M’n lieve hondje
Ik ben een jongen van twaalf. Ik word op mijn school door iedereen gepest. Ze discrimineren me als de tering. Alleen omdat, denk ik, ik uit een ander land kom. Mijn naam gebruiken ze altijd. Dan zeggen ze: ‘Hoorde je dat, Burp, doe je dat thuis ook of zo?’ en dan kijken ze mij aan. Eerst moet je je huisdier meenemen. Mijn tekkel heet Søren. Toen zeiden ze: ‘Wossie nie seuru!’ Ze gingen ook met kluiten naar m’n lieve hondje gooien. Dit gedicht maak ik nu er onder een auto een einde aan zijn leven is gekomen:
Lieve Søren / Ik mis je
Hoe kon dit nou gebeuren / Nog een kusje
Börre
Heb je antwoord voor mijn problemen? Voor elke inzender een kadootje.
Börre Lynstrøm (12), Nigtevecht
Deze brief verscheen in maart 1998 op de ‘Achterwerk’-pagina van de VPRO Gids. Een hartenkreet vol ellende. Er kwamen dan ook ruim honderd reacties, die doorgestuurd werden naar de inzender. Er waren adviezen over hoe met pesters om te gaan, medeleven om het overleden hondje, harten onder de riem en misschien ook een paar mensen die benieuwd waren welk cadeautje ze zouden krijgen. Er was echter één probleem: deze brief was verzonnen. Hij werd geschreven door Ko van ’t Hek en zijn vriendje Jelle, twee twaalfjarige jongens die wel uit Nigtevecht kwamen, maar de brief uit hun duim hadden gezogen. Met discriminatie hadden ze nog nooit te maken gehad en ze hadden ook geen hondje dat overreden was. Wel hadden ze in de gaten dat dit thema’s waren waar de lezers van ‘Achterwerk’ altijd op aansloegen.
De goedbedoelde adviezen belandden op de zolder van Van ’t Heks ouders, in een plastic V&D-tas. Jarenlang dacht hij er niet aan, tot zijn moeder de tas tijdens een opruimbui weer tegenkwam. Hij was ontroerd door de liefde en steun die van de brieven uitging.
Wees er trots op dat je uit een ander land komt want volgens mij kom je uit Scandinavië en dat zijn toevallig wel hele mooie landen, waar veel aardige mensen wonen. […] Als laatste zou ik willen zeggen: kom voor jezelf op want, je bent zeker de moeite waard.
Veruit de meeste reageerders schreven niet voor het beloofde cadeautje, velen lieten weten dat ze het niet hoefden. De brieven waren uit pure compassie verstuurd. Meer dan 25 jaar na zijn eerste brief besloot Van ’t Hek de reacties toch recht te doen. Dat leidde tot het deze week verschenen boek Börre. Hierin vertelt hij wat het terugvinden van de brieven met hem doet. Er zit zelfs een brief van een Bekende Nederlander bij. Ook beschrijft hij zijn jeugd, hij legt opnieuw contact met Jelle en gaat op zoek naar zijn juf. Het boek geeft een beeld van het tijdperk waarin hij opgroeide: de periode vlak voor de digitale revolutie, toen kinderen flippo’s spaarden en naar muziekzender TMF keken. En de periode waarin ‘Achterwerk’ een van de belangrijkste plekken was waar kinderen steun en advies konden krijgen.
Het boek gaat vooral over de beleving van Van ’t Hek. Hij legt niet uitgebreid contact met de mensen die hem destijds van advies voorzagen, maar in een speciale aflevering van de podcast Achterwerk moet hij de confrontatie wel aangaan. Hij gaat in gesprek met Marieke. Zij was destijds dertien en schreef een brief van drie kantjes waarin ze allerlei adviezen geeft. We komen erachter dat Mariekes leven in 1998 verre van makkelijk was, terwijl ze ondertussen Van ’t Hek probeerde te helpen met zijn nepprobleem. Maar uiteindelijk blijken de twee meer gemeen te hebben dan je zou denken.