Bladen in bloei

Het Zwitserse 'Reportagen' wijdt zich volledig aan verhalende journalistiek. Op papier, en zonder foto’s. ‘Sommige dingen moeten tastbaar blijven. Duurzame dingen die je mooi vindt, wil je op papier houden.’

Het ruikt naar inkt en papier in het halletje. Het zestiende nummer van Reportagen is net geleverd en hoofdredacteur Daniel Puntas Bernet moet nu alle dozen naar de redactie sjouwen. Die is verstopt op een tussenverdieping van een kantoorpand in een nondescript steegje direct grenzend aan het Bondsdagplein in de Zwitserse hoofdstad Bern.

In de vergaderkamer zijn office manager Christa Bless en haar assistente bezig enveloppen te adresseren voor de belangrijkste relaties. Het reisbureau waar ze de ruimte mee delen treft de voorbereidingen voor een kantoorborrel.

Hoewel kleinschalig georganiseerd, denkt Reportagen groot. Het tweemaandelijkse tijdschrift is volledig gewijd aan het genre van de lange kwaliteitsreportage. Het is een prachtig vormgegeven magazine in boekvorm, waar elke journalist en liefhebber van verhalende journalistiek van gaat watertanden.

Dat het meer is dan een jongensdroom bewijzen de cijfers (dit jaar bereikt het blad het break even point), de critici (vorig jaar won het zowel de belangrijkste designprijs als twee grote journalistenprijzen), en de lezers – die massaal de papieren vorm boven de digitale kiezen en jonger zijn dan je zou denken.

Bochtig

De trams en bussen in Bern zijn fluisterstil en er rijden opvallend weinig auto’s. Toeristen komen voor de chocoladewinkels, de frisse lucht en de berenkuil. Overal is het schoon en netjes. Een zebrapad betekent hier nog iets. Alleen de incidentele dronkaard met winkelwagen herinnert ons eraan dat we niet in een museum zijn.

Puntas Bernet (49) is een hoffelijke man die je meteen op je gemak stelt. De weg die hij aflegde naar het hoofdredacteurschap was net zo bochtig als de rivier die zich langs het historische centrum van Bern slingert. Aanvankelijk speelde de journalistiek geen enkele rol in zijn leven. Hij maakte carrière als valutahandelaar in New York en in de sportmarketing. Vervolgens maakte hij lange reizen door Zuid-Amerika, om uiteindelijk Duitse en Spaanse literatuur te gaat studeren, met het doel docent te worden. Pas tijdens die studie kwam hij voor het eerst in aanraking met het genre waar hij zijn verdere leven aan zou gaan wijden: de lange, verhalende journalistieke reportage. ‘Ik was op slag verliefd en wist dat dit was wat ik wilde doen,’ vertelt hij. Zijn eerste poging, een artikel over een ongeluk in een treintunnel, werd meteen gepubliceerd in de Neuer Zürcher Zeitung, het meest gerenommeerde dagblad van Zwitserland. Dat leidde tot een mooie baan bij diezelfde krant. ‘Maar vanwege de crisis moest ik steeds meer gewoon redactiewerk doen. Vanachter een bureau vulde ik de pagina’s. Dat wilde ik niet. Ik verslond bladen als The New Yorker, maar de Duitstalige wereld kende geen dergelijk tijdschrift. Dus ik besloot er zelf een te beginnen.’

Puntas Bernet besefte dat het zijn nieuwe blad tijd zou kosten om een naam te vestigen, dus hij had investeerders nodig. Zakelijke contacten uit zijn eerdere carrières kwamen daarbij goed van pas. Na een jaar had hij genoeg startkapitaal vergaard, zegde zijn baan bij de NZZ op en sprong in het diepe.

Honkbalpet

‘Vergis je niet,’ zegt Hannes Grassegger, een van de vier vaste redacteuren. ‘Daniel doet heel bescheiden over zijn carrière en prestaties. Maar hij is heel invloedrijk en weet precies wat hij wil.’ De Duitse Grassegger heeft geen last van wat hij de typisch Zwitserse bescheidenheid noemt. Met zijn honkbalpet ziet hij er veel jonger uit dan zijn 34 jaar. Een wandeling door de stad met de energieke journalist betekent een culturele en economische analyse van alles wat we om ons heen zien, doorspekt met referenties en citaten. Hij woont in een appartement vlak naast de beroemde klokkentoren van Bern, waar altijd toeristen uit India onder staan. In Bollywoodfilms wordt Zwitserland namelijk voorgesteld als het paradijs, met de beroemde toren als het centrum daarvan, leren we. Grassegger schrijft een stuk of drie reportages per jaar en bemoeit zich daarnaast met begeleiding van freelancers, losse projecten en redactioneel beleid. Onlangs bracht hij ruim twee weken in China door om uit te zoeken wat de recente voedselschandalen voor invloed hebben op de manier van koken en eten. Daarnaast freelancet hij voor andere tijdschriften en krantenbijlagen en heeft hij net een boek geschreven.

