Welluidende, licht ironische zinnen.

Sukkelaar

Djoeke van ’t Hull is niet de eerste eenzame sukkelaar die Anton Valens opvoert. Het in welluidende, licht ironische zinnen vatten van het absurdistische geploeter van dergelijke antihelden is een specialiteit van het huis, die makkelijk sleets zou kunnen worden. Maar met Chalet 152 (AtlasContact) levert het toch weer een zeer amusante roman op.

Met Djoeke die uit financiële nood een huisje op vakantiepark ’t Ezeltje betrekt. Die, wanneer hij voor sociaal contact vrijwilligerswerk gaat doen, in zijn eentje alle lantaarnpalen op het enorme terrein moet schilderen. En die minnaar en soort-van-volgeling wordt van Audrey d’Audretsch, een kunstenares annex sjamane, die vollemaansrituelen in duinpannen organiseert en met een mysterieus plantenbrouwseltje de ‘blokkades’ van chaletbewoners opheft. Met hallucinante gevolgen.