In 'Het koeienparadijs' portretteren schrijfster Bibi Dumon Tak en fotograaf Hans van der Meer de bewoners van het enige Nederlandse koeienrusthuis. Van Claartje, oudste koe van Nederland, tot gedumpte hobbykoe Wakamoe.

Kees weegt bijna 800 kilo en is zo mak als een lammetje. Met zijn vochtige snuit tast hij voorzichtig je mouw af om dan ineens met zijn lange tong aan je hand te sabbelen. Hij kwam hier drie jaar geleden als kalfje van amper twee weken oud en werd met de fles grootgebracht. Twee keer per dag slobberde hij een paar liter melk naar binnen en nu is hij een imposante blauwe os die nog lang niet is uitgegroeid. Pas als hij een jaar of acht is, zal hij volwassen zijn. Er kan nog makkelijk duizend kilo bij komen.

Kees is een van de runderen die figureren in Het koeienparadijs, een boek van Bibi Dumon Tak en Hans van der Meer. Dumon Tak schreef de tekst, Van der Meer maakte de foto’s. Het boek verschijnt ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van De Leemweg, het enige koeienrusthuis van Nederland. Zo’n jubileumboek kan knullig uitpakken, maar daar hoef je bij dit duo niet bang voor te zijn. Dumon Tak, een gelauwerd (kinderboeken)schrijfster, is op haar best als ze over dieren schrijft en Van der Meer zag met zijn fotografenoog al jaren geleden de schoonheid van de koe.

Samen trokken ze naar De Leemweg in het Friese Zandhuizen om de bewoners te portretteren. Dit resulteerde in een boek dat zelfs van de grootste melkmuil een instant veganist maakt.

mazzelaars

Op deze prachtige nazomermiddag steken de oudste bewoners net hun snuit in een emmer brokjes terwijl Bert Hollander verderop mest in een kruiwagen schept. Claartje is in juni 25 jaar geworden en daarmee de oudste koe van Nederland, misschien zelfs van de wereld. Ooit ontsnapte ze toen ze werd afgevoerd naar het slachthuis. Na een wilde achtervolging door brandweer en politie sprong ze in een winkelstraat door een etalageruit. Nu zijn haar reumatische poten krom, haar ooit zwarte vlekken grijs en is ze nagenoeg blind. Maar afspuiten, zoals dat in veehoudersjargon heet? Nee. Dat gebeurt alleen als een dier zichtbaar lijdt en volgens Hollander redt Claartje zich nog best. ‘Ze is oud maar niet ziek.’

Als zoon van kleinschalige melkveehouders groeide Bert Hollander op met koeien, maar hij had moeite met hun uiteindelijke lot en stopte al jong met vlees eten. Na een carrière in de muziekindustrie keerde hij terug naar de stal van zijn vader, die stopte met boeren en nog twee oude koeien had. Nu wijdt hij zijn leven alweer twintig jaar aan zijn kudde, die bestaat uit 45 mazzelaars: koeien en (voormalige) stieren die hier oud mogen worden. Ontsnapt uit het slachthuis, zoals Claartje, of te groot geworden voor de kinderboerderij. Er zijn vondelingen bij, voormalige hobbykoeien en koeien van boeren die vonden dat dit ene exemplaar na bewezen diensten een mooie oude dag verdiende. Samen vormen ze een bont gezelschap.

'Ooit ontsnapte koe Claartje toen ze werd afgevoerd naar het slachthuis. Na een wilde achtervolging door brandweer en politie sprong ze in een winkelstraat door een etalageruit.'

Katja de Bruin

Claartje, de oudste koe van Nederland en misschien zelfs van de wereld.

zandbak

Het grootste deel van het jaar staat de kudde in de wei. Vorig jaar gingen ze dankzij een uitzonderlijk warm najaar zelfs pas in december naar de stal. Claartje staat vandaag met twee lotgenoten in de zandstal. Die is door Hollander bedacht voor koeien die niet meer kunnen weiden. Een uniek concept. Zand voegt zich naar het lichaam, hoeven glijden er niet op uit en bacteriën houden er niet van. Enige nadeel is dat hier ’s winters, als er zestien koeien staan, vijf uur per dag mest moet worden geschept.

Vandaag sloffen er maar drie hoogbejaarde bewoners door deze grote zandbak, waar borstels hangen om aan te schuren en waar in alle rust hooi kan worden gegeten. Hollander schept de mest in een kruiwagen terwijl hij, ongetwijfeld voor de zoveelste keer, uitlegt dat een koe voor 83 procent genetisch gelijk is aan de mens. Bovendien hebben koeien een IQ van rond de tachtig. Daar kijken we toch wel even van op. Volgens Hollander worden koeien gefokt op hun intelligentie, omdat ze in de afgelopen dertig jaar steeds meer hebben moeten leren doen. Uitvinden hoe een melkrobot werkt en hoe je voer uit de voercomputer haalt, dat vereist enige intelligentie. Wat er nog niet is uitgefokt, is hun stressgevoeligheid. Vijf minuten voordat de dierenarts het erf oprijdt, heerst er al onrust in de stal.

Tekst loopt verder onder de afbeelding.

dialect

Elke kudde heeft zijn eigen dialect, vertelt Hollander, en al zijn koeien kennen hun naam. Als hij het woord ‘brokjes’ laat vallen, zijn ze er als de kippen bij. Dus zo dom zijn ze niet. Sterker, een koe is best op te voeden. Hollander had een stier die telkens zijn ligstal onderpiste binnen twee dagen zindelijk. Hoe hij dat deed? ‘Gewoon laten merken dat je het niet leuk vindt.’

We lopen even de wei in waar een klein deel van de bewoners staat. Dit zijn speciale gevallen die niet goed gedijen in de grote kudde, die even verderop staat. De onafscheidelijke tweeling Juultje en René, die hopen dat de bezoeker een koeienkoekje bij zich heeft, de kleine bruine Wakamoe die met haar moeder als hobbykoe fungeerde totdat de eigenaar geen plek meer voor ze had. En Kees, die niet zonder Bert kan. In de grote kudde verderop kwijnde hij weg. Hij at niet meer van de heimwee. Zodra hij in de buurt stond, begon hij weer met eten. Ware kalverliefde.

Bibi Dumon Tak & Hans van der Meer: Het koeienparadijs
(uitgeverij Querido)