Tijdens het Read My World literatuurfestival in Amsterdam staan Polen en Oekraïne centraal. Voormalig Oekraïne-correspondent Fleur de Weerd legt de gevoeligheden in de Oekraïense letteren bloot.

‘Ik ben met de Russische taal opgevoed, maar ik lees tegenwoordig alleen maar Oekraïense schrijvers.’ Het meisje zegt het met een mengeling van trots en woede in haar stem. We staan in Podil, een buurt in het centrum van Kiev, waar veel studenten en kunstenaars wonen.
Ik ben hier om voor Trouw jongeren te interviewen over hoe hun leven is veranderd sinds het conflict met Rusland over de annnexatie van de Krim. Ik verwachtte dat ze het zouden hebben over de stijgende prijzen en de dienstplicht. Maar ik hoor bij de studenten vooral iets anders: een nieuwe liefde voor alles wat Oekraïens is.

Ook bij mijn eigen vrienden – dertigers, hoogopgeleid, internationaal georiënteerd – valt het me op. Hoewel ze Russisch als moedertaal hebben, wordt er ineens veel meer Oekraïens gesproken en gelezen. Een vriend van me, Anton, geeft me zelfs leestips: alles van Sjevtsjenko en Zhadan. Echte Oekraïense schrijvers, noemt hij ze trots.
Na een kleine zoektocht online valt me op dat hun werk niet in het Nederlands vertaald is. ‘Dat van Gogol wel,’ meld ik Anton. ‘Die kwam toch ook uit Oekraïne?’ vraag ik. Anton is stil. ‘Ja eigenlijk wel,’ zegt hij. Maar zijn eerdere enthousiasme is ver te zoeken. Al snel blijkt waarom: ‘Hij staat internationaal als Russisch bekend.’

Oekraïne is pas onafhankelijk sinds 1991. Sinds die tijd zijn de Oekraïners op zoek naar hun identiteit. Velen zagen de Russen als een broedervolk uit dezelfde bron, waarmee ze een taal, geschiedenis en religie delen. En toch jeukte er iets. Een minderwaardigheidscomplex sluimerde onder de oppervlakte. Zoals mijn vriendin Julia ooit zei: ‘Het Russische volk is een volk van grote schrijvers, denkers en vergane grote wereldrijken. En wat hebben wij Oekraïners? Alleen maar mislukte revoluties.’

Dilemma

Sinds het conflict is de band met Rusland alleen maar ingewikkelder geworden. Het is als een scheiding van een broer na een heftige ruzie. Want ook al lijk je op elkaar, dat wil je na die ruzie absoluut niet horen. Dus zet Oekraïne zich af tegen alles wat met de tsarentijd of de Sovjet-Unie te maken heeft: mozaïeken worden verwijderd, plaatsnamen veranderd en de Russische taal wordt steeds meer in de ban gedaan.

Helemaal zonder kritiek gebeurt dit echter niet. Er zijn Oekraïners – een minderheid weliswaar – die hier vraagtekens bij zetten. Want zijn er geen mooie gedeelde tradities die je moet koesteren? Het is een dilemma dat zich manifesteert in vragen over hoe geschiedenislessen eruit moet zien en welke gebouwen moeten worden vernietigd. En ook in de omgang met literatuur zie je dit terug. Onder literatuurwetenschappers en boekenliefhebbers wordt flink gediscussieerd: over identiteit, taal en wat wel en niet in de ‘echte Oekraïense canon’ hoort.

Eigenlijk valt de Oekraïense literatuur vrij simpel samen te vatten. Je hebt drie categorieën schrijvers: de oude nationalisten, de oude Russen en schrijvers van na de onafhankelijkheid. Het is de manier waarop de categorieën tegenwoordig benaderd worden die boekdelen spreekt over het huidige Oekraïne.

De eerste categorie Oekraïense schrijvers leidt tot weinig problemen. Deze beslaat een groep negentiende-eeuwse schrijvers die onbetwist tot de Oekraïense canon behoren. Kopstukken zijn Taras Sjevtsjenko en Ivan Franko. Beiden geboren in het Russische rijk, en toch zeer Oekraïens.
Sjevtsjenko was een van de eerste Oekraïense intellectuelen die zich afzette tegen de norm in het Russische rijk en een dichtbundel in het Oekraïens uitbracht. Franko was de bekendste schrijver en politicus die een halve eeuw later op Sjevtsjenko’s werk voortborduurde. Hij schreef nationalistische boeken, vertaalde werk van Shakespeare in het Oekraïens en richtte nationalistische partijen op.

