In de psychologische thriller 'Nultijd' gunt de Duitse schrijfster Juli Zeh haar personages geen uitweg. Welke strategie je ook verzint, aan de wereld valt niet te ontkomen.

Met haar nieuwe roman keert Juli Zeh (1974) in zekere zin terug op vertrouwd terrein. Ook in haar oudere werk – drie van haar romans verschenen eerder al in Nederlandse vertaling – speelt het menselijk onvermogen om vrij te handelen een rol, evenals het uiteenvallen van de werkelijkheid in percepties.
Zolang we zelf het enige meetinstrument zijn dat ons ter beschikking staat, zullen we nooit weten wat er nu echt gebeurt. In dat opzicht zijn we allemaal duikers zonder dieptemeter.
Nog vermoeid van haar vertraagde vlucht met een prijsvechter zit Juli Zeh tegenover me in een Amsterdams hotel. ‘Ik heb al zo vaak interviews gegeven over dit boek dat ik moeite moet doen niet in de ingesleten antwoorden te blijven hangen.’ Nultijd was in Duitsland een groot succes, ook al waren de reacties in de Duitse pers niet allemaal gunstig. ‘Misschien heeft dat te maken met het vermengen van genres; een literaire roman schrijven die ook behoort tot de wereld van de psychologische thrillers, dat is een gevaarlijke onderneming.’
Hoofdpersoon van Nultijd is Sven. Hij is wat de Duitsers een Aussteiger noemen, een uitstapper: mensen die genoeg hebben van de dagelijkse tredmolen waarin het land van herkomst ze gevangen houdt en er voor kiezen in het buitenland een nieuw bestaan op te bouwen dat niet wordt gedomineerd door prestatiedrang, over elkaar heen buitelende actualiteiten en een teveel aan prikkels. Samen met zijn vriendin Antje verhuist Sven naar het Canarische eiland Lanzarote, waar ze een duikschool beginnen. Zij doet de administratie, hij neemt de Duitse cursisten die bij hen logeren mee naar de onderwaterwereld waar hij zich het meest op zijn gemak voelt. Ze vinden een nieuw evenwicht in dat van de moderne wereld losgezongen bestaan, maar dat wordt wreed verstoord als zich twee gasten aandienen die Svens neutrale positie bedreigen. Jola is een actrice die speelt in een soapserie, haar oudere vriend Theo een geblokkeerde schrijver. Ze komen duiklessen nemen omdat Jola aast op een filmrol. Goed kunnen duiken is een vereiste voor de rol.

Parallelle vertellingen
Jola probeert haar duikleraar te verleiden. Sven wordt volkomen uit het lood geslagen door haar avances. Julie Zeh: ‘Hij is natuurlijk een enorme lafaard. Sven wil wel, maar schrikt terug voor de consequenties. Hij heeft geen ruggengraat. In dat opzicht is hij precies het tegenovergestelde van Jola, die juist houdt van risico’s nemen, van het experiment aangaan.’ Veelzeggend is het moment waarop Theo niet mee gaat om te duiken en Jola en Sven met z’n tweeën afdalen. Pas als ze op de zeebodem zijn, weg van de wereld, breekt er een werkelijke passie door bij Sven. Diep onder water durft hij toe te geven aan haar, maar zodra ze weer op het land zijn stroomt alle opwinding weg uit zijn lijf. ‘Bovengronds zijn er mensen, en waar mensen zijn zijn verplichtingen en consequenties. Twee dingen die Sven het meest verafschuwt.’
Vanaf dat moment valt het boek uiteen in twee parallelle vertellingen. In het ene hoofdstuk is Sven aan het woord, het andere bevat dagboekaantekeningen van Jola. Haar verslag van de gebeurtenissen verschilt naarmate we het einde naderen steeds sterker van het zijne. Zeh: ‘Zodra Jola ook aan het woord komt, is er twijfel over wat er werkelijk heeft plaatsgevonden. Dat spel vind ik interessant. Zelfs onze gedeelde werkelijkheid laat zich al niet grijpen.’ In de versie van Jola heeft ze wel seks met Sven, in zijn versie gebeurt er niks. In de versie van Jola zet hij haar ertoe aan om een gevaarlijke boottocht te gaan maken, in de versie van Sven is zij het die de omstandigheden zodanig manipuleert dat hij instemt met het nemen van een risico. ‘In Duitsland vonden de meeste lezers Jola een ontzettend vervelend wicht, maar ik heb juist een enorm zwak voor haar. Ze heeft dezelfde ambigue relatie met de waarheid als ik. Je kunt zeggen dat ze de omstandigheden voortdurend probeert te manipuleren, maar dat is wat je als schrijver ook doet, zij het dat ik me die vrijheid alleen binnen fictie toesta en nooit op die manier met mijn eigen leven zou kunnen spelen. Jola is een stuk interessanter dan Sven. Zij is sprankelend, intelligent, en ja ze heeft ook een duistere kant. Maar die maakt haar juist interessanter.’

Te veel geëist
Pas als ik opmerk dat het niet alleen Sven is die op de vlucht is geslagen voor de hoge eisen die aan hem gesteld worden, maar dat dat evenzeer geldt voor Jola en Theo, verlaten we het ingesleten interviewpad. ‘Je bent de eerste die dat zo ziet. Het is waar, al deze personages hebben op de een of andere manier moeite met deze tijd. Sven keert zich ervan af, Theo voelt de druk een tweede roman te schrijven, maar weet tegelijk dat hij daar niet in zal slagen, Jola wordt gedreven door een ambitie om te acteren die haar verteert. Al hun worstelingen komen voort uit de tijdgeest. Kennen jullie het begrip überfordert in het Nederlands? Er wordt voortdurend te veel geëist van deze mensen. Deze tijd zweept ons op om ons zo snel mogelijk tot van alles en nog wat te verhouden, variërend van een like op Facebook tot de oorlog in Syrië. Dat doet iets met ons.’
Het dramatisch hoogtepunt van het boek wordt gevormd door de gevaarlijke boottocht die Sven, Jola en Theo op een dag ondernemen. Als Sven terugkeert van een zoektocht naar een scheepswrak, ziet hij boven zich op het wateroppervlak een lichaam drijven. Als hij te hulp schiet, loopt hij kans op hersenschade. Helpt hij niet, dan heeft hij iemands dood op zijn geweten. Hoeveel afzijdigheid kan een mens zich permitteren? Na de boottocht is zijn leven voorgoed veranderd, is zijn poging afzijdig te blijven genadeloos afgestraft. De wereld heeft hem terug naar de oppervlakte gedreven.

Beluister hieronder het gesprek dat Jeroen van Kan had met Juli Zeh, in De Avonden: