Een kwart eeuw geleden viel het IJzeren Gordijn, maar toch weten we vaak maar weinig over Oost-Europese literatuur. De rubriek 'Blokje om' brengt daar verandering in. We meanderen van noord naar zuid langs de voormalige grens. Afl. 1: de Baltische Staten.

De Baltische staten hebben in de voorbije eeuwen afwisselend dreiging gekend van zowel Duitsland als Rusland. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen ze kort in handen van de Duitsers. Daarna werden ze onafhankelijk, om in 1940 weer te worden ingelijfd in de Sovjet-Unie. Sinds 1991 – het jaar dat de Sovjet-Unie viel – staan ze weer op zichzelf. De Russische invloedssfeer is er nog steeds voelbaar. Hoe zit het met de literatuur uit de Baltische staten?

Bijna een derde van de inwoners van Letland is Russisch. Thema van Letse literatuur is dan ook veelal 'zelfbehoud'. Poëzie is er populair: op een lezerspubliek van één miljoen mensen worden bundels in oplages van tien- of twintigduizend verkocht. In Nederland is bijna geen Letse literatuur te vinden, en voor de Litouwse geldt hetzelfde. In 1994 werd er wel een Litouws boek in het Nederlands vertaald – De schaduw van de slang door Saulius Kondrotas – maar dit was vertaald uit het Frans.

Uit Estland kennen we schrijver Jaan Kross, die historische verhalen schreef. Estland heeft een zekere bekendheid op het gebied van haar folklore. Uit Estland zijn dan ook de meeste boeken vertaald in het Nederlands, bijvoorbeeld de vijfdelige romancyclus van Anton H. Tammsaare: Tõde ja õigus (Waarheid en recht, 1926-1933). In dit magnum opus van de Estse literatuur wordt de ontwikkeling van Estse sociale milieus beschreven.

Jan Brokken schrijft romans, reisverhalen en literaire non-fictie. Zijn Baltische zielen is een verslag van de geschiedenis van tientallen beroemde en gewone mensen uit Letland, Estland en Litouwen. Het boek gaat voor de tiende keer in herdruk. Om dat te vieren nam de auteur tussen zijn optredens door tijd om de volgende vragen te beantwoorden over de literatuur uit de Baltische staten. Wat moeten we nog leren en lezen?

Wat is kenmerkend en onderscheidend voor de Baltische literatuur?
'De romans en verhalen zijn doortrokken van de tragische geschiedenis van Estland, Letland en Litouwen. Dat geldt zowel voor A.H. Tammsaare, de Estse Zola uit het begin van de 20ste eeuw, als voor Jaan Kross die in de Sovjettijd leefde, als voor de hedendaagse Sofi Oksanen. Ofschoon Oksanen in het Fins schrijft en feitelijk niet bij de Estse literatuur hoort. In de vorige eeuw kenden de Baltische landen slechts vijftien jaar vrijheid van meningsuiting. In die periode is waanzinnig veel geschreven en gepubliceerd – toneel vooral.'

Hoe is de leescultuur daar? Wordt er veel gelezen?
'De winters zijn lang. In Baltische zielen beschrijf ik boekhandel Janis Roze in Letland. Die heeft nu toch veertig winkels en kiosken, in een land met 2,5 miljoen inwoners. Alleen al in Riga een prachtige algemene boekhandel en een uitstekende universiteitsboekhandel. Het onderwijs staat sinds eeuwen op een hoog niveau in Estland en Letland. Dat helpt.'

Welk boek moet beslist nog worden vertaald in het Nederlands?
'Niet alle boeken van Jaan Kross zijn vertaald. Komt ook omdat hij de Nobelprijs niet heeft gekregen, op een haar na. Veel buitenlandse uitgeverijen zijn toen gestopt met het vertalen van zijn werk. Ik ben een groot bewonderaar van Czeslaw Milosz. Geboortegrond is geloof ik niet meer leverbaar. Indrukwekkend boek. En zijn poëzie... van het niveau van Gerrit Kouwenaar – intelligent, filosofisch, helder. Probleem is weer dat de Litouwers Milosz als een Pool zien. Zo is het ook met mijn Baltische lievelingsschrijver: alleen al als ik zijn naam noem, slaan ze me daar in het noordoosten dood.'

Wie? Willen we dan weten.
'Hij was van adel, schreef in het Duits, ik noem hem in Baltische zielen de Baltische Proust, maar in tegenstelling tot Proust schreef hij hele dunne boeken, kleine novellen van een schoonheid die je de tranen in de ogen brengt. Allemaal ongelukkige liefdes, maar altijd in een houten zomerhuizen aan zee, en dan heeft liefdesverdriet op zijn minst sfeer. Zijn boeken waren een jaar of twintig geleden een hype in Frankrijk, Actes Sud gaf ze prachtig uit, ik dacht: nu gaat ook de rest van Europa voor hem vallen, maar nee. Graaf Eduard von Keyserling is zijn naam, hij komt uit Koerland en het enige boek van hem dat in het Nederlands is verschenen is Branding uit 1911. Ik beloof gratis het voorwoord te schrijven als een Nederlandse uitgever zich aan Keyserling waagt. Wat ik zo mooi vind: je hoort de japonnen van de baronessen ruisen in zijn boeken...'

Welk fragment wilt u met ons delen?
'Het motto van mijn Baltische zielen. Of meer nog: het richtsnoer. Een citaat van Milosz:

Merkwaardig genoeg is dit een periode waarin veel over geschiedenis wordt gesproken. Maar als men de geschiedenis niet levend kan maken door iets wat voor ons persoonlijk leeft, dan zal zij altijd min of meer abstract blijven en bestaan uit de conflicten van anonieme machten en schema's. De veralgemening, nodig om het reusachtige, chaotische materiaal te kunnen omvatten, doodt het detail dat altijd het schema doorbreekt.

Vandaar dat ik in Baltische zielen de dorre algemene geschiedenis levend heb proberen te maken door de geschiedenis van families.'

Dit gedicht 'Sens' van Czeslaw Milosz klinkt juist zonder het te verstaan heel mooi. Ik zet het vaak aan en luister naar de klanken van Milosz' rustige stem.

                                                                  - Saskia Veen