België 1936. Komedie van Gaston Schoukens. Met o.a. Gustave Libeau, Georgette Mery, Hélène Dussart, Lucien Mussière en Sabine André.

VPRO Cinema

Deze oude klucht speelt tegen de achtergrond van de Wereldtentoonstelling in Brussel van 1935. Engelse standhouder Edward Boxwell (Mussi[KA2]ere) laat zijn oog vallen op de dochter van Louis Bollinckx, Jeanne (Dussart) die in de patatkraam van haar vader achter de kassa zit. Vader Bollinkx had zijn dochter al beloofd aan de zoon van zijn maat Charles Kumps (Festerat), Phiphi (Denis) en daarvoor zowaar een contract afgesloten. Hij wil van geen wijken weten totdat hij hoort dat er groot geld in het spel is; voor een multimiljonair wil hij wel zijn woord breken. Poging tot het maken van een Pagnol-achtige komedie met een happy-end die de tegenstelling tussen gecultiveerd Brits (de Engelsen eten met witte handschoenen) en ongecultiveerd Brussels (de Bollinckx c.s. eten de patatjes met hun vingers) wil uitbeelden. Daar zit niemand meer op te wachten en de prent is alleen nog maar interessant voor oudere Brusselaars om zich aan nostalgie te laven. Het scenario is van Noël Barcy en Gaston Schoukens. Camerawerk van Ed. Barthelemy.