Fotovrij

Reportagen heeft een duidelijk profiel: in elk nummer zes non-fictieverhalen van minstens 5000 woorden met literaire kwaliteit, zowel eigen producties als aangekocht van buitenlandse auteurs. Een klassieker uit het genre van iemand als Norman Mailer, Ernest Hemingway of Ryszard Kapuscinski maakt de leeservaring compleet. Je moet er even de tijd voor nemen, maar moeilijk zijn de reportages niet. Ook met alleen middelbare school-Duits zijn ze prima te lezen.

In Reportagen staat geen enkele foto. Voor de motivatie daarvan moeten we naar Zürich, een uurtje geruisloos zoeven met de comfortabele trein door het groene berglandschap. In het economisch centrum van Zwitserland wordt het straatbeeld bepaald door dure zonnebrillen, pakken en hondjes. Ontwerpbureau Moiré zit in een wat alternatiever gedeelte van de stad, met een backpackershotel, een Turkse stomerij en een homobar als buren. Het kantoor boven een schimmige stripclub ziet er met tafelvoetbalspel en graffiti op de muren precies zo uit als je van een ontwerpstudio mag verwachten. Moiré is vanaf het begin nauw betrokken bij Reportagen. Ze ontwierpen speciaal een lettertype, geven opdrachten aan illustratoren en maken infographics. Marc Kappeler (38), een van de drie oprichters, rookt bij het schuifraam sigaretten. Hij draagt slobberige kleren en instappers zonder sokken. Hij heeft flink wat strijd moeten leveren tot de redactie akkoord ging met het fotovrije ontwerp en kan de argumenten nog zonder moeite opnoemen. ‘Ik was ervan overtuigd dat we om een kans te maken op de bladenmarkt een uniek en duidelijk profiel moesten hebben. Het tijdschriftschap ligt vol met glossy magazines met veel fotografie. Maar op dit formaat en papier komen foto’s niet goed uit. Bovendien kun je tegenwoordig één foto eigenlijk niet meer geloven. Fotojournalisten werken daarom met uitgebreide projecten en vertellen hun verhalen in grote dossiers. Daar zijn andere media voor.’ Met de nadruk op lang lezen van papier gaat Reportagen toch al tegen de stroom in, dus besloot Kappeler dan maar alle regels overboord te gooien. ‘Als je niet graag leest, koop je dit niet. Maar voor die mensen in het blad toch niet bedoeld.’ Zijn vasthoudendheid werd beloond; Moiré won in 2013 de prestigieuze Design Preis Schweiz.

Gevangenis

De Zwitserse trein is de ideale plek om je te verdiepen in een artikel uit Reportagen, zoals ‘Der Mörder als Pfleger’ van de Duitse journalist Claas Relotius. De auteur won met dit verhaal in Duitsland de Deutscher Reporterpreis én de cnn Journalist of the Year Award 2014. Het is een aangrijpende reportage uit een zwaar bewaakte gevangenis in de Amerikaanse staat Californië. Daar zitten criminelen hun leven lang vast, wat betekent dat ze ook te maken krijgen met ouderdomsziektes als Alzheimer. De gevangenis heeft daarom andere gedetineerden opgeleid tot verplegers. Relotius bracht tien dagen door met de demente Ronald Montgomery en zijn verzorger Lazard Pretorius. De journalist zag hoe de ene moordenaar de ander waste, geruststelde en zijn cel schoonmaakte als hij die bevuild had. Hij schreef een intiem relaas dat nog dagen door je hoofd blijft spoken.

Het is een typisch voorbeeld van het soort reportages dat hoofdredacteur Puntas Bernet graag plaatst: geen agendajournalistiek, maar een verhaal met eeuwigheidswaarde, uitstekend opgeschreven door een journalist die de tijd heeft genomen een intieme band met zijn onderwerp op te bouwen. ‘Als een auteur bij me komt met een goed idee en hij zegt er een week voor nodig te hebben, dan vraag ik of hij daar twee weken van maakt. Met bijpassend gage natuurlijk.’

Reportagen betaalt al snel 2500 euro voor een verhaal. Sterauteurs krijgen meer. ‘Ik probeer nu Leon de Winter over te halen iets voor ons te schrijven. Die heeft natuurlijk een ander tarief.’

De redactie is altijd op zoek naar nieuwe auteurs, met wisselend succes. Puntas Bernet: ‘De Bernse schrijver Pedro Lenz maakt momenteel snel faam. Zijn boek Der Goalie bin ig is in twintig talen vertaald. Hij is een goede bekende van mij en een geweldige schrijver. Dus heb ik hem naar Argentinië gestuurd om een verhaal voor ons te schrijven. Dat draaide uit op een ramp; hij bleek het journalistieke instinct te missen. We hebben het verhaal niet geplaatst.’

Maar het omgekeerde komt ook voor: ‘Michael Stührenberg is een beroemde journalist van onder andere het blad Geo. Hij kwam Reportagen tegen in de kiosk op het vliegveld. Hij begon te lezen en belde me meteen op: “Ik ben nu onderweg naar Mali, ik doe even een Spiegel-dingetje. Maar daarna wil ik nog drie weken blijven en voor jullie een echt goed verhaal schrijven.” Speciaal voor dat verhaal hebben we aan dat nummer extra pagina’s toegevoegd.’