Fleur de Weerd tekent de verhalen die ze hoort in een buitenwijk van Kiev.

Frustratie

Beide schrijvers zijn zeer belangrijk geweest voor het ontstaan van de Oekraïense identiteit, waarbij taal een belangrijke rol speelde. In het huidige Oekraïne worden ze nu dan ook vereerd. Talloze standbeelden zijn er opgericht en scholen, straatnamen en plaatsen naar ze vernoemd. Sinds de revolutie is de verering alleen maar toegenomen. Hun revolutionaire teksten worden zelfs aangehaald op feestjes.

Het enige waarover frustratie bestaat, is dat ze buiten Oekraïne nauwelijks bekend zijn. Dat typeert wel meer Oost-Europese negentiende-eeuwse schrijvers: hun werk is vooral voor de binnenlandse markt. Misschien dat dit komt omdat hun werk vooral politiek van belang is. Of zit dat toch anders? In het West-Oekraïense Lviv kreeg ik ooit bijna ruzie met een jonge nationaliste toen ik deze suggestie opwierp. ‘De invloed van de Russen reikt dus zelfs zo ver. Tsjechov ken je zeker wel hè,’ brieste ze.  

Daarmee zijn we aanbeland bij de tweede, meer problematische categorie: ‘de oude Russen’. In deze groep zitten schrijvers die in het Westen waarschijnlijk wel een belletje doen rinkelen: bijvoorbeeld Isaak Babel, Michail Boelgakov en Nikolaj Gogol. Allemaal geboren in wat tegenwoordig Oekraïne heet, maar in hun tijd nog niet bestond. En dus wordt er al jaren over hun graven heen geruzied bij wie ze horen.

Neem Gogol. Hij werd in 1809 in de buurt van Kiev geboren, destijds onderdeel van het Russische Rijk, gaf les in Sint-Petersburg en stierf in Moskou. Hij werd door Dostojevski als grondlegger van de Russische literatuur bestempeld en dus moet hij wel Russisch zijn, menen Russische literatuurwetenschappers. Maar hij schreef veel over Oekraïense dorpen en was erg belangrijk voor het ontstaan van de Oekraïense romantiek, brengen de Oekraïense collega’s er tegenin.

Het gaat erom dat de Russen claimen de enige erfgenaam te zijn van zowel het Russische Rijk, de Sovjet-Unie, de Russische taal als alle schrijvers die daarbij horen. Oekraïne is enkel de provincie die niet wil luisteren.

Fleur de Weerd

Eigen helden

In werkelijkheid gaat deze strijd over meer dan een schrijver. Het gaat erom dat de Russen claimen de enige erfgenaam te zijn van zowel het Russische Rijk, de Sovjet-Unie, de Russische taal als alle schrijvers die daarbij horen. Oekraïne is enkel de provincie die niet wil luisteren.

Vooral dat laatste zit de Oekraïners dwars. Daarom zijn ze hartstochtelijk op zoek naar eigen helden. Schrijvers zoals Gogol vormen hierbij een probleem. Gogol schreef ooit: ‘Ik weet niet of mijn ziel Chochol (verwijzend naar een Oekraïens kozakkenkapsel) of Russisch is. Ik weet alleen dat ik onder geen beding voorrang zou geven aan de Klein-Russische identiteit boven de Russische of andersom.’

Zo’n opmerking valt niet goed in Oekraïne. Al helemaal niet omdat hij de term Klein-Rusland gebruikt, een oude term die Russen tegenwoordig denigrerend gebruiken voor Oekraïne. En dus zeggen Oekraïners zoals Anton: Rusland mag Gogol hebben. Tot woede van anderen. Hebben we tenminste een schrijver die iedereen kent, dan geven we hem toch niet weg aan die grijpgrage Russen, betogen zij. Zo komen we ten slotte bij de laatste categorie: de Oekraïense schrijvers van na de onafhankelijkheid. Een generatie die alle taboes doorbreekt en waarbij niemand zich afvraagt binnen welke canon ze vallen, zou je verwachten. Voor een deel klopt dat. De nieuwe schrijvers maakten meteen flink gebruik van de nieuwe vrijheden. Sinds 1991 wordt er geschreven over drugs, seks, corruptie en geweld en met allerlei nieuwe postmodernistische schrijfvormen geëxperimenteerd.

