Fantasievolle metaforen

Dromerig

‘Ik wil dat elk gedicht zingt,’ zei Marieke Lucas Rijneveld (1991) recent in de Volkskrant. Na de poëziebestseller(!) Kalfsvlies (2015) leverde dat streven met Fantoommerrie (AtlasContact) opnieuw een gulle, welluidende bundel op. In ook in letterlijke zin breed uitwaaierende verzen voert Rijneveld je met vaste hand haar geheel eigen, lucide dromerige taaluniversum binnen.

Een plek vol herinneringen aan schoolmelkdrinkers, (kinder)angsten en landerige eenzaamheid (‘Op zondag mocht de Libelle uit het plastic net als ik uit mijn schoolkleding, (…) Mama bladerde vluchtiger door mij heen dan door het blad’). Maar vooral ook eentje waar fantasievolle metaforen beeldend over elkaar heen buitelen. Een ‘oma/die als een boekenlegger het verhaal uit gleed’, voorleesvaders ‘met ribbroeken aan voor meer grip als winterbanden’. Loepzuiver.