'In romans word je vaak aan de hand genomen, bij een verhaal moet je veel meer je best doen om iemand te leren kennen,' zegt Maartje Wortel in de VPRO Gids. Om de stap wat kleiner te maken, neemt de redactie u aan de hand en tipt haar favoriete verhalenbundels.

Isaak Babel

De korte verhalen van Isaak Babel (1894-1940) zijn geweldig. Uitleggen waarom is niet goed mogelijk; daarom is het juist grootse literatuur. Vooruit dan: Babel vertelt plastisch, laconiek, cynisch, in grove streken, met unieke, rake, suggestieve beelden. U merkt het, zo’n uitleg schiet tekort. Nieuwe poging. Als Joodse jongen maakt hij een pogrom mee, lees het meesterlijke 'De geschiedenis van mijn duiventil', zó roep je een sfeer van angst en geweld op, in details, zonder het bloedvergieten zelf te omschrijven. Babel volgde de raad van Maksim Gorki, vader van het ‘socialistisch realisme’: begeef je onder de mensen, doe levenservaring op voor je gaat schrijven. Babel was gefascineerd door geweld, nam als oorlogscorrespondent deel aan de veldtocht tegen Polen. Lees De rode ruiterij (1924), waarvan de zinloosheid en onmenselijkheid van al dat moorden, plunderen en verkrachten afdruipt. Hoe er uit naam van een ideologie wordt gemoord; ook het communisme gaat als vanzelfsprekend over lijken. Die gruwelijke waarheid liet hij aan de lezer; kijk dan zelf! Ook Babel werd vermoord.

- Maarten van Bracht

Raymond Carver

Veel korte verhalen zijn gelukkig korte verhalen: als ze je uit hebt heb je ze ook uit. Ik realiseer me dat altijd weer als ik een bundel van Raymond Carver voor de zoveelste keer uit de kast heb gepakt. Niet zelden ontdek ik na lezing van een van zijn juweeltjes dat het geheim van het verhaal - de glanzende kiemcel - zich op een andere plek schuilhield dan ik vermoedde. Zoals bekend werd Carver geleid door de meesterhand van Captain Fiction, Gordon Lish, een redacteur die zijn schrijfstudenten soms maanden liet zwoegen op een eerste regel. De eerste regels van Carver zijn dan ook altijd goed. Een van mijn favoriete verhalen is 'Buren'. Ik heb het intussen minstens twintig keer gelezen. Het staat in Wees alsjeblieft stil, alsjeblieft. Bill en Arlene passen op het huis van de buren. Steeds langer verwijlen ze in het huis en begint het de lezer te dagen dat de onvrede over hun eigen levens groter is dan ze dachten. Maar hebben ze het door? Carver is geen schrijver die een web construeert waarin een vlieg uiteindelijk door een spin wordt opgevreten. In zijn web zit een vlieg die niet eens weet dat hij gevangen zit en de spin blijft loerend in een hoek wachten. De eerste regel van Buren luidt trouwens: 'Bill en Arlene Miller waren een gelukkig paar.'

- Wim Brands

Thomas Heerma van Voss

De Heerma van Vossen krijgen al veel aandacht, en het was Thomas die vorig jaar in Trouw opriep het verhaal als literair genre meer gewicht te geven, door er bijvoorbeeld een prijs voor in het leven te roepen. Nu die prijs bestaat, lijkt het mal om Thomas zelf te eren. Maar dergelijke bezwaren zijn buiten-literair. Waar het wel om gaat? Onlangs noemde Biesheuvel voor de VPRO-microfoon enkele voorwaarden waar een goed verhaal aan moet voldoen: ‘Kort, een goeie stijl en hier en daar een mopje, zo moet het. En de schrijver moet liefde uitstralen met hart en ziel, en zichzelf helemaal bloot geven. Alles draait om liefde. Liefde voor mens en dier.’ De derde persoon van Thomas Heerma van Voss voldoet volop aan deze condities. Wat vooral goed is aan zijn verhalen is dat hij zo scherp waarneemt, niet inzoomt op het grote leed maar op de subtiele interactie tussen mensen. Danielle Serdijn verwoordde het in de Volkskrant onlangs treffend: 'Iedere keer als je denkt dat je het overziet, blijkt er nog weer een ander deurtje dat geopend kan. (…) zijn verhalen zijn stuk voor stuk vol betekenis, waarbij je steeds dezelfde soort tournure tegenkomt in relaties tussen mensen. Het is alsof bij voortduring het zoeklicht verspringt, waardoor geen enkel oordeel standhoudt.'

