Waar is je liefde voor het boek begonnen?
Jeroen van Kan: ‘Op de kleuterschool. Mijn allereerste boekje ging over twee kinderen die bij een beekje speelden en een bootje lieten varen. Dat heeft een enorme indruk gemaakt. Daarna Jaap ter Haars Saskia en Jeroen en Wiplala van Annie M.G. Schmidt. Weer wat ouder alles van Thea Beckman, Oorlog zonder vrienden van Evert Hartman, Pjotr van Jan Terlouw. Daarna de Ronald Dahls en Astrid Lindgrens. Toen ik veertien was, kreeg ik van mijn moeder De junival van Jan Wolkers cadeau, omdat ik graag de overstap naar echte literatuur wilde maken. Daar had ik een gek beeld van. Bij mijn moeder stond De mens in opstand van Albert Camus in de kast. Daardoor had ik het idee dat volwassenen literatuur heel moeilijk was. De junival ging over de dood van Wolkers’ moeder en zijn kat. Een dun boekje met simpele hoofdstukjes. Ik had verwacht dat in de literatuur niets is wat het lijkt en dat er altijd wat achter zit waar ik niet bij kom. Bleek er niet te zijn.’
Let op: Deze inhoud kan niet getoond worden omdat deze mogelijk strijdig is met de gekozen cookiesettings.
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?
U kunt dit hier aanpassen door de categorie 'social' aan te vinken. Waarom is dit nodig?