Wanneer is een dichter een goede dichter? Mooi onderwerp waarover prachtige beschouwingen zijn geschreven.

Wanneer is een dichter een goede dichter? Mooi onderwerp waarover prachtige beschouwingen zijn geschreven. Bijvoorbeeld door Simon Vestdijk in De glanzende kiemcel. Iemand zei eens: een goede dichter laat woorden en regels na die geciteerd worden en zo deel gaan uitmaken van de taal. In dit verband is het boek Zolang de lijm niet loslaat over Luceberts invloeden op de Nederlandse taalschat een eye-opener. Auteur is Ton den Boon die naast Lucebert-liefhebber ook woordenboekmaker is: hij is hoofdredacteur van de Dikke Van Dale.

Wat bedoelde Lucebert toen hij zich ooit profileerde als ‘vandaal van de Nederlandse taal’? Den Boon kwam er achter dat de dichter en beeldend kunstenaar een bijzondere verhouding had met het woordenboek. Enkele voorbeelden van Luceberts invloed op onze taal: het woord ‘rijmrat’, de uitdrukking ‘alles van waarde is weerloos’ en ‘het besef een broodkruimel te zijn op de rok van het universum’. Onlangs bezocht ik met Den Boon het Cobramuseum in Amstelveen, waar nu een prachtige Lucebert-expositie valt te zien, voor een gesprek dat we uitzonden in De Avonden:


Overigens: Het Cobramuseum vroeg subsidie aan maar hoorde inmiddels dat het nergens op kan rekenen. (Allen in koor:) ‘Alles van waarde is weerloos...’