- Anton de Goede

Lorrie Moore

Een verhalenbundel van kaft tot kaft doorwerken is zoiets als het hele oeuvre van een schrijver achter elkaar uit lezen; een wereldvreemde hobby voor letterkundigen. Dus als je de Collected Stories (665 pagina’s, 37 verhalen) van Lorrie Moore in huis hebt, ben je daar wel even zoet mee. Na vier jaar heb ik hem nog niet uit - en toch is het een van mijn meest dierbare boeken. Ze stelt je voor aan haar personages zoals een (heel gevatte en wijze) gemeenschappelijke kennis dat zou doen (‘Her mother had given her the name Agnes, believing that a good-looking woman was even more striking when her name was a homely one’), geeft die personages schrijnend waarachtige gedachten mee (‘he once complained dejectedly about not having been cute enough to have been molested by a priest’) - en zet ze tot slot in levensechte, lastig te definiëren, relaties. Er is zoveel te leren in deze verhalen, zoveel te lachen en zoveel ongemak weg te slikken; je bent er jaren zoet mee.

- Nikki Dekker

Alice Munro

Gewone mensen met gewone banen die wonen in gewone huizen in gewone stadjes. Je zou de verhalen van Alice Munro heel saai kunnen vinden. Zelfs als er wel sprake is van grote drama’s, schrijft Munro er zo ingehouden over dat het voelt alsof het iets is dat je morgen zou kunnen overkomen. De 139 verhalen (die soms meer dan zeventig pagina’s tellen en dus niet per se kort zijn) worden bevolkt door mensen die proberen het beste van het leven te maken. Of ze nu benepen, verlegen of simpel zijn, altijd zijn het echte mensen met een kloppend hart, in wie je na drie pennenstreken al gelooft. Munro, die zelf schreef op de overloop naast de strijkplank terwijl haar dochtertjes om haar heen drentelden, weet nog lading te geven aan het uitkloppen van een tafelkleed of het voeren van de kippen. In dit soort kleine, huiselijke details weet ze universele problemen en verlangens zichtbaar te maken zonder die expliciet te benoemen. Munro bewijst dat grootse literatuur zich heel goed aan het aanrecht kan afspelen. Ze won er zelfs de Nobelprijs mee.

- Katja de Bruin

De eerste J.M.A. Biesheuvelprijs wordt uitgereikt op 14 februari. Bij die gelegenheid wordt ook Brief aan vader gepresenteerd, een keuze uit eigen werk door Maarten Biesheuvel. Anton de Goede ging voor Nooit Meer Slapen bij Biesheuvel op bezoek. Luister het gesprek hier.

Maar De week van het Korte Verhaal was niet altijd een landelijk evenement - het begon ooit als een zelfbedachte week van een kleine boekwinkel in Amsterdam. Katja de Bruin sprak met de boekhandel in kwestie, verhalenschrijvers Sanneke van Hassel en Thomas Heerma van Voss en uitgever Joost Nijssen. Lees haar stuk hier.

Jeroen van Kan in gesprek met de vertaler van Isaak Babel

Dit fragment werd mei 2013 uitgezonden in De Avonden.

Raymond Carvers 'Buren' als hoorspel

Heleen Hummelen maakte een hoorspel van 'Buren', te horen op woord.nl.

Thomas Heerma van Voss over zijn vorige roman

In 2013 sprak Anton de Goede met Thomas Heerma van Voss over zijn roman 'Stern' in De avonden. Luister dat gesprek hier:

In gesprek met Alice Munro

Toen Alice Munro in 2013 de Nobelprijs won, nam de organisatie een speciaal filmpje met haar op waarin ze vertelt over haar werk.