Gouden bergen (Nieuw Amsterdam), debuutroman van de absurd erudiete Francis Spufford (1964), biedt historisch topvermaak, geschapen voor de feestdagen. Vanaf het moment dat de mysterieuze Londenaar Richard Smith in 1746 voet aan wal zet in New York en een wisselbrief ter waarde van duizend Britse ponden wil innen, ontspint zich een Henry Fieldingachtige avonturenroman vol vaart, (pastiche)pret en vertelplezier. Terwijl de Brits-Nederlandse elite in de embryonale metropool zich afvraagt wie of wat hij is (rijkaard of oplichter), vullen Smiths dagen zich met politieke intriges, amoureuze steekspelen met een bankiersdochter, chique diners, theateroptredens en gevangenistralies. Het feestdagenelement: een beschreven sinterklaasviering wordt extra saillant (en ironisch) wanneer Smith uiteindelijk op Eerste Kerstdag de aard van zijn missie onthult.