In het boek ‘De macht van het verleden’ beschrijft historicus Ivo van de Wijdeven hoe politieke leiders als Poetin, Xi Jinping en Erdoğan de geschiedenis naar hun hand proberen te zetten. “Het Westen denkt ten onrechte immuun te zijn voor geschiedvervalsing.”

De geschiedenis is niet dood, maar zo maakbaar dat potentaten in staat zijn een beeld van het verleden samen te stellen om hun acties te legitimeren. Alsof de geschiedenis een snackbar is waaruit je willekeurig ingrediënten kunt kiezen voor een maaltijd die lekker weg hapt om deze vervolgens aan het volk te serveren, zo omschrijft Ivo van de Wijdeven het. De historicus opent zijn boek De macht van het verleden met het meest recente voorbeeld: Vladimir Poetin, die zijn aanval op Oekraïne rechtvaardigt met het gefabriceerde verhaal dat Russen en Oekraïners één volk zijn en Oekraïne daarom geen bestaansrecht heeft als zelfstandig land.

Van de Wijdeven – tot voor kort werkzaam als adviseur van de minister-president op het ministerie van Algemene Zaken – heeft ook oog voor wat minder bekende verhalen, zoals het eenzijdige beeld van de geschiedenis dat premier Viktor Orbán de Hongaren voorhoudt. ‘Om in de slachtofferrol te kruipen, grijpt hij voortdurend terug op het Verdrag van Trianon uit 1920. Hongarije moest als een van de verliezers van de Eerste Wereldoorlog twee derde van zijn grondgebied afstaan en daarmee hebben de geallieerden volgens Orbán een onterecht doodvonnis over het land uitgesproken. Al zijn tegenstanders – of dat nu de filantroop George Soros is, de Europese Commissie of de Hongaarse oppositie – zouden er nu op uit zijn dat doodvonnis te voltrekken.’

‘Goede Hongaren’

Meer dan honderd jaar na dato kapitaliseert Orbán nog steeds op het Verdrag van Trianon, dat hij – en veel Hongaren met hem – ‘de schande van Trianon’ noemt. In 2020 liet hij in Boedapest een imposant monument bouwen, recht tegenover het parlementsgebouw. Het is een lange sleuf met een granieten wand, net onder straatniveau, waarin de namen zijn gebeiteld van de ruim 12.000 gemeenten die ooit deel uitmaakten van Groot-Hongarije. In het Hongaars, zo heet Zagreb bijvoorbeeld Zágráb. Aan het einde van de sleuf brandt een eeuwige vlam ter herinnering aan de verloren plaatsen.

‘Er is altijd sprake van een verdwenen paradijs dat hersteld moet worden. Het is bijna religieus’

Ivo van de Wijdeven

Volgens Van de Wijdeven zijn alle machthebbers die de geschiedenis op deze manier inzetten zich daarvan bewust: ze weten donders goed dat ze een onvolledig beeld schetsen. ‘In Orbáns versie van het Hongaarse verleden neemt Miklós Horthy een belangrijke positie in. Deze militair en politicus kwam tijdens het interbellum aan de macht en droomde ervan Groot-Hongarije te herstellen. Toen Adolf Hitler en Benito Mussolini bereid bleken hem te steunen, werd Hongarije bondgenoot van nazi-Duitsland. Men voerde antisemitische wetgeving in en begon met de deportatie van Joden, maar dat wordt in Hongarije onder het tapijt geveegd.’

In plaats daarvan zegt men: toen Horthy doorkreeg wat de Duitsers met de Joden wilden doen kwam hij in verzet. Pas toen hij in 1944 het veld moest ruimen en de Pijlkruisers aan de macht kwamen – de ‘echte’ Hongaarse fascisten – werd er werk gemaakt van de Jodenvervolging. ‘In de Hongaarse grondwet staat ook dat de geschiedenis van Hongarije in 1944 ophield en in 1989 weer is begonnen,’ aldus Van de Wijdeven. ‘Zo van: destijds waren niet de “goede Hongaren” aan de macht. Daarbij wordt voor het gemak vergeten dat ook die “goede Hongaren” donkere kanten hebben.’

Slachtoffer

Aan de knoppen van de geschiedenis draaien is altijd eenvoudiger als je aan de macht bent. Neem Poetin: sinds zijn aantreden als president in 2000 is hij druk bezig de geschiedenis onder handen te nemen, zegt de historicus. ‘Tien jaar geleden was er in Rusland één museum waarin het “echte verhaal” van de Russische geschiedenis werd verteld. Inmiddels zijn er 25 vestigingen en als er weer een wordt geopend meldt het persbericht steevast dat er genoeg parkeerplek is voor schoolbussen. Poetin laat er geen gras over groeien, hij pakt het zeer voortvarend aan: niet alleen met musea maar ook met monumenten, lesprogramma’s en allerlei herinneringsbijeenkomsten.’

