Ballard schreef meesterlijk over de verstrekkende implicaties van ons streven naar veiligheid en gemak. Over de risico’s van geautomatiseerd geluk.

In 2009 overleed de Engelse schrijver James Graham (J.G.) Ballard en als liefhebber van zijn werk probeerde ik een gast voor ons radioprogramma te vinden om de man te eren. Het bleek niet mee te vallen, niemand voelde zich bekwaam of fan genoeg om aan te schuiven.

Wat bijzonder jammer is. Ballard schreef meesterlijk over de verstrekkende implicaties van ons streven naar veiligheid en gemak. Over de risico’s van geautomatiseerd geluk. Ballard is er voor iedereen die wel eens spijt heeft gehad op de verkeerde plekken op “enter” te klikken, voor mensen die opkijken naar glanzende kantoorgebouwen en zichzelf vervormd terugzien. Ballard begrijpt het ongemak van de comfortabelen.

Ik moest uiteindelijk de grens over om de Vlaamse schrijver Joost Vandecasteele voor het gesprek te strikken. Een gouden zet overigens, niet alleen bleek Joost een kenner en begenadigd grafspreker, hij gaf meteen aan ook voor komende sterfgevallen beschikbaar te zijn.

Ik moest hier aan denken toen ik Britse cultuurcriticus Theodore Dalrymples nieuwe boek Andermans rotzooi aan het lezen was. De eerste keer dat ik hem sprak zaten we samen op een wat grauwige hotelkamer in ongemakkelijke stoelen elkaar het laatste pakje instantkoffie te gunnen. We leken allebei klaar voor een beleefd gesprek op gepaste afstand toen we per ongeluk bij Ballard aankwamen. Favoriete verhalen werden uitgewisseld, kwaliteiten in zijn werk werden geprezen en de rest van het gesprek over de teloorgang van onze beschaving leek te zijn verlicht door een gedeelde voorkeur in de beschrijving van die ondergang.