Een kwart eeuw geleden viel het IJzeren Gordijn, maar toch weten we vaak maar weinig over Oost-Europese literatuur. De rubriek 'Blokje om' brengt daar verandering in. We meanderen van noord naar zuid langs de voormalige grens. Afl. 2: Polen.

Polen: ik was er deze zomer voor het eerst. Reizend van Berlijn naar Krakau hing ik uit het raampje van de trein en genoot ik van de zon en het licht glooiende landschap. Krakau was klein maar pretty en het ademde de sfeer van vroeger. Voor weinig złoty heb ik genoten van bloedrode borsjtsj (bietensoep), overdag bezocht ik de zoutmijnen en ’s nachts keek ik mijn ogen uit in een hippe en brandschone club, waar haast nog voor je een glas liet vallen al een schoonmaakploeg met veger en blik klaarstond. 


Polen, en dan vooral Krakau, wordt goed bezocht door toeristen tegenwoordig. Merken we dat ook terug in de bekendheid van de literatuur? Ik kende vooral de gevoelige poëzie van Wisława Szymborska. Zij ontving in 1996 als vierde Pool de Nobelprijs van de Literatuur. De politiek was nooit haar onderwerp. Dit terwijl na de omwenteling in 1989 alles veranderde voor de Poolse literatuur. Auteurs die geëmigreerd waren konden terugkeren en niemand hoefde meer tussen de regels door te lezen, want de censuur was weggevallen. De nieuwe vrijheid zorgde voor een frisse wind. De stijl werd speelser en auteurs werden bevrijd van hun morele plicht de geschiedenis te beschrijven.
 
Poolse romans worden nog steeds niet heel veel gelezen in Nederland. Dat is jammer, want Polen heeft een rijke cultuur en de romans een universeel karakter. De Jagiello-universiteit in Krakau is ouder dan die in Leiden en de Poolse literatuur is internationaal succesvoller dan de Nederlandse. In Nederland kun je je aan de Universiteit van Amsterdam bekwamen in de Poolse letterkunde, in België kan dat in Leuven.

Deze week worden mijn vragen dan ook beantwoord door Kris Van Heuckelom, docent Poolse taalkunde, literatuur en cultuur aan de Katholieke Universiteit Leuven. Als vertaler werkte hij mee aan verscheidene bloemlezingen van Poolse poëzie in Nederlandse vertaling, o.a. Na de dood stond ik midden in het leven. Kopstukken uit de naoorlogse Poolse poëzie en Tracht de verwonde wereld te bezingen. Eerder dit jaar publiceerde hij, samen met Carl De Strycker en Dieter De Bruyn, een bundel opstellen over raakvlakken tussen de contemporaine Midden-Europese literatuur en die van de Lage Landen.

Wat is kenmerkend en onderscheidend aan de literatuur uit Polen?
Andrew Wachtel noemde Oost-Europa ooit treffend 'that part of the world where serious literature and those who produce it have traditionally been overvalued'. Polen is op dat vlak geen uitzondering. Na de Poolse delingen op het einde van de achttiende eeuw bleven de Polen meer dan honderd jaar lang verstoken van een eigen staat. Bij gebrek aan een eigen politiek en maatschappelijk bestel groeide literatuur in die tijd uit tot 'meer dan literatuur': dichters werden beschouwd als leidsmannen van de Poolse natie en besteedden een groot deel van hun werk én hun publieke leven aan de 'Poolse zaak'. Ook tijdens het communisme speelde die vervlechting tussen literatuur en politieke strijd een prominente rol in menig schrijversleven. Soms maakt dat de Poolse literatuur moeilijk leesbaar en verteerbaar voor buitenstaanders, maar er zijn evengoed schrijvers (zoals Witold Gombrowicz, Bruno Schulz of Wisława Szymborska) die zich tegen die verstrengeling verzet hebben of er zich volledig aan onttrekken.

Hoe is de leescultuur daar? Wordt er veel gelezen, en door wie?
In Polen werd altijd veel geschreven én gelezen. Na de val van het communisme is er wel een en ander veranderd in de leescultuur. De uitpuilende ramsjboekhandels en de dalende oplagen van bellettrie laten zien dat literatuur in de strijd om de 'consument' steeds meer concurrentie ondervindt van andere cultuurvormen (niet het minst de beeldcultuur). Ook in het onderwijssysteem laten die verschuivingen zich trouwens gevoelen: de voorbije jaren is de lijst verplichte schoollectuur voor Poolse leerlingen, scholieren en studenten danig ingekort. Maar vergeleken met de Lage Landen en de rest van West-Europa is en blijft de literaire bagage van de Poolse lezer zeker en vast bovengemiddeld.

Welk boek moet beslist nog worden vertaald naar het Nederlands?
Een van de klassiekers van de Poolse literatuur is de negentiende-eeuwse roman Lalka (De pop) van Bolesław Prus. De intrige van het boek lijkt vrij banaal (een succesvol zakenman loopt zijn ongeluk tegemoet als hij hopeloos verliefd wordt op een leeghoofdige aristocrate), maar zit ingebed in een panoramische geschiedenis van Warschau en het verdeelde Polen tijdens de negentiende eeuw. Lang zal de Nederlandstalige lezer overigens niet meer moeten wachten op dit magnum opus, want de gelauwerde vertaler Karol Lesman is al een tijdje druk bezig met een vertaling van De pop.

Welk fragment aan proza of welke poëzie zou u met ons willen delen?
Eén van mijn lievelingsgedichten is van de hand van de Poolse schrijver Janusz Szuber. In heel wat van zijn teksten grijpt hij terug naar de magische wereld van zijn kindertijd, die hij op een welhaast animistische manier weer tot leven roept.

 

 

Imperfectum

Op de witte schelp van een bord
snijdt grootmoeder barnsteen
in het rulle zand van bloem
het donkere barnsteen van dadels
en het kleverige wier
van sinaasappelschil

in potjes confituur
opschriften wanneer en welke
wat beschimmeld was
werd opnieuw gekookt
een zwarte stok van vanille verbrokkeld
onder de stamper van een vijzel

de goudachtige planeten van dooiers
kijken vanonder kalken wimpers
als op een verhitte plaat
danst de sissende karamel
boven de tafel een lome bij
spoedig zal met de eerste sneeuw
het gordijn van de winter vallen

grootmoeder demiurg van de keuken
in een pontificale schort
bereidt een brandoffer
van droge beukenblokken
 

 

Bovenstaande documentaire, gemaakt door Holland Doc, is een associatieve reis gebaseerd op een aantal kerngedichten en informele ontmoetingen met de Poolse dichteres Wisława Szymborska. 

De documentaire is tevens een reis door Polen; in haar gedichten geeft ze op zeer persoonlijke wijze commentaar op de Poolse geschiedenis. Toen ze in 1996 de Nobelprijs voor de literatuur kreeg, werd ze overdonderd door de aandacht en publiciteit die dit met zich meebracht. Szymborska leefde nadien in afzondering en deze documentaire biedt een unieke inkijk in haar leven en werk.