Met 'Manhattan Beach' levert Jennifer Egan een oerconventionele historische roman af die gesitueerd is in het Amerika van de jaren dertig en veertig. Katja de Bruin sprak Egan over haar nieuwste boek.

Het is best gek om het over Jennifer Egan te hebben zonder haar vorige boek te noemen, dus laten we daar maar gelijk mee beginnen: A Visit from the Goon Squad, ofwel Bezoek van de knokploeg won zes jaar geleden elke denkbare literaire prijs. En dat terwijl het een experimentele roman was, met, een literaire noviteit, een hoofdstuk dat bestond uit een powerpointpresentatie. Over dat boek is alles al gezegd dus nu gaan we het hebben over Manhattan Beach, de vijfde roman van de duivelskunstenaar uit Brooklyn.

'Gooi Mad Men, Boardwalk Empire en The Godfather in de blender en je hebt een idee van de sfeer.'

Katja de Bruin over 'Manhattan Beach'

Als er één eigenschap is die Jennifer Egan kenmerkt, is het wel haar vermogen om zichzelf bij elk boek opnieuw uit te vinden. Haar romans verschillen zo sterk van elkaar dat het nauwelijks te geloven is dat ze aan hetzelfde brein zijn ontsproten. Wie gehoopt had op een Knokploeg 2.0 heeft pech. Manhattan Beach lijkt in niets op die experimentele, hippe dystopie over de muziekindustrie. In plaats daarvan koos Egan voor de oerconventionele historische roman, met als decor het overbekende Amerika van de jaren dertig en veertig. Denk drooglegging, Depressie en Pearl Harbor. Meisjes dansen de Baltimore Buzz en dromen over Gary Cooper, mannen rijden in Cadillacs en roken Old Golds. Gooi Mad Men, Boardwalk Empire en The Godfather in de blender en je hebt een idee van de sfeer.

Anna is de oudste dochter van Eddie Kerrigan, die zijn gezin onderhoudt door als bagman te fungeren: iemand die als intermediair optreedt tussen mannen die elkaar niet mogen ontmoeten. In de praktijk betekent dit dat Eddie een zak met geld van de een naar de ander brengt. Schimmige zaakjes dus. Een van zijn contacten is nachtclubeigenaar Dexter Styles, die zijn strandhuis ook al niet heeft gekocht met eerlijk verdiend geld. De verhouding tussen Anna, Eddie en Dexter vormt het skelet van Manhattan Beach. Daaromheen bouwt Egan een breed uitwaaierend verhaal over emancipatie, oorlog, vrijheid, misdaad en standsverschillen.

Vanuit haar werkkamer in Brooklyn vertelt Jennifer Egan via Skype waarom het dit keer een historische roman is geworden.

‘Ik raakte geïnteresseerd in New York tijdens de oorlog na 9/11. Hoe was Amerika zo’n dominante supermacht geworden? De basis werd gelegd in WO II. Toen ik foto’s van de stad bekeek uit die tijd viel me op hoe ongelofelijk belangrijk de haven destijds was. Dat was de plek waar ik moest zijn. Dankzij een andere foto leerde ik dat er burgerduikers waren. Ik weet helemaal niets van duiken, ik heb zelfs nog nooit gesnorkeld, maar duiken leek me ineens heel belangrijk. Dus ben ik in 2009 naar een reünie gegaan van legerduikers. De meeste veteranen daar hadden in Korea of Vietnam gedoken, maar er was een man die nog in WO II had gedoken. Een hele joviale, energieke man van in de tachtig die vertelde hoe hij in Cherbourg had geholpen de haven begaanbaar te maken met behulp van dynamiet. Ik vroeg of hij wel eens vrouwelijke duikers was tegengekomen. Er bleek daar een Russische duikster te hebben gewerkt. Ik was zo door haar geïntrigeerd dat ik een afspraak met hem maakte om telefonisch verder te praten, maar hij stierf onverwacht. Die Russische duikster bleef in mijn gedachten rondspoken. Omdat ik wist dat zij heeft bestaan, vond ik dat ik van Anna wel een duikster kon maken.’

Tekst loopt verder onder de afbeelding.

Tegen welke problemen loop je aan bij een historisch boek?
‘Het probleem was dat ik niet kon schrijven zoals ik in mijn vorige boeken deed. Ik dacht dat het belangrijkste zou zijn om te weten wat mensen voor kleren droegen en in welke auto’s ze reden, maar daar ben je in een dag achter. En wat dachten ze? Waar verlangden ze naar? Wat zat er in het collectieve geheugen? Daar liep ik vast. Pas toen ik genoeg kennis had over die periode begon ik het leuk te vinden. Toen was het ook niet moeilijk meer.’

Manhattan Beach is heel filmisch, u gebruikt veel details om de sfeer te schetsen.
‘Voor mijn boek wilde ik wel de sfeer van de film noir, maar zonder de clichés. Het is niet voldoende om een paar sigarettenmerken en een paar auto’s te kennen. Het gaat om de context. Je moet precies weten welke mensen welk merk sigaretten rookten. Zelfs de kleur van een auto was toen heel veelzeggend. Ik heb niet alle antwoorden en natuurlijk verzin ik dingen, maar ik moest genoeg weten om het geloofwaardig te houden.'

'Wolf Hall kan niet meer verschillen van Manhattan Beach maar toch was Hilary Mantel een voorbeeld voor me. Dankzij haar zag ik hoe je een periode kunt neerzetten zonder dat het eruitziet als een film. Wolf Hall speelt zich vrijwel geheel binnenshuis af. Toch komt er geen kaars in voor. Terwijl dat hele boek verlicht wordt door kaarslicht. Maar zodra je dat benoemt wordt het een cliché.’

Manhattan Beach wordt aangekondigd als het belangrijkste boek dat deze herfst verschijnt. De verwachtingen zijn hooggespannen. Is dat vervelend?
‘Ik voel niet zo veel druk. Dat komt omdat dit zo’n moeilijk boek was om te schrijven. Ergens onderweg heb ik met mezelf afgesproken dat het genoeg zou zijn als ik er zelf tevreden over was. Op dat moment leek dat onmogelijk. Mensen zullen onvermijdelijk teleurgesteld zijn, maar dat ben ik gewend. Al mijn boeken verschillen van elkaar, dus bij elk nieuw boek raak ik een deel van mijn lezers kwijt. Maar ik heb goed nieuws: in mijn volgende boek keer ik terug naar de wereld van de Knokploeg. Er zaten personages in dat boek waarmee ik nog niet klaar was.’

Jennifer Egan: Manhattan Beach (vertaling Arjaan en Thijs van Nimwegen)
(uitgeverij De Arbeiderspers)