Volgens mijn dagboek is het 23 jaar geleden dat Renate Rubinstein overleed, maar ik weet zeker dat ik deze regels hooguit drie jaar geleden schreef, zoals ik ook zeker weet dat ik onlangs nog 22 was... Vergelijk ik Rubinstein nou echt met Thatcher?

Donderdag 29 november 1990
 
Zoals ik vorige keer begon met het aftreden van Thatcher, moet ik nu beginnen met een andere ingrijpende verandering, zij het van een geheel andere orde: Renate Rubinstein is overleden. Het bericht ontlokte me de meest clichématige eerbetonen: ik zal haar scherpe, kritische stem missen. Of: haar stellingname in welke kwestie dan ook was, en dan overdrijf ik nauwelijks, een factor van niet te onderschatten belang. Enfin, lofuitingen dus, die de kranten en weekbladen overstromen. 
 
Vast staat in ieder geval dat een stem van belang verloren is gegaan, een tegendraadse stem. En als ik ergens een grote affiniteit mee heb, dan is het wel met de onafhankelijke geest en de afwijkende mening. Want Rubinstein ging overal dwars doorheen. Ze protesteerde tegen de schreeuwende vredesbeweging en hekelde het fanatieke feminisme (zodat ze door de gansjes, om met Komrij te spreken, uit de vrouwenboekhandel geweerd werd). Ze weigerde, en hier citeer ik Annie M.G. Schmidt, 'mee te huilen met de wolven, in welk bos dan ook'. Het zijn deze kwaliteiten (want kwaliteiten zijn het) die haar columns hun grote waarde verleenden. 
 

Er is nog een overeenkomst met Thatcher. Haar vastberadenheid, haar standvastigheid en strijdlustigheid. Toegegeven, haar weigerachtigheid haar standpunt op te geven, ook als ze aantoonbaar ongelijk had, wekte zo nu en dan de nodige irritatie. Maar misschien was dat ook haar voornaamste verdienste: ze prikkelde, ze daagde uit, ze stimuleerde en activeerde de discussie. Dat is haar voornaamste verdienste. En ik overdrijf dan ook niet als ik zeg dat ik haar stem zal missen, zoals vele anderen met mij.