Een bekende schrijver is Sergej Zhadan uit Charkov, Oost-Oekraïne. Hij schreef verschillende boeken over het leven in het oosten, waarin geweld, zwartgallige humor en alcoholisme van de pagina’s spat. In zijn werk sijpelt desoriëntatie door van een generatie die niet weet wie zij is. Ook erg belangrijk is het werk van Oksana Zaboezjko, die wel de sleutelfiguur van de nieuwe generatie genoemd wordt. In 1994 zette ze zich met haar radicaal vernieuwende boek Veldonderzoek naar Oekraïense seks af tegen de traditionele man-vrouwverhoudingen en omschreef ze de Oekraïense geschiedenis als ‘de ongewassen walm van vergeefse moeite’.

Stem van het volk

Toch is de huidige generatie schrijvers ook niet vrij van ongeschreven regels. Er wordt vanaf de onafhankelijkheid binnen het literaire circuit vooral in het Oekraïens geschreven. Het is natuurlijk niet vreemd dat in een tijd van een ontwakende nationale identiteit taal een belangrijke rol speelt. De schrijvers zijn zich zeer bewust van de taak om Oekraïense literatuur te definiëren. Er komt al zo veel film, muziek en literatuur aanwaaien uit Rusland dat zij zich hiertegen afzetten.

Slechts een paar schrijvers doen dat niet. De belangrijkste van hen is cru genoeg meteen de meest succesvolle buiten Oekraïne. Andrej Koerkov is geboren in Rusland, maar opgegroeid in Oekraïne. Hij schrijft in het Russisch omdat dat zijn moedertaal is en Oekraïne nu eenmaal een tweetalig land is, betoogde hij in 2013. Deze houding betekent echter ook dat er al jaren over hem wordt gediscussieerd. Want, schreven opiniemakers, kan werk van een schrijver uit Rusland die in het Russisch schrijft ooit binnen de definitie ‘Oekraïense literatuur’ vallen? Ook het feit dat zijn stijl vaak omschreven wordt als Russisch absurdisme, zit hen dwars.

Maar Koerkov is geen Gogol. Anders dan zijn negentiende-eeuwse collega koos hij wel een kant. Toen de revolutie uitbrak in 2014 ontpopte de nieuwe generatie schrijvers zich al snel als de stem van het volk. Ze beklommen barricades, becommentarieerden de gebeurtenissen op televisie en kregen het soort intellectueel gezag toegedicht dat wij alleen kennen uit vorige eeuwen. Toen Zhadan in Charkov in elkaar geslagen werd door pro-Russische demonstranten leidde dit tot massaal protest. En een piek in zijn verkoopcijfers.

Koerkov bleef niet achter. Op zijn manier vocht hij toch mee, door beschouwende artikelen voor The Guardian te schrijven en zijn dagboekaantekeningen van de revolutie in boekvorm uit te brengen in het Westen. Hierin sprak hij zich uit als voorstander van de revolutie en het duurde niet lang tot hij in Rusland – waar hij toch ook altijd veel boeken verkocht had – als verrader bestempeld werd.

Dit bleek een keerpunt. Ineens was de taal waarin hij schreef niet belangrijk meer. Koerkov werd net als de Oekraïnofiele schrijvers op het nieuwe patriottistische sokkel gehesen. En zo staan zijn boeken tegenwoordig pal naast die van Sjevtsjenko in het schap.

Fleur de Weerd won dit jaar de VPRO Bob den Uyl Prijs met haar boek Het land dat maar niet wil lukken.

Van 6 t/m 8 oktober vindt in de Tolhuistuin in Amsterdam de vierde editie van het Read My World literatuurfestival plaats. Dit jaar staan Oekraïne en Polen centraal in drie dagen vol literatuur, poëzie, muziek, theater en film. Christine Otten, Frank Westerman, Astrid H. Roemer en Özcan Akyol treden op, maar ook Andrej Kurkov, Andriy Lyubha, Oksana Zabuzhko en Victoria Amelina uit Oekraïne. De Poolse delegatie bestaat uit Julia Fiedorczuk, Mariusz Szczygiel, Ziemowit Szczerek en Olga Tokarczuk.
Zie readmyworld.nl

Ook naar Read My World? Stuur een mailtje naar boeken@vpro.nl. De eerste tien inzenders krijgen twee vrijkaartjes.