Wat je krijgt als je Oscarwinnaars Cameron Crowe en Matt Damon koppelt aan publiekslievelingen Scarlett Johansson en muzikant Jónsi? Niet per definitie een som der delen die gelijkstaat aan een briljante film, dat is duidelijk. Wel een gemoedelijk voortkabbelend verhaal dat blijft hangen in een schemerwereld tussen melodrama en luchtige familiefilm.

Benjamin Mee ( Damon) verliest zijn vrouw en besluit dat een verandering van omgeving hem en zijn twee kinderen goed zal doen. Als hij zijn droomhuis heeft gevonden blijkt de achtertuin echter een dierentuin. Vol goede moed en zonder enig benul van zaken besluit hij alsnog het huis te kopen.

Crowe handelt bij zijn nieuwste productie volledig volgens de conventies. Dus begint de film met de nodige problemen: de dierentuin is in geldnood en kan daardoor niet aan de veiligheidseisen voldoen, waardoor een vroegtijdige sluiting in de lucht hangt. Ellende die verder wordt gecompliceerd door een terminaal zieke tijger en de moeizame emotionele band tussen Benjamin en zijn zoon. Zonder al te bijzonder te klinken, verrijkt Jónsi alles met zijn karakteristieke geluid.

De film schippert regelmatig tussen twee stijlen, het ene moment luchtig en speels , met karikaturale personages en haast slapstickachtige scènes, het andere moment intens en zwaar dramatisch. Matt Damon speelt een knappe dubbelrol: hij is grappig als de onhandige baas van de beesten en ontroert als zoekende vader en verloren weduwnaar. Maar nergens krijgt Crowe die twee totaal verschillende werelden samengesmolten tot één geheel.

Veel valt er verder niet op We Bought A Zoo aan te merken, of het moet het wat te wijsneuzerige dochtertje ( Maggie Elizabeth Jones) van Benjamin zijn. Ze is nog net niet zo irritant als het bebrilde jochie uit Jerry Maguire, maar het scheelt weinig.

Crowe leidt alle problemen degelijk naar een bevredigend happy end, snijdt er wat schattige beelden van aapjes en leeuwen doorheen en plukt bij de climax voldoende aan de emotionele snaren om zijn publiek even te laten slikken. Vermakelijk tijdverdrijf dat niemand een nieuwe Oscar op zal gaan leveren.