Truus van Lier schoot in 1943 de Utrechtse NSB-hoofdcommissaris van politie dood en werd zelf in Sachsenhausen gefusilleerd. Jessica van Geel schreef het levensverhaal van deze verzetsstrijder en figureert ook in een special van Andere tijden over Van Lier.

Truus van Lier

Het is de afgelopen jaren vaker vastgesteld, en het gebeurt hier weer: waarom is over vrouwen in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog maar zo weinig bekend? In de naoorlogse geschiedschrijving komen ze bijna niet voor, behalve als koeriers, veelal zonder naam en toenaam. Het gangbare beeld van ‘echt’ verzetswerk bestaat uit heldhaftige mannen in lange jassen met een wapen op zak. Het lijkt erop dat mannen na de oorlog hun rol in het verzet hebben opgeëist en vrouwen niet. Hebben geschiedschrijvers – allemaal mannen – de verzetsvrouwen bewust genegeerd? Ze waren inderdaad koeriers, met illegale blaadjes, allerlei berichten, pistolen, bonkaarten voor onderduikers en ze brachten Joden naar schuiladressen – allemaal heel dapper, maar de Duitse bezetter was nu eenmaal minder op hen verdacht, en als ze toch gesnapt werden hoefden ze niet voor hun leven te vrezen, toch? Loe de Jong beperkte zich in de veertien dikke delen oorlogskroniek Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog tot de veelzeggende notitie: ‘Ook vrouwen en meisjes hadden een werkzaam aandeel in het verzet.’ Punt. Wat het ‘echte’ verzetswerk door vrouwen betreft, beklijft in het collectieve bewustzijn alleen de naam van Hannie Schaft, mede dankzij de speelfilm Het meisje met het rode haar.

Truus Schröder noemde in brieven haar buurmeisje Truus ‘het meisje met de vergeet-me-niet-ogen’

Dit beeld van vrouwen in het verzet, hun rol en aandeel daarin, behoeft kortom correctie, en inmiddels zijn de nodige hiaten in de geschiedschrijving, voor zover de feiten nu nog te achterhalen zijn, gevuld – meestal door vrouwen. Het aandeel van vrouwen in het verzet wordt nu zelfs geschat op dertig tot veertig procent. Onderzoekers van het Noord-Hollands Archief hebben alleen al voor die provincie de namen van 1300 veelal onbekende verzetsvrouwen opgespoord. Van hen worden 135 portretfoto’s, van onder anderen Frieda Belinfante, Annie Averink, Coba Veltman en Hannie Schaft, permanent geëxposeerd in de Janskerk in Haarlem.

Vergeet-me-niet-ogen

De naam Truus van Lier was al langer bekend. De 22-jarige Utrechtse rechtenstudente Geertruida van Lier liquideerde in september 1943 als eerste verzetsvrouw in haar eentje een nazi, de NSB-hoofdcommissaris van politie in Utrecht Gerard Kerlen, omdat deze nietsontziend jacht maakte op ondergedoken Joden en verzetslieden. Van Lier dook onder, werd verraden en opgepakt, en een maand later in een Duits concentratiekamp vermoord. Over haar levensloop is maar weinig bekend. Journalist en historicus Jessica van Geel raakte bij toeval in haar geïnteresseerd toen ze aan de biografie van een andere Truus werkte, kunstenaar Truus Schröder, partner van architect en meubelmaker Gerrit Rietveld, samen goed voor het modernistische Rietveld-Schröderhuis. De kaartverkoop voor deze befaamde attractie vindt plaats in het naastgelegen pand, Prins Hendriklaan 48, waar Truus van Lier bleek te zijn opgegroeid en waar ze met de buurkinderen speelde. Truus Schröder noemde in brieven haar buurmeisje Truus ‘het meisje met de vergeet-me-niet-ogen’, en schreef later: ‘Heb je al gehoord wat ze heeft gedaan? (…) niemand weet wat er met haar is gebeurd.’

Van Geel was bij gebrek aan bronnenmateriaal aangewezen op een beperkt aantal familieleden en archieven, en schreef de vlot leesbare biografische schets Truus van Lier. Het leven van een verzetsvrouw. Waar feiten over haar onderwerp ontbraken, beschrijft Van Geel uitvoerig de maatschappelijke en politieke gebeurtenissen in Nederland en daarbuiten, om zo bij benadering de dagelijkse omstandigheden en het geestelijk klimaat te reconstrueren waarin Van Lier moet hebben verkeerd; hoe zij, half-Joods, de opkomst van de nazi’s moet hebben ervaren en tot haar verzetswerk is gekomen.