Polen laat zien dat je het verdraaien van de geschiedenis ook als middel kunt gebruiken om aan de macht te komen. Volgens Recht en Rechtvaardigheid, de regeringspartij van Jarosław Kaczyński, heeft Polen het communisme in 1989 weliswaar vaarwel gezegd, maar is dit nooit afdoende gebeurd. De communisten zouden nog overal aanwezig zijn, bijvoorbeeld in de oppositie en de rechterlijke macht is. Van de Wijdeven: ‘Recht en Rechtvaardigheid claimt dat Polen altijd overheerst is door andere mogendheden, of het nu gaat om de Poolse delingen door Rusland, Oostenrijk en Pruisen in de achttiende eeuw, de deling in 1939 door nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie of om het naoorlogse communisme. Al die tijd zouden de werkelijke Poolse normen en waarden de kop ingedrukt zijn, iets wat nog altijd geprobeerd wordt door de oppositie, aangezien die niet-Poolse conventies omarmt, zoals het homohuwelijk, vegetarisme en de sluiting van kolencentrales. Polen is altijd slachtoffer geweest en dat moet afgelopen zijn, zegt Recht en Rechtvaardigheid. Dat sentiment heeft de partij aan de macht geholpen.’

Verlies

Van de Wijdeven ziet dat politici en dictators volgens een vast recept werken: eerst wordt een bepaalde periode in de geschiedenis gebruikt om nationale trots te voeden. Voor Nederland is dat de Gouden Eeuw, maar elk land heeft wel een glorietijd gehad. Vervolgens wordt gezegd: die grootsheid is verloren gegaan, niet door interne krachten, maar door een externe vijand met interne handlangers. ‘Er is altijd sprake van verlies, een verdwenen paradijs dat hersteld moet worden. Het heeft bijna iets religieus. Politici die deze aanpak hanteren claimen dat zij degenen zijn die de wederopstanding zullen realiseren. Poetin wil de Sovjet-Unie – of het Russische Rijk, daarover verschillen historici van mening – weer terug, de Chinese president Xi Jinping droomt van een “nationale heropleving” en de Britten hanteerden rondom de Brexit de mantra “take back control”. Het idee daarachter: ooit waren we het machtige Britse Rijk en dat kunnen we niet met militaire middelen herstellen, maar wel door de banden met voormalige gebiedsdelen aan te halen en handel te drijven met iedereen.’

Het fenomeen is dus niet voorbehouden aan dictaturen, stelt Van de Wijdeven. ‘Het Westen denkt ten onrechte immuun te zijn voor geschiedvervalsing en dubieuze nationalistische sentimenten, maar ook wij zijn daar vatbaar voor. Dat bewezen de Britten met de Brexit en de Amerikanen met “make America great again”. En in Nederland hebben we Thierry Baudet, die hamert op een terugkeer naar de oude glorietijden en een bosje bloemen legt bij het omstreden standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn.’

Fulminerende Rutte

In sterke democratieën heb je volgens de historicus nog wel kans dat mensen protesteren als iemand met een eenzijdig historisch beeld op de nationalistische trom gaat slaan. ‘Nederland is een goed voorbeeld van hoe het ook kan. In het regeerakkoord staat enerzijds dat er een Nationaal Historisch Museum moet komen. Dat is vaak een eerste stap richting een nationalistische versie van de geschiedenis, maar er staat ook in dat er een slavernijmuseum moet komen. En inmiddels is onze canon onder handen genomen en verbreed.’

Zo’n vaart zal het dus niet lopen met het fictieve Nederland dat Van de Wijdeven had willen schetsen in een uiteindelijk gesneuvelde proloog voor zijn boek. Daarin voerde een fulminerende Rutte tijdens een toespraak op het Malieveld het verlies van België in 1830 aan als reden om de Europese Unie te verlaten.

‘Uiteindelijk word je gedwongen consequenties te verbinden aan je eigen verhaal’

Ondanks de Brexit plaatst Van de Wijdeven het Verenigd Koninkrijk toch in de categorie ‘zo-kan-het-ook’. ‘De Brexitcampagne was effectief, maar mensen zien nu dat beloften niet worden nagekomen. Als je er op tijd bij bent kun je nationalistische tendensen die aangewakkerd worden door een selectief historisch verhaal echt nog wel stoppen. Dat geldt niet voor landen als Rusland of China, die zijn al ver heen. En in Polen en Hongarije zal het ook moeilijk worden om deze ontwikkeling om te buigen.’

Drijfveren

Wat kunnen we doen om ons te wapenen tegen de macht van het verleden? Van de Wijdeven: ‘Historici moeten duidelijk uitleggen hoe het echt zit en beducht zijn op het frame van politici die beweren dat alles ooit beter was en beloven terug te gaan naar die periode.’

Daarnaast pleit hij voor een verbreding van het perspectief: leer de geschiedenis goed kennen, vooral ook die van andere landen. Dat verschaft inzicht in drijfveren.

‘Denk bijvoorbeeld aan Xi Jinping en China’s aanspraak op Taiwan. Daar zit een historische claim achter. Wanneer het in eigen land even wat minder gaat, kan dat voor de Chinezen een goed moment zijn om te besluiten: het is tijd voor het volgende hoofdstuk. En je kunt zeggen dat Poetin er waanideeën op nahoudt, maar inmiddels bepaalt hij wel het beeld dat veel Russen van de geschiedenis hebben. Als zo’n beeld zich eenmaal stevig in de hoofden van het volk heeft genesteld, word je uiteindelijk gedwongen om consequenties te verbinden aan je eigen verhaal. Jarenlang heeft Poetin verkondigd dat Oekraïne bij Rusland hoort en dan kun je niet zomaar ineens terug. De geschiedenis is lenig, maar kan op een gegeven moment dwingend worden. Dan krijgt het verleden macht over jou.’

Ivo van de Wijdeven
De macht van het verleden

Spectrum

meer vpro boekengids