Nadat schrijver en performer Babs Gons eind jaren negentig spoken word had ontdekt in New York, zette ze deze kunstvorm in Nederland op de kaart.

Jaren achtereen ging ik naar het Poetry International Festival, maar vraag me niet wie er op het hoofdpodium stonden. Ik was namelijk vooral te vinden in de foyer of in de kleine zaal, bij de poetryslam, gehost en begeleid door het Berlijnse duo Rick Maverick en DJ Marco Braun. Vijf jaar lang, tussen 1999 en 2003, organiseerden zij een programma waarbij performancedichters uit verschillende landen het tegen elkaar opnamen. 

Spoken word

Spoken word is de kunst om woorden van het papier tot leven brengen. Het is in your face: direct, verstaanbaar en gericht op de toehoorders. Spoken word gaat verder dan traditionele voordrachtspoëzie, omdat het vaak een echte show is waarin het niet alleen om de tekst gaat. Ook ritme, tempo, intonatie, mimiek, bewegingen en interactie met het publiek spelen een belangrijke rol. 

Poetryslam ontstond in de jaren tachtig van de vorige eeuw en vindt zijn oorsprong in Chicago. Marc Smith bedacht deze competities tussen dichters om zo de performance belangrijk(er) te maken. Want om de gunst van het publiek – dat meestal de jury is – te winnen, moet je ze meenemen, betoveren, moet je bevlogenheid zich tussen de stoeltjes in de zaal nestelen. Ik kwam niet zozeer voor het competitiegedeelte, maar vooral om deze woordkunstenaars uit verschillende delen van de wereld te zien en te horen, want destijds waren de plekken waar je ze kon zien nog vrij schaars in Nederland. Maar hier, in de randprogrammering van Poetry International, zag ik in die jaren een keur aan spoken-word-artiesten voorbijkomen.

Rond 1998 maakte ik kennis met deze vorm van poëzie toen ik een paar weken in New York verbleef. Daar belandde ik in het Nuyorican Poets Cafe, de bakermat van de moderne spoken-word-beweging. De plek waar wekelijks heel wat spoken-word-artiesten op het programma stonden. Tot dan toe had ik literatuur vooral alleen beleefd, in de boeken die ik las en de notitieboeken die ik volschreef op mijn kamer. Maar dit! Mensen zoals ik die als hedendaagse troubadours op het podium verhalen vertelden, alle facetten van het bestaan bezongen, krachtig, dynamisch, met een ongekende passie de woorden van het papier tot leven brachten op het podium. Wat me ook zo aantrok, was dat je als publiek onderdeel van de performance werd, omdat er nauwelijks een afstand tussen de performer en het publiek bestond. 

Dit was hoe ik verhalen en poëzie wilde horen, en zo wilde ik ook zelf vertellen aan de wereld. 

Overleven

In mijn tienerjaren had rap zijn entree gemaakt en dat was een welkome afwisseling na de tekstueel minimalistische jarentachtigpop. Storytelling op een beat, hele verhalen, dramatische vertellingen schalden mijn leven binnen. Rap nam je mee de echte wereld in, met echte mensen en echte problemen, uitdagingen en overwinningen. Hier werd iets verteld, hier gooiden artiesten de deuren open en namen je mee hun levens in. Mijn eerste grote liefde was Grandmaster Flash and the Furious Five. 

‘Broken glass everywhere
People pissin' on the stairs,
you know they just don't care
I can't take the smell, can't take the noise
Got no money to move out, I guess I got no choice

Rats in the front room,
oaches in the back
Junkies in the alley with a baseball bat
I tried to get away but I couldn't get far
'Cause a man with a tow truck repossessed my car'
 
(uit 'The Message' van Grandmaster Flash and the Furious Five) 

Mijn Engels was net goed genoeg om te begrijpen dat hier over het ware leven werd verhaald. Dit was het leven van Grandmaster Flash, die midden in de New Yorkse wijk The Bronx woonde en daar probeerde te overleven tussen vervallen panden, rondslingerende winkelwagentjes, drugs, criminaliteit en armoede. Het was opwindend, het was nieuw, rap bracht in de steden een hele generatie van moderne griotten voort. Maar toen ik daar eind jaren negentig spoken wordontdekte, kwam het nog dichterbij. Zonder een beat werd storytelling rauw en intiem, en voelde ik meer verbondenheid met deze manier van vertellen. 