het artikel gaat verder onder dit kader

Andere tijden

In de Andere tijden special ‘Drie vrouwen en het verraad’ (regie Marcel Goedhart) vertelt Jessica van Geel het levensverhaal van Truus van Lier aan de hand van een geslaagde mix van archiefbeelden, gesprekken met nabestaanden, locatiebezoek in Utrecht en een weinig re-enactment en animatie, waarbij de posities van Truus, Trui en Miek en hun bereidheid tot (gewelddadig) verzet met elkaar worden vergeleken. Een neef van Irma Selig, die Truus verraadde, vertelt wat dit voor haar leven na de oorlog heeft betekend,

en een tweedejaarsstudente rechten in Utrecht staat model voor het door beeldend kunstenaar Joyce Overheul gemaakte standbeeld van Truus van Lier. Dat wordt deze maand op de locatie van de liquidatie van Kerlen, aan het Willemsplantsoen, geplaatst. En, als in elk voorjaar sinds 2005, bloeit in het talud van de Catharijnesingel het bloemenmonument voor Truus van Lier: honderden narcissen die de naam ‘TRUUS’ uitbeelden.

Kindjeshaven

De Van Liers in het Utrechtse zijn een geslacht van juristen, bankiers en wetenschappers. Truus’ vader Wim van Lier is advocaat, moeder Derkje Wensink is biochemicus met de ambitie om hoogleraar te worden, maar geeft haar carrière op voor man en gezin. Truus heeft een oudere zus, Miek, in haar houding en ondergronds werk wat voorzichtiger: ‘Je doet wat je kunt.’ Je kunt meer dan je doet, denkt Truus dan, een uiteindelijk voor haar noodlottig gebleken verschil in instelling.

Na geassisteerd te hebben bij een mislukte aanslag besluit Truus om nu zelf de trekker over te halen

Na het gymnasium sluit Truus zich als eerstejaars rechten, verontrust door wat de bezetter met Joden van plan is, in 1940 aan bij verzetsgroep CS-6, die voornamelijk bestaat uit communisten en Joden, onder wie haar studievrienden Leo Frijda en de broers Boissevain, zoons van verzetsvrouw Mies Boissevain. Uitvalbasis is Corellistraat 6 in Amsterdam-Zuid, waar ook een uitgebreid arsenaal aan middelen om verzet te plegen wordt vervaardigd. Ook Truus’ ouderlijk huis is een ontmoetingsplek, sowieso gevaarlijk omdat in de Kromhoutkazerne aan de overkant Duitse soldaten verblijven.

Ze brengt als koerier illegale lectuur en wapens rond en brengt Joodse onderduikers naar een schuilplaats, gevolgd door nog gevaarlijker bezigheden: infiltreren bij de NSB (waardoor ze bij onwetende anderen als ‘fout’ gold) en de Wehrmacht in Amersfoort. Op vliegveld Soesterberg lukt het haar foto’s te maken en die door te spelen naar het verzet. Intussen bestiert haar nicht Trui aan het begin van de Prins Hendriklaan een crèche die uitgroeit tot onderduikadres Kindjeshaven, waar in totaal 150 Joodse kinderen, vaak afkomstig uit de Hollandse Schouwburg in Amsterdam, veilig worden ondergebracht. Deze situatie is voor Truus en Trui extra gevaarlijk omdat ze door de buitenwacht met elkaar kunnen worden verwisseld.

Vuurpeleton

In 1943 heeft CS-6 al 24 liquidaties uitgevoerd en na geassisteerd te hebben bij de (mislukte) aanslag op politiekapitein Woerts in Bussum, een beruchte Jodenjager, besluit Truus om de uiterste consequentie te trekken en nu zelf de trekker over te halen, ongeacht mogelijke represailles. Op 3 september schiet ze politiecommissaris Kerlen dood, de volgende dag zinnen rijkscommissaris Seyss-Inquart, burgemeester Van Ravenswaay en NSB-leider Mussert op wraak. De laatste wil tien Utrechters doodschieten, maar dat gaat gelukkig niet door.

Truus van Lier duikt onder, maar wordt enkele weken later in Haarlem opgepakt. Ze is verraden door de vriendin van CS-6’er Leo Frijda, Irma Selig. Tijdens het verhoor door de Duitsers heeft Selig uit lijfsbehoud de namen van nog minstens twee andere CS-6’ers prijsgegeven. Negentien leden van de verzetsgroep zullen het niet overleven. Na enige tijd wordt Truus naar Sachsenhausen gebracht, waarschijnlijk omdat de bezetter vreest dat executie van een vrouw in Nederland op weerstand stuit, en daar gefusilleerd, samen met Nel Hissink en Reina Prinsen Geerligs, die een niet door haar gepleegde aanslag heeft bekend omdat ze dacht als vrouw minder risico te lopen. Ze lopen zingend naar het vuurpeloton.

Truus’ moeder wordt ook gearresteerd en sterft in Ravensbrück. Haar vader overleeft de oorlog, net als zus Miek en nicht Trui.

Truus van Lier. Het leven van een verzetsvrouw

Jessica van Geel

Andere tijden special

maandag 11 april

npo 2 20.30-21.30


Jessica van Geel is een dag na de tv-uitzending te gast in:

Kunststof

dinsdag 12 april

NPO Radio 1 19.00-20.00