Michael Palin brengt in 'Erebus: Het verhaal van een schip' de ondergang van een legendarisch vlaggenschip tot leven. De veelzijdige Monty Python-legende blijkt opnieuw de ideale man om een verhaal te vertellen.

Als we Michael Palin (1943) moeten geloven, is de ontstaansgeschiedenis van Erebus, het boek waarmee hij aan zijn duizelingwekkende lijst van professionele gedaantes nu ook die van scheepshistoricus kan toevoegen, typerend voor zijn complete carrière. Wat heet. ‘Mijn hele leven heeft bestaan uit een reeks gelukkige toevalligheden,’ vertelde hij in 2013 in The Guardian. Om twee jaar later in diezelfde krant vol te houden dat hij al die uiteenlopende dingen had gedaan omdat telkens iemand tegen hem zei: ‘Zeg, waarom probeer je dít niet eens?’ ‘“Ja, oké,” zeggen zou het verhaal van mijn leven kunnen zijn.’

Zo werd de Monty Python-legende, aanstaande dinsdag te gast op Crossing Border, naar eigen zeggen acteur, presentator en maker van immens populaire globetrotseries als Around the World in 80 Days (1989), Sahara (2003) en Brasil (2012). Zo schreef hij naast uit zijn tv-projecten voortvloeiende reisboeken, (film)scenario’s, kinderboeken, twee romans, een toneelstuk en een verzameling limericks. En zo begon hij dus ook aan zijn meest recente avontuur.

De zomer van 2014 was het, en Palin had net ‘met een stel andere bejaarden’ in de reünievoorstelling Monty Python Live – One Down, Five to Go gestaan. ‘Bijzondere voorstellingen voor een bijzonder publiek,’ schrijft hij in zijn inleiding, ‘maar nadat ik de laatste dode papagaai had verkocht en de laatste “Lumberjack Song” gezongen had, bleef ik zitten met een diep gevoel van anticlimax. Wat doe je na zoiets?’

Het antwoord volgde twee weken later, toen Canadese onderwaterarcheologen in het Noordpoolgebied het vrijwel intacte wrak vonden van de HMS Erebus. Een in Groot-Brittannië legendarisch zeilschip dat in 1846, samen met zusterschip HMS Terror en 129 bemanningsleden, verdween tijdens een poolexpeditie naar de Noordwestelijke Doorvaart tussen de Atlantische en de Grote Oceaan, en dat dus bijna 170 jaar spoorloos was gebleven.

Een schip, bovendien, waar Palin toevallig een jaar eerder het nodige over las toen hij een lezing moest houden over Joseph Hooker (1817-1911), botanicus en directeur van Kew Gardens die in zijn jonge jaren aan een eerdere ontdekkingsreis (‘een episch succes’) op diezelfde schuit had deelgenomen.

Palin-de-competente-geschiedschrijver krijgt soms verfrissend gezelschap van Palin-de-reisauteur en af en toe zelf van Palin-de-Python

Bombardeerschip

Hij wist, kortom, ‘dat er een verhaal te vertellen viel’. Dit keer zei hij ‘Ja, oké’ tegen zichzélf. En verdomd: in Erebus: het verhaal van een schip blijkt hij de ideale man om het te vertellen. In soepel proza. Met geestdrift, geduld en oog voor sprekende details in brieven en dagboeken ‘van kapiteins en stokers’, terwijl Palin-de-competente-geschiedschrijver soms verfrissend gezelschap krijgt van Palin-de-reisauteur (hij bezocht zelf relevante plekken als de Falklandeilanden, Tasmanië en beide poolcirkels) en af en toe zelfs van Palin-de-Python.

Zijn reconstructie begint helemaal bij de Pembroke Dockyard, in Wales, waar het schip in 1826 als ‘bombardeerschip’ werd gebouwd. Maar nog voordat de Erebus een schot heeft gelost, breekt een nieuw tijdperk aan ‘waarin helden streden tegen de elementen, niet tegen de vijand’. En het merendeel van de 350 pagina’s is dan ook gewijd aan de twee voornoemde ontdekkingsreizen. De rampzalig verlopen missie van John Franklin om een handelsroute bij de Noordpool mogelijk te maken én de minder bekende wetenschappelijke expeditie richting Antarctica, tussen 1839 en 1843 ondernomen onder bevelhebber James Clarke Ross.

De tragiek en het mysterie van het eerste verhaal spreken uiteraard tot de verbeelding. Palin schetst vaardig de gigantische schaal en ambitie van de onderneming. (Een overzicht van de bevoorrading noemt 7446 kilo rundvlees, 4953 kilo geconcentreerde soep en 20.457 liter ‘echte West-Indische rum’, een scheepsbibliotheek van 1200 boeken en ‘kostuums voor toneeluitvoeringen’.)

Zijn portret van de niet erg capabele kapitein Franklin is mild en menselijk. En de al speculerend aangevoerde oorzaken van het uiteindelijke fiasco klinken overtuigend: van krankzinnigheid-door-loodvergiftiging, veroorzaakt door ondeugdelijke conservenblikken tot het uit hooghartigheid niet inroepen van hulp van de lokale Inuit.

Pub

Maar toch: in zijn beschrijving van de tocht naar Antarctica is de (amateur)historicus nog beter op dreef. Ongetwijfeld deels doordat daarvan wél uitgebreide getuigenissen zijn overgeleverd, maar ook dankzij Palins kennelijke be- en verwondering.

Verbluffend mag je de prestaties van Ross en zijn bemanning ook rustig noemen. Ze ontdekten het Transantarctisch Gebergte, de vulkanen Erebus en Terror en de Rosszee. Ze brachten een groot deel van de kustlijn en het planten- en dierenleven in kaart. En ze kwamen zuidelijker dan een schip ooit geweest was en, louter dankzij zeilkunst en mankracht, verder dan (stoom)schepen nog zestig jaar daarna zouden komen.

Een avontuurlijk verhaal vol mannen gedreven door brandende nieuwsgierigheid; geen wonder dat dit Palin aansprak. En onderweg komen er zelfs momenten voorbij die zijn pythoneske gevoel voor het absurdistische prikkelden. Zo is er die scheepsarts en natuurvorser Robert McCormick, die met hilarische verbetenheid elke exotische vogel neerschiet die zijn pad kruist.

En als de Erebus op oudejaarsdag 1841 muurvast zit in pakijs graaft de bemanning een complete ijszaal uit voor ‘een uitbundig feest’ om de volgende ochtend ‘sneeuw te ruimen voor een ijsdansvloer, en daar zelfs een pub bij te bouwen’. Een Engelse pub midden in de poolzee, met een naambordje hangend aan een bootshaak en een ijsbijl. Op de ene kant stond ‘The Pilgrims of the Ocean’, op de andere ‘The Pioneers of Science’.
 

Op 30 oktober wordt Michael Palin tijdens het Crossing Border Festival geïnterviewd over Erebus.