Terug in Nederland ging ik hard op zoek naar podia zoals ik die in New York was tegengekomen, maar spoken-word-artiesten stonden alleen maar af en toe op festivals. Daarom besloot ik zelf eind jaren negentig een podium te creëren, Palabras, dat tot ver in de jaren nul in Paradiso plaatsvond en waar vrijwel maandelijks spoken-word-artiesten uit binnen- en buitenland het podium beklommen. 

Wat me ook aantrok, was dat je als publiek onderdeel van de performance werd, omdat er nauwelijks afstand tussen performer en publiek bestond

Canon Kletz

Poetry International organiseert sinds 2017 de Poetry Academy, waar ook een aantal spoken-word-dichters workshops verzorgen. Onderdeel van het programma is de Canon Kletz, waarin schrijvers wordt gevraagd om de vrij beperkte en klassieke literaire, vaak zeer witte, canon aan te vullen. In hun zoektocht naar nieuw publiek, zie ik hoe andere vormen van literatuur meer ruimte krijgen binnen het festival. Het heeft allang niet meer de hoge drempel van weleer en probeert net als veel andere festivals een jonger en diverser publiek te bereiken. De laatste jaren zag ik een keur aan jonge spoken-word-artiesten met diverse achtergronden uit de internationale scene voorbijkomen, onder wie de Guyanees-Britse spoken-word-dichter Malika Booker, van wie ik al jaren groot fan ben. 

Ze richtte in 2001 Malika’s Poetry Kitchen op, een collectief van optredende schrijvers dat de afgelopen twee decennia een aanzienlijk aandeel heeft gehad in de groei van de Britse spoken-word-scene. In 2017 stond Salena Godden op het podium. Vanwege haar eerlijke, directe en soms zeer rauwe performance werd ze liefkozend het enfant terrible van de Britse spoken-word-scene genoemd. Een echt podiumbeest, soms ook muzikaal ondersteund, dat geen enkel onderwerp schuwt. 

Bij de randprogrammering hang ik allang niet meer rond, ik zit nu vooraan in de zaal, vlak voor het hoofdpodium. 

De wereld van de tekstvoordracht is flink verbreed dankzij slam poetsspoken-word-dichters en andere luide voordrachtskunstenaars

The Last Poets

En ondertussen bezocht ik alle festivals en programma’s die spoken word op het menu hadden. Via de poëtische, muzikale vertellingen van Gil Scott-Heron en de dub poetry van Linton Kwesi Johnson kwam ik terecht bij The Last Poets, de gedichten van Amiri Baraka en Sonia Sanchez. Dat sommige van deze artiesten ook naar Poetry International kwamen, was een zegen. 

In 2000 tipte schrijver Christine Otten me dat The Last Poets weer aan het optreden waren. Door allerlei omstandigheden was de groep eerder uit elkaar gevallen, maar nu was het trio weer actief. We haalden de band gezamenlijk naar Nederland voor een show in Paradiso. In 2004 organiseerden we rondom de promotie van Christines boek De laatste dichters een tournee door Nederland met een aantal Nederlandse en Vlaamse performers en natuurlijk The Last Poets zelf. 

In dit vijftigste festivaljaar zijn The Last Poets, vaak de Godfathers of Spoken Word genoemd, onderdeel van de opening. Umar Bin Hassan, een van de Last Poets, stond er ook al in 2002, maar het feit dat deze dichters nu dit festival openen, mannen die de wereld van voordrachtsliteratuur en performancepoëzie mede hebben veranderd, laat zien hoe dicht spoken word en de klassiekere voordracht van poëzie naar elkaar toe zijn gegroeid. De wereld van de tekstvoordracht is verbreed, en in mijn ogen flink verrijkt, dankzij slam poetsspoken-word-dichters en andere luide voordrachtskunstenaars. 

Poëzie bij de VPRO

De VPRO bouwt al jaren aan een videoarchief met opnamen van Nederlandse en internationale dichters. Op vpro.nl/dichterbij staan inmiddels 72 filmpjes waarin onder anderen Tsead Bruinja, Marieke Lucas Rijneveld, Anne Vegter en Lévi Weemoedt te zien zijn. Ter ere van Poetry International zijn er vijf nieuwe filmpjes gemaakt. Daarin worden Joost Decorte, Roelof ten Napel, Maria Barnas, Xavier Roelens en Willem Jan Otten geportretteerd. 

Op VPRO’s eigen Poëziekanaal op YouTube zijn nog veel meer prachtige opnamen te vinden.