Afgaande op vakantiefoto’s op Facebook en Instagram wordt er wat afgesjouwd in de Alpen deze zomer, want van aerosolen heb je in de bergen geen last. Daarom een lijstje bergboeken, waarin mannen tegen de elementen en zichzelf vechten.

Nieuwjaar

Juli Zeh

Henning wil meer lachen, vaker zijn vrouw omhelzen, zich minder ergeren aan zijn kinderen en meer met vrienden afspreken. Het is Nieuwjaarsdag en Henning probeert op een huurfiets een berg op Lanzarote te bedwingen. Zijn vele neuroses staan simpel gezinsgeluk in de weg. Dat hij piekerend, hijgend en zwetend op weg is naar de bron van die neuroses, weet hij op dit moment nog niet.

In Nieuwjaar neemt Juli Zeh ons net als in Nultijd (Ambo|Anthos) mee naar een Canarisch eiland voor een thrillerachtig familiedrama. De factor toeval vergt enige welwillendheid van de kritische lezer, maar die wordt wel beloond met een huiveringwekkend, filmisch verhaal over wat er gebeurt als een peuter en een kleuter er ineens alleen voor staan.

De acht bergen

Paolo Cognetti

Pietro’s ouders wonen in Milaan maar zijn pas gelukkig in hun vakantiehuisje in de Alpen. Hier trekt de eenzelvige Pietro op met Bruno, een zwijgzaam kind van de bergen, en onderneemt hij klimtochten met zijn eigenheimerige vader. Terwijl Pietro daarna voor Turijn kiest, gedijt eenzame Bruno alleen in de bergen, maar toch houdt hun vriendschap decennialang aan.

Overweldigend is het alpiene decor in De acht bergen (De Bezige Bij) van Paolo Cognetti, maar zijn bekroonde, knappe roman gaat vooral over mannenvriendschap die nauw samenhangt met gemankeerde vader-zoonrelaties en het zoeken naar ondeelbare vrijheid op grote hoogte. ‘Je kunt de thuisblijvers onmogelijk duidelijk maken hoe je je daarboven voelt.’

De grote angst in de bergen

Charles Ferdinand Ramuz

Een afgelegen alm in kanton Wallis die vervloekt heet te zijn omdat er mysterieuze ongelukken plaatsvonden, wordt na veel soebatten door de bijgelovige dorpsbewoners weer in gebruik genomen; zeven herders zullen de zomer met hun vee op de grazige bergweide met aanpalende gletsjer doorbrengen. Als de koeien besmet raken met ‘de ziekte’ worden de mannen in quarantaine geplaatst en volgen noodlottige gebeurtenissen.

Van de Zwitser Charles-Ferdinand Ramuz, goed voor 22 romans over mens en natuur, is nu bij Van Oorschot zijn meesterwerk uit 1926 in vertaling verschenen: De grote angst in de bergen. In een filmische en poëtische stijl voert Ramuz de spanning op naar alpenkolder met een donderende finale. Vertaler Rokus Hofstede schreef ook het nawoord. 

Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween

Franco Faggiani

Zes weken doet Shizo Kanakuri erover om met de Transsiberië Express van Tokio naar Stockholm te reizen. Het is 1912 en hij zal in Zweden de olympische marathon gaan lopen. De verwachtingen zijn torenhoog: Shizo moet de snelste zijn. Spoiler: dat is hij niet. Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween (Signatuur) is een roman gebaseerd op een waargebeurde tragedie.

Verteerd door schaamte over zijn falen verstopt Shizo zich in de bergen van Hokkaido, waar het leven wordt geregeerd door het extreem barre klimaat. Dat de Italiaanse journalist Franco Faggiani nooit een voet op Japanse bodem heeft gezet, bewijst wat literatuur vermag. Zijn sfeertekening van het leven op het Japanse platteland van honderd jaar geleden is volmaakt geloofwaardig.

De goede herder

Gunnar Gunnarsson

Berg De goede herder (Lebowski) van de IJslandse schrijver/dichter Gunnar Gunnarsson (1889-1975) dan maar alvast zorgvuldig op bij de kerstballen. Een meditatieve (kerst)novelle over de herder Benedikt die elk jaar in de laatste adventsweek de bergen in trekt om verdwaalde schapen van anderen veilig naar beneden te leiden, samen met zijn trouwe hond Leo en zijn ram Knoest.

Zijn 27ste tocht wordt, als die ‘drie-eenheid’ wordt overvallen door een sneeuwstorm, een hachelijk avontuur van honger en ontberingen. En bovendien een geserreerde, hartverwarmende parabel over mens en natuur, altruïsme en de vraag wat een leven bevredigend maakt.

Ik blijf hier

Marco Balzano

Het is een toeristische trekpleister, de boven het water van het stuwmeer uitstekende torenspits van de kerk van Kuron ofwel Graun im Vinschgau in Duitstalig Zuid-Tirol, even over de grens van Zwitserland en Oostenrijk. De inundatie van het dorp begon onder Mussolini en werd in naoorlogs Italië voltooid, waarbij de honkvaste boerenbevolking werd voorgelogen, gedwongen te verhuizen en nauwelijks werd gecompenseerd. 

In de droevig stemmende roman Ik blijf hier (De Arbeiderspers), waarin de historische feiten kloppen, vertelt Marco Balzano hoe een arm boerengezin verscheurd raakt, gemangeld en misleid door achtereenvolgens fascisten en nazi's. Wie meer wil weten over de geschiedenis van deze geplaagde regio leze het recent verschenen Zuid-Tirol is niet Italië! van Thomas von der Dunk.