VPRO Gids #44

Michele Serra heeft met zijn boek 'Wacht op mij!' in Italië veel losgemaakt en verovert stormenderhand ook andere landen. Zijn observaties van de moderne generatiekloof blijken zeer invoelbaar.

Een slungelige jongen ligt op de bank in een verfrommelde berg van kussens en kruimels. Laptop op zijn buik, telefoon in zijn rechterhand, een gehavend scheikundeboek in zijn linkerhand. De televisie staat aan en hij heeft zijn oortjes in om naar muziek te luisteren op zijn iPod.
 
Zijn vader staat ernaar te staren en probeert zich voor te stellen wat er in dat hoofd omgaat. Als de jongen merkt dat zijn vader naar hem staat te kijken, mompelt hij alleen: ‘Het is de evolutie van de soort.’
 
Voor zijn scheikundetoets zal hij een zeven halen.
 
Het is een van de gouden scènes uit Wacht op mij!, een puntgaaf boekje van de Italiaanse schrijver Michele Serra, waarin een vader worstelt met zijn gebrek aan gezag, zijn onvermogen contact te krijgen met zijn zoon, zijn verlangen om tradities door te geven en zijn angst dat zij nooit dezelfde genoegens zullen delen. Serra slaagt erin zeer geestige observaties over de alledaagse realiteit van het leven met een puber (borden met klodders saus, openstaande kastdeuren, brandende lampen, rondslingerende onderbroeken) af te wisselen met filosofische bespiegelingen die veel lezers aan het denken zullen zetten. De vader legt uit hoe hij als adolescent de volwassen wereld als een koninkrijk beschouwde dat moest worden veroverd. ‘Ik was niet volgzamer, noch gevoeliger, noch intelligenter dan jij. Maar ik maakte deel uit van een tijdperk – het laatste? – waarin het conflict tussen Jongeren en Ouderen zich afspeelde op een en hetzelfde strijdtoneel.’

Stapels brieven

De angst dat hij zijn zoon niet zal kunnen overtuigen van de waarde van tradities, en dat hij zelf de laatste schakel zal blijken in een lange keten, blijkt zeer invoelbaar. Michele Serra heeft met zijn boek, dat iets meer dan honderd pagina’s telt, in Italië veel losgemaakt. En niet alleen daar, want Wacht op mij! verovert stormenderhand ook andere landen. De vader in zijn autobiografische roman lijkt sterk op hemzelf, maar de zoon is een samensmelting van de vier kinderen die hij en zijn tweede vrouw samen hebben, en die zes jaar geleden gelijktijdig pubers waren. 
 
Stapels brieven kreeg hij, van ouders die hem bedankten voor zijn boek, zo vertelt Serra tijdens een bezoek aan Amsterdam. ‘Die vader worstelt met zijn identiteit als vader, het lukt hem niet autoritair te zijn, hij twijfelt voortdurend. Ik heb heel veel reacties gehad van mensen die zich daarin herkenden, die ook het gevoel hadden dat ze in gebreke bleven als ouders. Mijn generatie is nog grootgebracht met autoriteit en orde. Een simpel voorbeeld: als je een jongen was, had je kort haar en zodra je het huis uitging, liet je het lang groeien. Zo deed iedereen dat. Nu zou het volkomen belachelijk zijn om je zoon te dwingen zijn haar kort te laten knippen. De vader in mijn boek is blij met die vrijheid en zou die nooit willen opgeven, maar hij realiseert zich dat je daar wel een prijs voor betaalt. Inherent aan die vrijheid is chaos en verwarring, een gebrek aan orde. Als je accepteert dat vrijheid gepaard gaat met die elementen, kun je daar vrede mee hebben. Maar de vraag is: ben ik nog voldoende vader?’
 
Is de kloof tussen deze generatie ouders en hun kinderen dieper dan die tussen u en uw ouders?
 
‘Ik ben op mijn twintigste het huis uitgegaan. Ik had voortdurend ruzie met mijn vader, over alles. Maar we deelden wel hetzelfde strijdtoneel. We lazen dezelfde kranten, alleen koos mijn vader de kant van de politie en ik die van de studenten. Nu maken ouders geen ruzie meer met hun kinderen. We dragen elkaars kleren, luisteren naar elkaars muziek. We zijn elkaars vrienden. Maar eigenlijk zijn we mijlenver van elkaar verwijderd. We lezen niet dezelfde kranten, kijken niet naar dezelfde films, we maken geen ruzie meer over politiek. Vroeger keek je met het hele gezin naar dezelfde televisie. Nu is iedereen bezig met zijn eigen apparaat. Als er geen conflict is, is er ook geen echte diepgang in de relatie. We zeilen een beetje langs elkaar heen en kijken elkaar nooit diep in de ogen om te zien wat we nou echt vinden.’

Elke ouder wil tradities doorgeven, maar hoe belangrijk zijn die tradities nu werkelijk?
 
‘Vroeger werd jij arts of notaris als je vader dat ook was. Het ging er niet om wat jij leuk vond, maar wat het systeem voorschreef. Ideologie, politieke kleur en geloof werden overgedragen. Dat is allemaal weggevallen. Het gaat mij er niet om dat soort tradities door te geven. Ik vind het belangrijk dat kinderen in staat zijn te kiezen wat ze willen doen met hun leven. Ze hebben de zekerheden niet meer die ooit vanzelfsprekend waren. Deze generatie kan kiezen uit eindeloos veel mogelijkheden. Wat mij verontrust, is dat er geen tijd is om rustig na te denken, afstand te nemen. Ze zijn nooit meer alleen met zichzelf, altijd verbonden met de buitenwereld. Terwijl je juist leegte nodig hebt die je moet vullen met je eigen gedachten.’
 
Heel ontroerend is de angst van de vader in het boek dat hij en zijn zoon nooit dezelfde genoegens zullen delen.

‘De vader kan geen zekerheden, geen regels, geen wetten overbrengen. Geen seksuele moraal of politieke ideeën. Wat hij belangrijk vindt, is de liefde voor schoonheid, voor de mooie dingen in het leven. Dat wil hij overbrengen, en als hij daar niet in slaagt zou hij dat als falen zien, want alleen in zijn liefde voor het leven voelt hij geen verwarring.’

Michele Serra: 'Nu maken ouders geen ruzie meer met hun kinderen. We dragen elkaars kleren, luisteren naar elkaars muziek. We zijn elkaars vrienden. Maar eigenlijk zijn we mijlenver van elkaar verwijderd.'