Een jaar na het overlijden van dichter en Boeken-presentator Wim Brands verschijnen zijn 'Verzamelde gedichten' en 'Alles komt goed', een boek van vrienden en bekenden. Over zijn poëzie gaat het in een speciale uitzending van 'VPRO Boeken'.

‘Dit boek hadden we liever niet gemaakt, maar veel meer kunnen we niet doen,’ aldus Jeroen van Kan en Maarten Westerveen in de inleiding van Alles komt goed, een boek waarin vrienden en collega’s een klein monumentje oprichten voor Wim Brands, die een jaar geleden overleed. Gelijktijdig verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot zijn Verzamelde gedichten, waarin de zes bundels die hij publiceerde zijn aangevuld met los verschenen werk. Want, zoals Van Kan en Westerveen terecht opmerken: ‘Ondanks al die uren radio en televisie die hij maakte, is Wim het meest aanwezig in zijn poëzie.’

Een jaar na zijn dood zijn er nog wekelijks kijkers die VPRO Boeken laten weten hoezeer ze Wim Brands missen op zondagochtend. Dat zou hij mooi hebben gevonden, maar veel liever dan als interviewer zou hij herinnerd willen worden als dichter. Nog liever als allebei, want bescheiden was hij niet. Jeroen Brouwers wijdt in de onlangs verschenen bijgewerkte versie van zijn monumentale De laatste deur een hoofdstuk aan Wim Brands. ‘Zijn dichterschap bleef ondergewaardeerd, wellicht niet in de laatste plaats door hemzelf. Het werd niet onderschat of miskend, maar het bleef in de schaduw van zijn andere werk, waar hij grotere bekendheid aan dankte. Bij zijn overlijden bleek nauwelijks bekend dat hij ook dichter was.’

Dat is een beetje overdreven. In geen enkel in memoriam bleef onvermeld dat ons behalve een presentator ook een dichter was ontvallen, al benam de televisie-Wim soms wel het zicht op de dichter-Wim.

Gebed van een zoon

Ik kijk naar Kabakovs man. Staand
op een ladder, zijn armen ten hemel.
 
En ik denk: dat ben ik.
Reikend naar mijn verre vader.
 
Laat dit dan mijn gebed zijn:
 
If equal affection cannot be,
let the more loving one be me.

Graagte

‘(…) voor alles was hij een dichter’, schrijft F. Starik in Alles komt goed. ‘De dichter van een klein, hecht oeuvre. Een ongemakkelijke combinatie, die glanzende carrière was opzichtig voor de dichter gaan staan. Dat stemt de buitenwereld wantrouwig.’

David Kleijwegt, die met Wim het programma Boeken op reis maakte, memoreert hoe ze ooit samen zijn oude vader gingen opzoeken, in een aanleunwoning in Ommoord. Vader Kleijwegt, zelf een dichter, keek op zondagochtend trouw naar Boeken. Maar oneindig veel mooier was dat hij alle bundels van de dichter Brands in de kast had staan. ‘Wim genoot. Aan de rand van mijn vaders bed signeerde hij met graagte zijn eigen werk. In ongeduldige letters, waar het plezier van afspatte.’

Verderop concludeert Kleijwegt: ‘Mijn vader zag helder wie Wim Brands werkelijk was. Niet die publieke figuur, niet die interviewer. Dichter.’
K. Michel vindt het moeilijk om Wim Brands als persoon te karakteriseren. ‘Als dichter is hij echter makkelijker te typeren. Opvallend is namelijk dat hij in een beschrijvende stijl werkte en dat hij vaak gedichten schreef naar aanleiding van een tekst of een motief van iemand anders.’

Kauw

 Nog voor de tijd dat ik mijn toekomst
vergooide:
 
mijn vleugels geknipt
maar o zo gewiekst
 
Eén schreeuw en ik kreeg brood
wit en fijn
 
Mijn vlerken groeiden aan
tot weerspannigheid
 
Ik pikte de hand
die strooide
 
Men kruisigde mij: martelaar
voor de eksters
 
die niet eens mijn vrienden
zijn

Hart

Arie Storm memoreert hoe Wim hem ooit uitlegde dat hij zich onveilig voelde vanwege zijn eenvoudige afkomst. En dat hij dat herkende. ‘Ik ben nog veel neurotischer dan jij’, had hij gezegd. Wim zou Storm zeker acht of negen keer interviewen, maar ook voor hem bleef hij eerst en vooral dichter: ‘Om dat interviewen van hem zou hij beroemd worden, maar zijn hart lag in werkelijkheid in dat dichten. Soms zag ik hem in de stad fietsen, met een mandje voor op zijn fiets en daar zat een hond in, en dan dacht ik nooit: kijk, daar heb je de interviewer Wim Brands. Ik dacht altijd: kijk, daar heb je de dichter Wim Brands.’

Jeroen van Kan, die niet alleen de presentatie van zijn programma overnam maar ook goed met hem bevriend was, wijst op de verleiding Wims poëzie met terugwerkende kracht, in het licht van het einde, anders te lezen. ‘Om in die poëzie een verklaring te vinden, iets wat vooruitwijst. Hoe begrijpelijk ook, die lezing doet zijn werk tekort. Als je in die gedichten al op zoek bent naar bordjes die naar het levenseinde wijzen, vergeet dan niet er ook omheen te kijken, naar het landschap waar ze in staan.’

Niet hineininterpretieren dus, maar gewoon de dichter Brands lezen omdat zijn werk dat verdient.

In een speciale uitzending van VPRO Boeken praat Jeroen van Kan over de poëzie van Wim Brands met Thomas Verbogt, die een inleiding bij de Verzamelde gedichten schreef, en met Erik Bindervoet.

{zonder titel]

 Ik zat in de trein met een verkeerd kaartje
hoewel het bedrag dat ik had betaald
ook voldeed voor deze route
 
dus maakte ik mij geen zorgen:
de conducteur zou instemmend
knikken
 
maar ik werd wakker getikt door
mijn vader die voor het eerst
in zijn leven het zo begeerde
 
uniform aan had – het stond
hem goed, het was oud
maar als nieuw
 
naam? vroeg hij, adres?
en schreef een boete.

VPRO Boeken
Zondag 23 april, 11.20 tot 12.00 uur op NPO 1

Alles komt goed. Over Wim Brands.
Samenstelling: Maarten Westerveen en Jeroen van Kan, uitgeverij Balans

 

 

 

 

Wim Brands: Verzamelde gedichten,
uitgeverij Van Oorschot