Richard Powers - Tot in de hemel

Dirk-Jan Arensman ,

Hoewel prekerigheid op de loer ligt, dwingt de vuistdikke ecoroman beslist ook respect af.

Oerbos

‘Wanneer je een boom kapt,’ luidt de vuistregel van iemand in Tot in de hemel (AtlasContact), ‘moet wat je ervan maakt minstens zo wonderbaarlijk zijn als wat je hebt gekapt.’ Of Richard Powers’ vuistdikke ecoroman daaraan voldoet, valt te betwijfelen. Want al krijgen de maar liefst negen protagonisten (van ontluikende milieuactivisten tot een computerspelontwerper) ieder op hun eigen manier oog voor de pracht en onmisbaarheid van het oerbos, een dwingend geheel vormen hun verhalen lang niet altijd.

En, jazeker, prekerigheid ligt hier op de loer. Maar Powers’ ambitie dwingt ook beslist respect af, net als zijn soms regenwoudweelderige proza én zijn vermogen wetenschappelijke ideeën tot leven te wekken. En Patricia ‘Plant-Patty’ Westerford is een in alle opzichten briljant personage.