Van puisterige puber tot gelauwerd auteur: in twintig jaar schreef Arnon Grunberg een uitgebreid oeuvre bijeen.

‘Iedereen weet stiekem dat normaliteit een pose is.’ Onlangs betitelde auteur Arnon Grunberg –hoofdgast van een ‘TV Special’ van kunst- en cultuurprogramma Opiumeen van zijn dagelijkse ‘voetnoten’ in de Volkskrant met deze messcherpe woorden.

Het miniatuurartikel zet vervolgens in krap honderdveertig woorden uiteen hoe de loopbaan van de Amerikaanse Lena Dunham is verlopen: van een mollig, neurotisch buitenbeentje dat tot haar elfde in het bed van haar ouders sliep, tot actrice en scenarioschrijfster van de populaire televisieserie Girls. In de verhaallijnen van de serie prikt ze de regels van de normaliteit door – met haar afwijkendheid als ontwapenend steekwapen. Vanaf de zijlijn ziet men immers het meest.

Als normaliteit een pose is, dan is abnormaliteit dat vaak ook. Grunberg kan het in de voetnoot niet laten te vermelden dat hij zelf tot zijn negende bij zijn moeder sliep.

Bovendien was het niet Grunberg die in het ouderlijk bed trok, maar moeder die naar zijn jongenskamer verkaste. Ongeveer vijftien jaar nadat zijn moeder weer terugkeerde naar het bed van haar echtgenoot, debuteerde hij met Blauwe Maandagen (1994). Het autobiografische werk verhaalt onder andere over de oorlogservaringen van Grunbergs ouders. De kritieken waren juichend – inmiddels is het boek toe aan een veertigste druk.

De daaropvolgende twintig jaar schreef Grunberg een uitgebreid oeuvre bijeen, verhuisde naar New York en werd een gelauwerd schrijver, essayist en columnist voor onder andere de Volkskrant en VPRO Gids. Ter gelegenheid van zijn twintigjarig jubileum als schrijver organiseert de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam een tentoonstelling waarin Grunberg en zijn werk centraal staan. Manu­scripten, pamfletten, scenario’s voor toneel, briefwisselingen, agenda’s, kattenbelletjes, alles wat de auteur de moeite waard vond te bewaren, is er te bekijken. Opium-presentator Cornald Maas loopt met Grunberg over de tentoonstelling en spreekt met de auteur over zijn carrière. Wat heeft die hem gebracht en hoe kijkt hij terug op zijn begin­jaren?
 
Maas zal in deze aflevering vooral inzoomen op deze beginjaren – de vijf jaren voor zijn debuut. Het zijn jaren waarin een jonge en ambitieuze Grunberg (bebrild, lang haar, puisterig) zijn weg zoekt. Naar verluidt droomde Grunberg aanvankelijk van een carrière als scenarioschrijver, voor onder andere Toneelgroep Amsterdam, uitgever van niet-arische Duitse literatuur en ­acteur. Pas als hij niet verder komt dan een paar figurantenrolletjes, waagt hij zich aan het schrijven van proza. Naast Grunberg zelf spreekt Opium voor dit portret met mensen die hem nog van vóór zijn doorbraak als schrijver kennen. Zoals actrice Roos Ouwehand, die ­begin jaren negentig Grunbergs huisgenoot was, en uitgever Vic van de Reijt.
 
‘Maar op het afwijkende, aldus Dunham, volgt de zogenaamde normaliteit: succes, een lieve vriend. Na het lijden de verlossing,’ schrijft Grunberg over Dunhams levenspad tot nu toe in de voetnoot. Houdt de vergelijking daarmee op? Op een leeftijd waarop de normaliteit dicteert dat zonen al een eigen thuis hebben gesticht, betrekt Grunberg, in het voorjaar van 2014, opnieuw het ouderlijk huis: zijn laatste project is het schrijven van een boek over zijn ­moeder.

Opium TV Special

Zaterdag 8 november NPO 1, 22.35-23.25 uur