Digitaal

Reportagen koestert papier, wat echter niet betekent dat ze niet digitaal publiceren. Daar is echter relatief weinig belangstelling voor. Een abonnement van zes nummers kost 120 Zwitserse frank (honderd euro). Hetzelfde abonnement, plus alle edities digitaal én toegang tot het rijke archief, kost slechts vijf frank (vier euro) meer. Toch maakt minder dan vijftig procent van de abonnees gebruik van die mogelijkheid. Puntas Bernet: ‘Mensen willen niet nóg meer keus. In de dagelijkse stortvloed van informatie bieden wij tegenwicht. Een zorgvuldig geselecteerde ervaring van waardevolle informatie.’ Een experiment met podcasts werd ‘de duurste flop ooit’. ‘We komen ook met een app. Ik verwacht er niet veel van, gezien de ervaringen. Maar dat kan snel veranderen, dus we blijven experimenteren.’

Ontwerper Kappeler: ‘Digitaal is perfect voor beelden en video, maar voor dit nicheblad is papier beter. Ik zit de hele dag achter een scherm, ik wil lezen van papier en ik ben duidelijk niet de enige. Sommige dingen moeten tastbaar blijven. Duurzame dingen die je mooi vindt, wil je op papier houden.’

Print is voor Reportagen niet alleen een gevoelsmatige, maar ook een economische keuze. ‘Niemand in het Duitse taalgebied verdient geld met digitale media,’ zegt Kappeler. ‘Vooralsnog is alleen met print nog te verdienen. Adverteerders willen erin adverteren en abonnees zijn bereid ervoor te betalen.’

Jong

Om die adverteerders beter van dienst te zijn, liet Reportagen onlangs een lezersonderzoek doen. Dat leidde tot een aangename verrassing: veertig procent van de lezers bleek jonger dan 38 jaar. ‘Ik ben 49,’ zegt Puntas Bernet, ‘van mij zou je kunnen verwachten dat ik een romanticus ben die iets nostalgisch nastreeft. Maar het blijkt dat ook jongeren graag de tijd te nemen voor een goed verhaal op papier. Ik sprak laatst de hoofdredacteur van The Economist, veel van hun nieuwe abonnees zijn onder de 25. Zij kiezen bewust voor print.’

Is onthaasten met een goede reportage misschien typisch iets voor de Zwitsers, die zo op rust en zuiverheid gesteld zijn? Voor een deel, denkt redacteur Grassegger. We wandelen door het pittoreske wijkje aan de rivierbedding. ‘Rust en stilte,’ zegt hij. ‘Het paradijs van de Zwitser. Bern is langzaamste stad in de wereld, en Reportagen is kleinschalig, toegankelijk en bescheiden. Dat helpt. Zin in een Radler?’

‘Wat vooral helpt, is dat hier meer geld is,’ zegt Kappeler. ‘Als ontwerper verdien ik hier veel beter, waardoor ik ook meer tijd heb om aan een minder betaald project als dit te besteden. Bovendien geven de Zwitsers makkelijk twintig frank aan een tijdschrift uit.’

‘We hoeven niet zo nodig cool te zijn,’ zegt hoofdredacteur Puntas Bernet. ‘We zijn niet snel, relevant, of intellectueel, maar laidback. Dat is misschien wel typisch Zwitsers aan ons, maar verder dragen we het niet uit. We zouden een Zwitsers kruis op de cover kunnen zetten, dat staat in de hele wereld garant voor kwaliteit. Maar we willen het merk voor lange verhalen in het Duits zijn, niet typisch Zwitsers.’

De ambities van het kleine team in het redactiekantoor/reisbureau reiken dus over de landsgrenzen. Na Duitse journalisten en mensen uit de mediawereld overtuigd te hebben lonken de tachtig miljoen potentiële lezers van de noorderburen. De redactie is op zoek naar een nieuwe redacteur, liefst een jonge Duitse vrouw, om te helpen daar voet aan de grond te krijgen. Grassegger heeft al iemand op het oog. ‘Ik heb haar Twitterfeed gezien en ze heeft een geweldig gevoel voor humor,’ vertelt hij glunderend.
Onlangs kreeg Reportagen een beurs toegekend, waarmee Grassegger een onderzoeksjournalistiek project aan het opzetten is. Ook praat hij met uitgevers in Frankrijk en de vs over mogelijke samenwerkingen. ‘De beste verhalen uit de drie taalgebieden kunnen aanbieden,’ fantaseert hij. ‘Dat zou geweldig zijn.’ Zijn baas droomt stiekem over de dag waarop zijn blad zo goed loopt dat hij zijn organisatorische taken kan overdragen en zelf weer op pad kan. ‘Ik wil verhalen vertellen, op welke manier dan ook,’ zegt Puntas Bernet, ‘En ik blijf zoeken naar nieuwe manieren om die de wereld in te brengen.’

Ik verslond bladen als The New Yorker, maar de Duitstalige wereld kende geen dergelijk tijdschrift. Dus ik besloot er zelf een te beginnen.

Hoofdredacteur Daniel Puntas Bernet