Louis de Bernières - Blauwe hond

Dirk-Jan Arensman ,

'Blauwe hond' van Louis de Bernières is een feest van kleine Australische plattelandsavonturen.

teder en onsentimenteel

‘Net als De rooie hond (2001),’ schrijft Louis de Bernières in het voorwoord, ‘is dit boek geschreven voor kinderen van twaalf en zal het waarschijnlijk vooral door volwassenen gelezen worden.’ Buitengewoon charmant is Blauwe hond (De Arbeiderspers) hoe dan ook. Een prequel bij de jeugdnovelle over een legendarische red cloud kelpie die in de jaren zeventig door de Australische outback zwierf, die het verhaal vertelt van diens fictieve eerste baasje: het elfjarige stadsjongetje Mick, dat na een familietragedie naar de boerderij van zijn grootvader verhuist. Een feest van kleine plattelandsavonturen, doorspekt met fijne Australische termen als ‘bum nut’ (ei) en ‘moo juice’ (melk), én met rouw en groeipijnen. Even teder als onsentimenteel, net als Micks opa, type brombeer-met-een-klein-hartje.