor iets anders: gekke liedjes, curiosa. En daar was volop ruimte voor in de nineties. ‘Wat niet veel mensen weten, is dat wij ook de boeven waren achter De Dikke Lul Band. Die hadden een geinig nummer op de melodie van de “Radetzkymars” waarin 84.000 keer “dikke lul” achter elkaar werd gezongen. Ik weet nog dat ik bij René Froger in Ahoy zat, en net voor hij opkwam, schalde André Rieu door de zaal. Die héle zaal begon te zingen: “Dikke lul, dikke lul, dikke lul-lul-lul.” En toen kwam Froger. Jaaa, als ik daar nu nog aan terugdenk, lig ik helemaal plat van het lachen!’

Paul Jambers

Het lijkt soms wel alsof het niet gek genoeg kon in die jaren. Het ging van ‘Kaplaarzen’ en ‘De rode schoentjes’ naar ‘Busje komt zo’ en Irene Moors & de Smurfen, vaak van Nederlandse bodem. Wat is dat toch, dat in korte tijd zo veel rare liedjes een hit werden? Komt het doordat platenmaatschappijen elkaar probeerden te overtroeven met melige onzin? Was muziek maken te makkelijk geworden? Waren de echt goede liedjes op? De VPRO-podcast Weird Hit Wonder zoomt in op weirde hits van Mannenkoor Karrespoor, Ronald, Euromasters en One Day Fly, en op een hit waar Riny Schreijenberg per ongeluk tegenaan liep: ‘Meisje (zo lelijk als de nacht)’ van DJ Madman. ‘Op een dag verscheen een grappige jongen met een petje op bij ons aan de balie. Ik vond hem wel wat hebben, en hij liet me zijn demo horen. Het eerste liedje was niks, het tweede ook niet, maar het derde, dat was gewoon een hit. Of hij het opnieuw mocht opnemen in de grote studio. Nou nee, dat gaan we dus mooi niet doen. Dit is hem!’

‘Meisje’ was een bubbling-nummer, versnelde dancehall die kwam overwaaien uit Curaçao. Populair in steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, maar een paar jaar later was het dus een witte jongen uit Arnhem die de eerste échte hit scoorde met deze muziek. Geïnspireerd door – of all people – Paul Jambers, de Vlaamse chroniqueur van de zelfkant. ‘Met dit liedje wilde ik de jeugd iets geven,’ zegt DJ Madman. ‘Ik zat bij een zwagertje van me thuis, en toen kwam Jambers op tv met een programma over lelijke mensen. Diezelfde avond vroeg mijn zwager of ik nog wat leuke liedjes had liggen om mee te nemen op een zomerkamp. Ik had niks, maar die avond heb ik een liedje voor hem gemaakt. Dat was “Meisje”.’

Meisje, je bent zo lelijk als de nacht, je tanden zijn zo geel als een kanarievacht – dat is in het kort de strekking. Een soort omkering van standaardopeningszinnen in de kroeg. ‘Toen hij terugkwam dacht ik er al niet eens meer aan, maar hij zei: iedereen wil dat bandje van je hebben!’

Spontaniteit

Niet alleen het opportunisme van de platenmaatschappij, maar ook het spontane karakter van het liedje zelf is een terugkerend element van die zogenaamde weird hit wonders: bijna allemaal zijn ze in een uurtje geschreven. Een gek idee, in no-time uitgewerkt, voordat je kunt beslissen dat het toch te flauw is. En toch zijn het in de meeste gevallen ook nummers waar artiesten de rest van hun leven aan vast blijven zitten en waar wel degelijk een verhaal achter zit. Want DJ Madman meende het wel degelijk serieus met zijn liedje. Hij was een echte fan van bubbling, en hij probeerde al jaren mee te doen in een wereld die eigenlijk helemaal niet de zijne was. ‘Mijn beste vriend was Surinaams, dus ik zat helemaal in die cultuur. Ik vond de muziek heel leuk. Op een gegeven moment ben ik gewoon gaan rappen. Ik wilde me bewijzen, het was een soort omgekeerd racisme. Ik deed altijd mee aan rapwedstrijden. Dat waren allemaal donkere jongens, en als ik vervolgens kwam zag je iedereen toch kijken. Dan had ik wel de drang om iets goeds neer te zetten. Wat overigens niet lukte, want ik werd altijd laatste.’

Hoe het hem dan uiteindelijk toch lukte een bubbling-hit te maken die zelfs door DJ Moortje de clubs in werd geslingerd, is het verhaal van de eerste aflevering van de podcastserie Weird Hit Wonder.

Vanaf 21 oktober is podcastserie Weird Hit Wonder wekelijks te beluisteren op alle bekende platforms.

meer podcasttips